In een meer dan drie uur durende toespraak tot het partijcongres van de CPC heeft secretaris-generaal Xi Jinping bakens uitgezet tot 2050. Wat zijn de hoofdpunten volgens het CPC partijblad People’s Daily? En hoe die te interpreteren?
Een nieuwe tijd met nieuwe ideeën
De CPC heeft nieuwe ideeën naar voor geschoven voor de verdere uitbouw van het ‘socialisme met Chinese eigenschappen’ in een nieuwe historische periode. Deze ideeën bouwen verder op de theoretische grondslagen uit het verleden, van Marx naar Lenin, Mao en Deng tot en met de ‘wetenschappelijke benadering van ontwikkeling’ (een concept van de vorige president).
Dat het partijblad en Xi dit als eerste punt naar voren schuiven is significant. China zit in een nieuwe historische periode. De tijd dat het zich kon ontwikkelen door laagwaardige producten met veel ongeschoolde arbeid te produceren voor de ontwikkelde landen is voorbij. Het is een land met een middelmatig inkomen dat de ambitie heeft door te stoten naar de groep ontwikkelde landen. De problemen en valkuilen daarbij zijn legio en vergen zeker ‘nieuwe ideeën’.
China heeft zich dertig jaar ontwikkeld in de schaduw van de ontwikkelde landen, als een passieve wereldspeler. Ook dat is voorbij. De financieel-economische crisis van het Westen sinds 2008, de politieke instabiliteit van de EU, het snel afkalven van de Amerikaanse leidersrol, en het toenemend economisch gewicht van China in de wereld, maken dat het een actievere rol in de geopolitiek moet gaan spelen. Ook dat vergt ‘nieuwe ideeën’.
Door de band met de socialistische geschiedenis sinds Marx te bevestigen beklemtoont Xi dat China niet streeft naar kapitalisme en imperialisme, maar naar een specifiek Chinese vorm van socialisme.
Een groot modern socialistisch land
De CPC heeft een faseplan opgesteld voor de ontwikkeling van 2020 tot ongeveer 2050. Van 2020 tot 2035 wordt vanuit een middelmatig welvarende maatschappij verder hard gewerkt om de socialistische modernisering in grote lijnen te realiseren. Daarna zal nog eens 15 jaar hard werk voor nodig zijn om te komen tot een groot modern socialistisch land dat welvarend, sterk, democratisch, cultureel ontwikkeld, harmonieus en mooi is.
Vandaag is de belangrijkste tegenstelling die tussen een onevenwichtige en onvoldoende ontwikkeling en de steeds toenemende hang van de bevolking naar een beter leven. Mensen willen niet alleen een beter materieel leven, ze vragen ook meer cultuur, democratie, rechtszekerheid, rechtvaardigheid, veiligheid en een beter leefmilieu.
Xi toont hier aan dat de CPC een langetermijnvisie heeft en zich op concrete doeleinden wil engageren. Tegen 2035 moet China op de drempel van een ontwikkeld land staan en moeten de overgangsproblemen waar het vandaag mee kampt in grote lijnen opgelost zijn. Tegen 2050 moet het op alle vlakken in het eerste peloton van de landen in de wereld zitten.
Xi beklemtoont verschillende keren dat China socialistisch is. Hij definieert modernisering vanuit de behoeften en wensen van de mensen, niet vanuit de eisen van de vrije markt.
Economie in transitie
De economie is in overgang van snelle groei naar hogere kwaliteit. Het land moet focussen op de reële economie. Staatskapitaal moet sterker, beter en groter worden. Chinese bedrijven moeten het wereldniveau halen en wereldwijd concurrentieel zijn.
Het verbruik en de vraag zal een grotere rol spelen in het bevorderen van economische groei. Op financieel gebied komt er een betere regelgeving, ondersteund door een voorzichtige monetaire politiek; rentevoeten en wisselkoers zullen meer marktgebonden worden.
People’s Daily vat hier een ingewikkelde economische overgang samen in enkele korte zinnen: van kwantiteit naar kwaliteit.
Xi stelt dat staatsbedrijven de kern van de Chinese economie blijven. Dat is een belangrijke uitspraak die ingaat tegen liberale strekkingen die verder willen privatiseren.
Tegelijk stelt Xi dat de markt een grotere rol gaat spelen. Dat gebeurt door in de productie en dienstensector meer belang te hechten aan de vraag. Maar ook in de financiële sector zal meer markt meespelen; dat is een zwaar engagement wanneer men rekening houdt met de voorbije minicrisissen op de Chinese beurzen en bij het vrijer laten van de wisselkoers.
Verder openen naar de wereld
China wil zijn economie verder openen. Het gaat alle Chinese en buitenlandse bedrijven gelijk behandelen. Alles wat aan buitenlanders niet expliciet verboden is via een negatieve lijst, is toegelaten. De markttoegang voor buitenlanders wordt gemakkelijker en hun wettige belangen worden beter verdedigd.
Xi herbevestigt hier dat buitenlanders welkom blijven als invoerders of als investeerders en dat er nieuwe maatregelen in hun voordeel komen. De ‘negatieve lijst’ bestaat al in enkele speciale vrijhandelszones en zal veralgemeend worden.
Rechtsstaat
Er komt binnen de Partij een centrale leidende groep die de rechtsstaat op alle gebieden verder moet uitbouwen. De groep zal toezien op het respect en correct toepassen van de grondwet, en controlesystemen inbouwen.
Het thema van de opbouw van een volledige rechtsstaat is de voorbije vijf jaar al prominent aan bod gekomen op een plenum van het Centraal Comité. De rechtsstaat is belangrijk in het bestrijden van privileges, corruptie en willekeur door ambtenaren en partijkaders. Xi bevestigt dat de inspanningen nog opgedreven worden met de nieuwe centrale leidende groep.
China wil geen rechtsstaat naar westers model, met (theoretische) scheiding van wetgevende (parlement), uitvoerende (regering) en rechterlijke macht. In China leidt de wetgevende macht (het door de CPC gedomineerd Volkscongres, met nationale, provinciale en regionale afdelingen). Het Volkscongres benoemt op elk niveau de uitvoerende macht (centrale en lokale regeringen) en de rechterlijke macht en kan ze ook op elk moment afzetten.
Beter leefmilieu
Een ‘Mooier China’ is deel van het faseplan. Modernisering betekent ook meer harmonieus samenleven van mens en natuur. China gaat agentschappen oprichten om de natuurlijke bronnen van de staat te beheren, ecosystemen beter op te volgen, en een systeem van nationale parken ontwikkelen.
Hier bevestigt Xi een tendens die al sinds 2002 aan het opkomen is, maar de voorbije vijf jaren sterk in kracht toenam.
Sterker leger
Tegen 2020 moet de mechanisering van het leger in grote lijnen voltooid zijn; het moet goede informaticatoepassingen hebben en strategisch veel sterker zijn. Tegen 2035 moet de modernisering van de landsverdediging ongeveer rond zijn. Tegen het midden van de eeuw zal het volksleger van wereldniveau zijn.
Xi heeft het hier over het verbeteren van de militaire capaciteit in verschillende fasen. Bedoeling is niet een wapenwedloop te starten om het leger van de VS naar de kroon te steken in absolute sterkte, maar wel om de enorme technologische achterstand van het Chinese leger in te halen.
Xi verwijst ook naar ‘strategische sterkte’. Daarmee bedoelt hij de controle over de territoriale wateren (inclusief de betwiste gebieden in de Zuid-Chinese en de Oost-Chinese zee), en de mogelijkheid om transportroutes naar het Midden-Oosten en Europa te beveiligen.
Diplomatie
Hoe ontwikkeld China ook mogen worden, het land zal nooit hegemonie of gebiedsuitbreiding nastreven.
Xi geeft hier een expliciet en ondubbelzinnig antwoord op de bewering dat China een leidend imperialistisch land zal worden zoals de VS vandaag en Europa in de koloniale tijd. China streeft naar zijn eigen ontwikkeling, maar zal dat nooit doen door andere landen te overheersen
Partij
De strijd tegen de corruptie woedt op volle kracht. De Partij wil een definitieve overwinning behalen in dit gevecht tegen haar grootste bedreiging.
Xi wil verder gaan dan het vangen van een aantal corrupte ‘tijgers en vliegen’. Hij is van plan een systeem van sluitende regels en controles in te stellen om corruptie geen kans meer te geven. Singapore is daarbij het model.
Bron: Volksdagblad