Onder het artikel publiceren we een kort debat over Xinjiang en moslims in China, n.a.v. deze aflevering van ‘Door de Chinse bril’.
Een Palestijnse staat
‘Aangezien de bezetting aan de grond van het conflict ligt, hebben wij de Arabische staten steeds terecht gesteund’. Dat zegt Chen Yonglong, gewezen ambassadeur van China te Israël. Ondanks relaties met beide partijen, houdt China zich dus niet geheel afzijdig en trekt het in het conflict klaar en duidelijk de kaart van Palestina. ‘China is altijd een sterke verdediger geweest van het rechtmatige standpunt van de Palestijnen en het vredesproces in het Midden-Oosten’, stelde president Hu Jintao.
Deze positie wordt ook zeer duidelijk in de taal van media en politici gehandhaafd. Li Zhaoxing, gewezen minister van Buitenlandse Zaken: ‘Wij eisen dat Israël de apartheidsmuur – niet verdedigingsmuur – ontmanteld. De muur vormt een obstakel voor vrede en stabiliteit.’ Bovendien spreekt China niet over Palestijnse gebieden maar over de Palestijnse staat of Palestina, merkt Chris Zambelis op.
China was dan ook openlijk een sterke voorstander van Palestina als volwaardig lid van Unesco, de VN organisatie voor Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur. Het land liet de druk vanuit de VS links liggen en stemde tijdens de VN stemming hieromtrent voor. ‘Wij willen een Palestijnse staat verwezenlijkt zien met volle soevereiniteit en onafhankelijkheid, waarbij beide landen, Israël en Palestina, vreedzaam naast elkaar leven’, zei Wang Min, Chinese vertegenwoordiger in de VN.
Samen sterk tegen het imperialisme
De vriendschap met Palestina kwam tot stand ten tijde van het revolutionaire China. China zag in de Palestijnen een guerrillavolk, vrijheidsstrijders tegen de gemeenschappelijke vijand, het westerse imperialisme en kapitalisme.
Het China van Mao werd dan ook de eerste niet-Arabische staat die de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) erkende en weigerde Israël als staat te erkennen. Het zou tot 1992 duren alvorens de eerste samenwerkingsverbanden tussen China en Israël zichtbaar werden.
Thuis van 21 miljoen moslims
De situatie zit echter veel complexer in elkaar dan enkel een historisch gegroeide vriendschap tussen twee landen. China is de thuis van maar liefst 21 moslims, waaronder 8 miljoen Oeigoeren. De Oeigoeren bewonen de uiterst westelijke provincie Xinjiang en krijgen te maken met discriminatie vanuit het beleid.
De Chinese staat regeert er met ijzeren vuist in de hoop separatistische bewegingen en etnisch geweld in de kiem te smoren. Die ijzeren vuist resulteert echter ook in een ernstige inperking van de burgervrijheden van de Oeigoeren. ‘Massa-arrestaties en verdwijningen als gevolg van protestacties tegen het beleid komen er geregeld voor’, getuigt Amnesty International.
De onderdrukking van een deel van de eigen moslimbevolking staat in schril contrast met de verdediging van de Palestijnse moslims. Maar achter de morele steun en de verdediging van Palestina schuilt dan ook een kluwen aan belangen.
Arabische vriendschap
Door zijn Xinjiangbeleid en zwakke positie omtrent de interventie in Libië in 2011, kreeg China’s imago in de islamwereld enkele fikse deuken te verduren. Enerzijds hoopt China zijn gedeukte imago dankzij het beleid in Palestina op te poetsen. Anderzijds hoopt het op meer steun van en meer stabiliteit binnen de eigen moslimbevolking.
Verder wil China zich in de islamwereld profileren als een krachtig alternatief voor de dominantie van de VS. Ook economische doelstellingen blijven uiteraard niet afwezig: China wil zowel zijn belangen in andere Arabische staten veilig stellen als een bevoordeelde positie bemachtigen in een toekomstige Palestijnse markt.
Chen relativeert de draagwijdte van deze belangen: ‘Het is waar dat China strategische belangen heeft in sommige delen van het Midden-Oosten omwille van het eigen energietekort. Maar die afhankelijkheid blijft tot op vandaag een heel stuk minder dan die van westerse landen. Een goed buitenlands beleid is er een dat moraliteit en nationale belangen combineert. Dat is precies de Chinese strategie in het Midden-Oosten.’
Pragmatisch China
De sterk veroordelende retoriek tegenover Israël tijdens het revolutionaire China behoort tegenwoordig tot het verleden. De ideologische steun voor Palestina is namelijk niet meer de enige zijde van het verhaal. China is en blijft een pragmatisch denker.
Door hevige competitie met de Verenigde Staten en India, kon China het zich onmogelijk veroorloven een samenwerking met Israël mis te lopen. Vanaf 1992 groeide de niet voor de hand liggende bilaterale samenwerking dan ook gestaag op het vlak van wetenschap en technologie, economie en handel. Dat vaak tot onvrede van de VS.
Ook militair groeit een innige relatie. ‘Een nauwere samenwerking tussen China en Israël kan enkel bijdragen tot regionale vrede en stabiliteit’ zegt Chen Bingde, hoofd van de algemene staf van China’s Volksbevrijdingsleger.
‘Aanvaard Hamas!’
‘Enkel dialoog en onderhandelingen kunnen de Israël/Palestina kwestie oplossen’, gelooft China. ‘Maar’, zegt gewezen ambassadeur Chen: ‘Dit is een oneven conflict, met een groot verschil in kracht tussen de partijen. Israël moet daarom meer inspanningen leveren om de onafhankelijke staat voor Palestijnen te verwezenlijken. Palestina moet op zijn beurt de legitimiteit van Israël erkennen.’
Een deel van de oplossing, in China’s ogen, is het opnemen van de Palestijnse politieke fractie Hamas. Terwijl de leiders van Gaza door de VS, de EU en Israël aanschouwd worden als terroristische beweging, noemt China ze rechtmatig verkozen vertegenwoordigers van het Palestijnse volk.
‘Hamas is een integraal en legitiem deel van het politieke proces. Ik hoop dan ook ten zeerste dat Israël een verzoening tussen Fatah en Hamas aanvaardt en zich inzet om met Hamas te onderhandelen over vrede’, zegt Wu Sike, China’s speciaal gezant voor het Midden-Oosten.
Verdeelde meningen in de blogosfeer
De bemiddelingspositie die China zichzelf aanmeet, is niet altijd tot het genoegen van zijn bevolking, zo blijkt uit heel wat blogberichten. De bloggers zijn duidelijk verdeeld: men is voor of men is tegen interventie. ‘Bemoeiing is niet de Chinese manier van doen’, zegt de ene commentator afkeurend. Een andere zegt: ‘China zou geen partij mogen kiezen. Het land heeft enerzijds een grote moslimbevolking en is anderzijds erg afhankelijk van Israëls technologische kennis’.
Nog anderen zijn van mening dat China net actiever moet optreden. ‘Het westerse imperialistische gedachtegoed heeft genoeg schade berokkend in de wereld en heeft ook het Midden-Oosten geschonden.’ Iemand anders: ‘China en Rusland spelen hun buitenlandse strategie te braaf. Zolang zij het vuile spel van het Westen niet meespelen, zal het Palestijnse volk blijven boeten’.
————————————————————————————————————————————————
Chinasquare-redacteur Frank Willems gaf dit comentaar op het artikel over de houding van China t.a.v. Israël/Palestina. “Een goed verhelderend stuk zolang het over Israel en Palestina gaat. Maar wat bedoelt de schrijfster met de ‘zwakke positie’ i.v.m. Libië? Heeft China zich teveel verzet tegen de Westerse interventie, of juist te weinig? Veel minder onderbouwd is het stuk over Xinjiang. China telt geen 8, maar 20 miljoen moslims, in meerderheid Hui, een goed geïntegreerde groep. En wat de Oeigoerse moslims betreft: arrestaties van vermoedelijke daders van fundamentalistische of separatistische aanslagen of racistisch geweld zijn nog geen massa-arrestaties of – verdwijningen; stel terroristen a.u.b. niet voor als slachtoffers van repressie. Het is ook niet zo dat China’s diplomatieke relaties met landen met een sterke moslimbevolking negatief beinvloed worden door de ethnische spanningen in Xinjiang.’
MO*-redacteur Jan Buelinckx heeft daarop geantwoord: de bewering van Frank Willems dat China geen 8 maar zeker 20 miljoen moslims telt, klopt. Meer specifiek: volgens het CIA Factbook en volgens Pew Forum on Religion & Public Life, Mapping the Global Muslim Population telt China in totaal 21,6 miljoen moslims. De auter van het artikel heeft hier enkel de Oeigoerse moslims geteld. We passen dit aan in het artikel.
Wat de rest van het commentaar van Frank Willems betreft, reageert auteur Ann-Sophie Poulain als volgt: “De overheid wil met zijn beleid inderdaad separatistische en fundamentalistische moslims aanpakken maar zoals ik in het artikel zei: dat resulteert in het inperken van de vrijheden van gewone burgers. Zo werd het hen ‘afgeraden’ deel te nemen aan de Ramadan. Het zijn bovendien niet enkel separatistische en fundamentalistische oeigoeren die protesteren in Xinjiang en dus zijn het ook niet-fundamentalisten die massaal gearresteerd worden.”
Frank Willems kreeg daarop het zogenaamde laatste woord: “Ik vrees dat de auteur, die niet zo erg thuis is in de islam in China- getuige de elementaire fout betreffende het aantal moslims- zich voor haar artikel op sleeptouw heeft laten nemen door de propaganda van separatische Oeigoer groepen in Europa, zoals het Wereld Oeigoer Congres. Voor een goede situatieschets van de islam in China, verwijs ik naar het recente boek van Marie-Helène De Spiegeleer, De Islam in China, zie ondermeer deze boekbespreking http://www.chinasquare.be/publicaties/marie-helene-de-spiegeleer-de-islam-in-china/