EU heeft nood aan wetenschappelijke en technologische samenwerking met China.

Af en toe verschijnen in onze media alarmerende oproepen tegen academische samenwerking met China, dat onze wetenschappelijke en technologische kennis zou komen stelen. Op de website van de Europese denktank Bruegel verscheen een opmerkelijke opinie van Reinhilde Veugelers van KUL die hier frontaal tegen ingaat. Wij nemen hier de belangrijkste punten over.

samenwerkingDe Chinese investeringen in O&O zijn de voorbije 20 jaar sterk toegenomen. Het land besteedt nu het tweede meest in de wereld aan O&O. Het gaat om 20% van de totale wereldinvesteringen in O&O. En het groeipercentage ligt flink boven dat van de VS en de EU. China wordt ook steeds belangrijker in bedrijfstakken waarin veel wetenschappelijke en technologische kennis gebruikt wordt.
China publiceert meer wetenschappelijke papers dan alle andere landen op de VS na. De prioriteit ligt bij computer wetenschappen en engineering. Voorlopig zijn er nog weinig Chinese papers van topniveau, maar het staat toch al op het niveau van Japan.
De sprong voorwaarts in wetenschap en technologie wordt ondersteund door belangrijke vooruitgang in het onderwijs. China is nummer één voor bachelors in wetenschappen en engineering; het levert bijna een kwart van de gediplomeerden wereldwijd. Sinds 2007 staat het ook aan de leiding in het aantal nieuwe doctors in wetenschappen en engineering.
Deze opkomst is geen toeval maar een geplande politiek van leiders die wetenschap en technologie zien als een integraal onderdeel van economische groei.
Technologische ontwikkeling en innovatie zijn belangrijke onderdelen van het huidige vijfjarenplan. Maar al in 2006 werd een plan op middellange en lange termijn uitgestippeld. Het voorziet dat China in 2020 een belangrijk centrum voor innovatie zal zijn en dat het tegen 2050 wereldleider is in wetenschap en innovatie. Een doelstelling was toen op termijn jaarlijks 2,5% van het bnp aan O&O uit te geven; die doelstelling is intussen in grote lijnen gehaald.

Positieve gevolgen voor de wereld

Een wereld die wetenschappelijk verder staat en met China als extra poot zal gunstig zijn voor iedereen. Maar hoe gaan de VS en de EU reageren?
Het wetenschappelijk systeem in de VS profiteert traditioneel van buitenlanders. Het staat open voor de briljantste wetenschappers uit de hele wereld en doordat de VS aan de top staat kunnen ze die ook aantrekken. Buitenlands talent is van levensbelang voor de VS. De VS kan zich bedreigd gaan voelen dat die vijver voor buitenlands talent gaat opdrogen.
Doch er is nog geen echte aanwijzing dat dit zal gebeuren. De opkomst van de Chinese wetenschap en engineering houdt Chinese kandidaten nog niet tegen om in de VS te gaan werken. Het groeimodel voor de Chinese wetenschap hoopt weliswaar op eigen ontwikkeling, maar is niet vies om de best opgeleide Chinezen naar betere instellingen elders in de wereld te laten vertrekken, en daar voordeel uit te halen wanneer ze later met de nodige rijpheid naar China terugkeren.
Op die manier blijft de band tussen China en de VS voor beide partijen voordelig en robuust.
Niettemin neemt de bezorgdheid in de VS toe. Is het vermogen om te innoveren wel duurzaam, blijft het land wel concurrerend nu er een neiging is om de immigratie te beperken? Daarbij komt de aarzeling om openbare fondsen te besteden aan de uitbouw van infrastructuur voor wetenschap en technologie.
De wetenschap in de EU werkt meer op zichzelf, en ontwikkelt zich dankzij de meer doorgedreven integratie binnen de EU. Maar dat proces verloop niet vlot en staat met de Brexit voor een grote uitdaging. En het wetenschappelijk en technologisch systeem van de EU staat minder open voor buitenlands talent; het aantal buitenlandse studenten en onderzoekers heeft geen vergelijk met dat in de VS.
De EU moet zich meer engageren voor een globale wetenschappelijke vooruitgang en zorgen dat de Europese economieën er voordeel uithalen. Daarvoor is één Europese ruimte voor technologie en wetenschap van hoog niveau nodig. Dat moet ervoor zorgen dat de Europese onderzoekers gemakkelijker nieuwe inzichten uit het buitenland kunnen verwerven en Europese bedrijven ze beter kunnen toepassen. De Europese onderzoekscentra moeten de beste buitenlandse talenten kunnen aantrekken en draaischijven worden voor internationale samenwerking en netwerking in wetenschap en technologie.
De EU moet dieper integreren en tegelijk opener worden. De Europese beleidsmakers op het vlak van wetenschap en technologie dienen de hindernissen weg te nemen voor samenwerking binnen de EU en met landen erbuiten. Dat zal de beste buitenlanders proberen aantrekken, gelijk van waar die komen.

Win-win

De Chinese ambitie voor globaal leiderschap in wetenschap en technologie in 2050 is haalbaar. De VS blijft nog de favoriete bestemming voor Chinees talent, en daardoor zijn vele samenwerkingsverbanden en netwerken ontstaan waarvan beide landen profiteren: China gaat snel vooruit en de VS blijft in de voorste gelederen. De EU heeft veel minder wetenschappelijke banden met China dan de VS. Indien ze niet wil achterblijven in de toekomstige multipolaire wetenschappelijke en technologische wereld zal ze moeten bijsturen.
Bron: Bruegel
Een meer gedetailleerde analyse kan je hier lezen.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *