Britse staal bedreigd door China? Een gelaagd verhaal.

Zodra Xi Jinping in Londen aankwam maakte de (Indiase) staalproducent Tata Steel bekend dat hij in Engeland en Schotland 1.200 banen zal schrappen. Een op de zes Britse staalarbeiders krijgt dus de bons en dat zou vooral komen door de massale import van Chinees staal, dat ‘zwaar door de staat wordt gesubsidieerd’. Het was een van de thema’s die een schaduw wierpen over het staatsbezoek van de Chinese president.

tataStaalondernemers schuiven de schuld van hun falen op China. Sommige Britse media, vakbonden, politici en individuele arbeiders vallen hen daarin bij. Dat heeft allerlei voordelen voor de ondernemers, want zij blijven zelf buiten schot en ze laten de werknemers onder elkaar naar een schuldige zoeken. Het is een tactiek die telkens weer wordt toegepast: de ware oorzaak van overproductie en sluitingen verhullen, machteloosheid prediken en arbeiders in zwakkere sectoren laten eisen dat collega’s in sterkere sectoren uit ‘solidariteit’ tegen hun eigen belang ingaan. Als het zo uitkomt kan je die tactiek natuurlijk ook wereldwijd inzetten. Dat is wat er nu gebeurt.

Meer aan de hand

De concurrenten op de wereldmarkt willen anderen terecht beletten dat ze hun toevlucht nemen tot dumping, een praktijk die alle staten overigens courant uitproberen. De Britse staalarbeiders lopen echter een risico: als hun Britse of de andere Europese ondernemers hebben uitgerekend dat het voordeliger is zich op andere sectoren te richten en de staalnijverheid te laten stikken, zullen zij zonder gewetensbezwaren voor die weg kiezen. Dat zou heel goed de reden kunnen zijn waarom de politici van de EU schijnbaar zo passief en machteloos zijn dat zij zich niet kunnen (of is het eerder ‘willen’) verweren tegen de dumping in deze specifieke sector. Het is ook interessant om te weten dat, hoewel de Britse import van staal uit China op een jaar verdubbelde, de import uit de rest van de EU nog altijd vele malen groter is. In 2014 importeerde het VK wel 687.000 ton staal uit China, maar  4,7 miljoen ton uit EU-landen (bron: BBC)
De Duitse en ook Belgische staalnijverheid hebben al eerder begrepen dat concurrentie op prijs moeilijk is en richten zich nu op ‘specialty steel’. Er gaat nog steeds heel wat van dit speciaal staal vanuit Europa naar China. De arbeiders en hun organisaties kunnen genoeg vragen stellen aan hun eigen leiders en over de winstlogica van de magnaten aan wie zij zijn overgeleverd. Waarom sluit het machtige Tata uitgerekend in Groot Brittannië fabrieken? Heeft dat niet meer te maken met het feit dat de Britse staalindustrie relatief klein is en al langer wegkwijnt? Is het niet door een gebrek aan een actieve overheidsstrategie, wat o.a Corbyn aan Cameron verwijt, dat het Britse staal er slechter voorstaat dan dat in Duitsland of Spanje bijvoorbeeld, waar de overheid die sector wel heeft gesteund?

China op de markt

Het klopt wel dat China ook voor de staalsector een belangrijke speler is geworden op de internationale markt. De deelname aan de wereldmarkt sinds 1980 heeft de Chinese bevolking welvaart, werk en kennis gebracht: voordelen die China ontbeerde toen het land het slachtoffer was van koloniale inmenging uit het buitenland en in eigen land een feodaal en corrupt systeem kende. Na 1949 heeft China zijn onafhankelijkheid herwonnen en heeft het zijn economie kunnen ontwikkelen. De Chinese leiders hebben de realistische en correcte beslissing genomen om zich strict te houden aan hun principes van niet-inmenging, en af te stappen van het vroegere beleid om de revolutie te exporteren. De consequentie is onder meer dat China tot op zekere hoogte het spel van de markt moet meespelen.
pers XiDe deelname aan de internationale – kapitalistische – economie heeft allerlei gevolgen, niet in het minst voor China zelf, dat voortdurend de voordelen moet afwegen tegen de nadelen. In de hele wereld is er bijvoorbeeld een afgenomen vraag naar staal, ten gevolge van de economische crisis. Kortzichtig winstbejag van ondernemers en aandeelhouders zorgt voor hevige concurrentie en wildgroei van bedrijven in tijden van hoogconjunctuur.  Zo wordt de basis gelegd voor productieoverschotten tegen de tijd dat de volgende crisis eraan komt. China ontsnapt hier niet aan. Op een persconferentie tijdens zijn reis zei Xi Jinping: ‘de hele wereld kent een overproductie van ijzer en staal…dit is een gevolg van de mondiale financiële crisis. China heeft zelf zijn  productiecapaciteit moeten terugschroeven met 77,8 miljoen ton. Stel je maar eens voor wat het betekent om banen te moeten creëren voor al die arbeiders.’
China moet daarbij de sterk vervuilende staalindustrie hervormen, nu het land niet langer de milieuvervuiling eigen aan een sterk op grondstoffen en fossiele brandstoffen gebaseerde economie voor lief kan nemen. De grondige hervorming (wat uiteraard niet hetzelfde is als de afschaffing) van de staalindustrie staat in China ook op de agenda omdat de gewijzigde samenstelling van de bevolking en de sterke verhoging van het welvaartspeil de omschakeling naar een diensteneconomie met forse binnenlandse consumptie nodig maken. Die hervorming van de Chinese staalindustrie kan onmogelijk pijnloos verlopen.

De rol van de staat

De arbeiders van wie velen ook de dreiging van ontslag boven het hoofd hangt, hebben in China echter wel enige reden tot vertrouwen. De staalfabrieken zijn van de staat. Die staat, met de communistische partij aan het hoofd, moet in de eerste plaats de belangen van de bevolking behartigen en slechts in de tweede plaats rekening houden met ondernemers en aandeelhouders. De Chinese regering wil tegen 2020 het bnp en het inkomen per hoofd van de bevolking dat China in 2010 had verdubbelen om zijn 1,3 miljard burgers van een redelijke welvaart te verzekeren. De regering lijkt daar ook in te zullen slagen, maar dat kan alleen als er voor de werknemers van bedrijven die moeten sluiten een oplossing wordt gevonden. Een van de manieren om zich te verweren tegen de gevolgen van crisis en van de reconversie is dat de Chinese staat zijn staal zo goed mogelijk probeert te verkopen op de wereldmarkt. Dat kan Beijing bezwaarlijk kwalijk worden genomen.

Kansen grijpen

Chinese arbeiders bij staatsbedrijf Baosteel

Chinese arbeiders bij staatsbedrijf Baosteel


Het is waar, belangrijke figuren en groepen in de Britse elite zijn op dit moment helemaal te vinden voor samenwerking met China en dat wordt hen door sommigen van de getroffen arbeiders verweten. De Britse werknemers kunnen zich maar beter niet laten verblinden. De ‘liefde’ zal enkel duren zolang leden van de elite de nodige winst kunnen halen uit hun partnerschap met China. Bij de gelegenheidsalliantie met (een deel van het Britse) establishment kan China garen spinnen. Het  zou onverstandig zijn als de Volksrepubliek nu niet zoveel mogelijk kansen grijpt. Zoiets zou uiteindelijk nadelig zijn voor de Chinese bevolking.
Eenzelfde pragmatische houding is echter ook raadzaam voor de Britse werknemers en de bevolking in het algemeen. De contracten die onder impuls van de Britse en de Chinese regering worden afgesloten zullen duizenden banen en misschien andere voordelen opleveren. Zolang het duurt moeten de gewone Britten op hun beurt die voordelen benutten. Wat de Britse staalarbeiders en hun organisaties verder nog kunnen doen om zich te verzetten tegen de manier waarop ondernemers en regeringen de sector laten teloorgaan kunnen en moeten zij zelf bedenken (eisen stellen voor ernstige herstelplannen bijvoorbeeld). Zij zullen hun pijlen echter moeten richten tegen Britse directeuren, aandeelhouders en politici en niet tegen Chinese arbeiders of hun leiders.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *