Gustaaf Geeraerts, distinguished professor aan de universiteit van Fudan Sjanghai.
Op 8 april publiceerde De Tijd dit opiniestuk. ChinaSquare vroeg en kreeg de toestemming om het over te nemen.
Alle ogen waren de voorbije dagen gericht op de allereerste ontmoeting tussen de Amerikaanse president Donald Trump en zijn Chinese ambtgenoot Xi Jinping. Het belang van het topoverleg is amper te overschatten. De toekomst van de wereld hangt in belangrijke mate af van de relatie tussen de VS, een jong land en de zittende supermacht, en China, een oud rijk en de opkomende supermacht.
Hoewel tijdens de gesprekken ongetwijfeld enkele heikele veiligheidskwesties en aanhoudende handelsperikelen aan de orde zijn geweest, is het eerder onwaarschijnlijk dat er grote doorbraken zijn geboekt. Veel meer dan een protocol voor frequentere uitwisselingen tussen hooggeplaatste ambtenaren van ’s werelds grootste twee economieën en een mogelijk staatsbezoek van Trump aan China zit er voorlopig niet in.
Het loopt al een tijdje mis in de relatie tussen de VS en China, wat op zich niet zo verwonderlijk is. Tot op zekere hoogte is dat onvermijdelijk. Verschuivingen in de internationale machtsverhoudingen staan in de diplomatieke geschiedenis geboekstaafd als periodes van spanningen en misverstanden waarin conflicten vaker en dieper woeden. Een hegemoniale macht ziet haar positie nooit graag bedreigd door een opkomende macht, zeker niet als die rivaal alle geopolitieke troeven in huis heeft om tot een supermacht uit te groeien.
In tegenstelling tot wat velen graag denken, is dat in dit tijdperk van globalisering en toenemende interdependentie niet anders. De VS en China zijn weliswaar in hoge mate economisch afhankelijk van elkaar, ze zijn ook elkaars geopolitieke rivalen in de Stille Oceaan, waar ze wedijveren om regionale invloed. Twistpunten zijn of de VS de spil kunnen blijven van de regionale veiligheidsorde, hoe de geschillen in de Zuid- en de Oost-Chinese Zee kunnen worden opgelost, en in welke mate de VS in staat blijven om effectief militaire macht in de regio te projecteren.
De Amerikaans-Chinese relatie laat zich dan ook het best typeren als een soort competitieve interdependentie, waarbij het voortdurend zaak is een evenwicht te vinden tussen de gemeenschappelijke belangen gegenereerd door afhankelijkheid en de spanningen gegenereerd door de geopolitieke rivaliteit. Dat maakt het voorspellen van de richting die de Amerikaans-Chinese relatie uitgaat tot een hoogst hachelijke onderneming. Zeker is dat de relatie stress en achterdocht tussen de gevestigde macht en de nieuwkomer in de hand werkt.
Strakke banen
Een en ander doet denken aan de tijd dat Groot-Brittannië, de tanende hegemoniale macht van de eerste helft van de 20ste eeuw, steeds meer op de hielen werd gezeten door de VS. Dat leidde ook tot beroering. En daar ging het om twee landen met een vergelijkbare cultuur en een liberaal democratisch systeem, die bovendien dezelfde taal spraken. Dat is nu anders.
China is een amalgaam van confucianistische, socialistische en kapitalistische elementen dat in strakke maar succesvolle banen wordt geleid door die ene communistische partij. Het heeft een ontwikkelingsgeschiedenis en culturele referentiekaders die heel erg verschillen van de westerse ontwikkelde landen.
China heeft bovendien een sterke identiteit en zal zich niet zonder slag of stoot in de bestaande internationale regimes (blijven) schikken. Naarmate zijn macht en invloed toenemen, zal het proberen de principes en regels van het internationale economische en financiële verkeer met zijn eigen belangen in overeenstemming te brengen. Net zoals andere hegemonieën dat voordien hebben gedaan.
Recente strubbelingen tussen Washington en Peking geven in elk geval aan dat geen van beide hoofdrolspelers voorlopig bereid is zich in de hoek te laten dringen. En hoewel het voor velen duidelijk is dat stabiliteit in het huidige wereldsysteem gewoon niet kan zonder dat de VS en China de handen in elkaar slaan, is het lang niet zeker dat Washington en Peking bij machte zullen zijn duurzaam samen te werken.
Twee factoren dreigen roet in het eten de gooien. In de eerste plaats is er de onrust over China’s sneller dan verwachte groei en de machtsverschuiving die daarmee gepaard gaat. Machtstransities werken nu eenmaal strategische achterdocht tussen de gevestigde macht en de nieuwkomer in de hand. In de tweede plaats dreigen de uitgesproken verschillen in het politieke systeem en in de waardepatronen die achterdocht – en daarmee de kans op misverstanden – nog te vergroten.
Gustaaf Geeraerts is Distinguished Professor aan de School of International Relations and Public Affairs en een directeur van het Center for China-EU Relations,
Fudan University. Hij is Professor Emeritus en oprichter van het Brussels Institute of Contemporary China Studies (BICCS),
Vrije Universiteit Brussel (VUB). Hij is Senior Associate Fellow van het
Egmont Instituut, het
Koninklijk Instituut voor Internationale Betrekkingen (KIIB)
Biografie
Achterdocht? Meer onwetendheid van USA. Xi moet 10 minuten aan Trump uitleggen dat China geen goede relatie heeft met Noord Korea. Als je de vertaler er uitlaat dan is dat 5 minuten. Na de 10 minuten zei Trump: ‘het is erg complex allemaal’ in een tweet. Waar haalt hij zijn informatie over de wereld vandaan? En het helpt ook niet dat hij een paar erg anti-China ministers heeft aangenomen.
Geeraerts beschrijft de in grote mate onvermijdelijkheid achter de rivaliteit tussen China en de VS. Hij waagt echter niet aan een voorspelling van de Amerikaans-Chinese relatie.
China wil in de eerste plaats zich deugdelijk gedragen en authoriteit afstralen naar de niet-Chinese wereld. Het land zoekt geen directe confrontatie (nulsomspel) met Amerika, maar levert complementaire en supplementaire diensten (bijv. vredesmacht, OBOR, technologische samenwerking) aan de wereldgemeenschap.
Vanuit Amerikaans standpunt kunnen de Chinese diensten opgevat worden als confronterende maatregelen. De VS kan tegenmaatregelen nemen. Maar de opties die Amerika heeft wordt met de dag kleiner (1) omdat de machtsverhouding verschuift in het voordeel van China en (2) omdat beide landen afhankelijk zijn van elkaar. Als het slecht gaat met China, zal de VS zeker in belangrijke mate delen in de klappen. En tenslotte (3) omdat China de directe confrontatie uit de weg gaat.
Volgens de meeste experten was de vreedzame machtsoverdracht van Groot-Brittanië naar de VS uitzonderlijk (en dus niet toepasbaar op de situatie China-VS). Ik ben daar niet mee eens. Tijdens en kort na WO2 heeft de VS lovenswaardige diensten geleverd aan de wereldgemeenschap (althans volgens de perceptie van toen). Bijv.: een einde gemaakt aan WO2, oprichting Bretton Woods, Marshallplan, GATT en steun aan dekolonisatie… De gevestigde macht van toen (GB) had weinig opties (om tegenmaatregelen te nemen) omdat de machtsverhouding in de realiteit al verschoven was. Zo zal de huidige machtsoverdracht van de VS naar China ook vreedzaam verlopen.