Volkscongres , Jasmijnrevolutie, en Radio Eén

Er zijn aanwijzingen dat de sociale spanningen in China oplopen. Het Volkscongres belooft maatregelen. Intussen blijkt de Chinese Jasmijnrevolutie een non-event voor en door buitenlandse journalisten. Radio Eén ziet zelfs een ‘opstand’ in China.

Inflatie, in het bijzonder van voedselprijzen ( graanprijzen plus 15% in één jaar, fruitprijzen plus 35%) , onbetaalbare woningen en niet uit te roeien corruptie zorgen voor toenemende sociale spanningen. De nog steeds toenemende inkomensongelijkheid moet afgeremd en verminderd worden. Premier Wen erkende dat woordelijk tijdens zijn toespraak voor het Nationale Volkscongres, en voor het eerst met een dergelijke nadruk. De toestand is complex, de ontwikkeling onevenwichtig en niet duurzaam; het volgende vijfjarenplan moet focussen op de kwaliteit van de groei, niet zozeer op de snelheid, aldus Wen.
Inflatie, woningprijzen en corruptie aanpakken zijn prioriteiten voor 2011. Maar de nadruk van het 12de vijfjarenplan ligt op het vernauwen van de kloof tussen rijk en arm; het bevat een opvallend actieplan in 10 punten ‘ter verbetering van het levensniveau van het volk’: meer en betere tewerkstelling, ook voor interne migranten; hogere lonen: betere en veralgemeende pensioenen en ziekteverzekering plus het invoeren van een sociale zekerheidskaart die overal in het land rechten geeft: hogere leeflonen in de stad en minder armoede op het platteland; minder belasting voor de middenklasse; meer sociale woningen;en meer winsten van staatsbedrijven gebruiken voor sociale subsidies.
Stephen Roach, prof van Yale universiteit en voorzitter van Morgan Stanley Asia maakte vóór het Volkscongres al een analyse in dezelfde zin.  Het vijfjarenplan heeft als voornaamste objectief het Chinese economischg model te herstructureren van exportgebaseerd naar lokale consumptie gericht.  Men moet arbeidsintensieve sectoren gaan uitbouwen, zoals groot- en kleinhandel, vervoer, gezondheidszorg, toerisme. Diensten kunnen meer arbeidskrachten tewerkstellen met tragere groei, en in een groener model.De lonen moeten omhoog. In het bijzonder die op het platteland die gemiddeld maar 30% van de stad bedragen. Het hukou systeem moet versoepeld worden zodat de interne migratie van stad naar platteland (15-20 miljoen per jaar) vlotter kan verlopen. De derde component is de versnelde uitbouw van de sociale zekerheid. Plannen daarvoor bestaan wel doch de budgetten  moeten verhoogd worden.
De Gini-coefficient van ongelijkheid, waarvan algemeen wordt aangenomen dat 0.40 het alarmniveau is voor sociale onrust, wordt geschat op 0.48. De kloof vernauwen tussen rijk en arm is dringend maar wellicht is niet iedereen in het Nationale Volkscongres daar evenzeer van overtuigd. Zo berekende het Hurun Report, dat zich specialiseert in het catalogeren van rijke Chinezen, dat bij de 3000 afgevaardigden voor het Volkscongres 70 yuan-miljardairs zitten, met een gezamenlijk vermogen van bijna 500 miljard yuan.  Onder hen de huidige rijkste man van China, de eigenaar van de drankengigant Wahaha. (vermogen 12 miljard dollar) Hun aanwezigheid is het gevolg van de beslissing van de Communistische Partij van China in 2002 om voortaan privé-ondernemers tot de Partij toe te laten en hen zo de politieke stem te geven die ze anders wellicht in de oppositie zouden zoeken. De man van Wahaha verklaarde in een interview op 1 maart dat hogere belastingen ( de nieuwe vastgoedtaks)  en uitgebreide programmas voor maatschappelijk welzijn de energie van de privé-ondernemers kunnen ondermijnen. Dat zijn precies twee punten die premier Wen als prioriteit naar voor schuift. De discussie in het Volkscongres wordt misschien niet  kleurloos.
Toegenomen sociale tegenstellingen betekenen  niet dat de bevolking het vertrouwen in de regering kwijt is en klaar staat om op straat te komen. Blijkbaar tot spijt van  buitenlandse journalisten die maar al te graag een Chinese jasmijnrevolutie zouden verslaan. Reeds drie opeenvolgende weken verscheen er op Boxun, een site van dissidenten in het buitenland, een oproep om in het weekend te betogen in 13 grote steden. De opkomst was quasi nul, de eerste week een handvol dissidenten  in Beijing en Shanghai, veel nieuwsgierigen waaronder een ‘toevallig voorbijlopende’ Amerikaanse ambassadeur, horden buitenlandse journalisten en veel politie.  De toon in de media was gezet: de Chinezen willen wel betogen maar durven niet omwille van de repressie.De tweede en derde week werd het ordewoord gewijzigd: men zou geen slogans meer roepen maar gaan eten bij MacDonalds of glimlachend voorbijlopen in de drukke wandelstraat Wangfujin; zodat niemand kon zeggen of er nu al dan niet betogers opgekomen waren.  Bij gebrek aan echte gebeurtenis om te verslaan maakten de journalisten tenslotte zelf het nieuws; op 6 maart werden er vijftien na waarschuwingen door de politie verwijderd van de plaats van bijeenkomst. Geen revolutie maar toch een incident met wereldwijde nieuwswaarde. Onze eigen Radio Eén bakte het zaterdag in de Ochtend wel erg bruin: ze hadden het leukweg over de ‘opstand’ in China; gelukkig was er Tom Vandeweghe om tenminste dat recht te zetten.
Bronnen: Xinhua; Asiatimes, Wikipedia

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *