De vijfde BRICS-top in Durban is afgelopen. Rekening houdend met de grote verschillen tussen de BRICS-landen is de vooruitgang in de samenwerking opvallend.
President Xi heeft op de vijfde BRICS-top in Durban zijn vertrouwen bevestigd in de mogelijkheden van meer samenwerking tussen de grote opkomende landen, en dat ondanks de algemene wereldcrisis. Xi stipte aan dat de BRICS formeel slechts vijf jaar bestaan, en dat hun onderlinge handel minder dan 1% van de wereldhandel betreft. Daar zitten zeker mogelijkheden voor verdere samenwerking. De BRICS moeten volgens hem ook speciale aandacht hebben voor de ontwikkeling van Afrika. En het niveau van wederzijdse investeringen is nog te laag.
Tijdens de top is een BRICS Business Council opgericht, een soort permanent mechanisme voor dialoog. In deze raad zonder formele leider zullen vijf afgevaardigden van elk land zetelen. Cao Heping, professor aan de Universiteit van Beijing, ziet dit als een mini Wereldbank. Ook komt er een BRICS Denktank.
Over een gemeenschappelijke ontwikkelingsbank is een principieel akkoord, maar praktische modaliteiten zijn nog niet vastgelegd. President Zuma sprak van infrastructuurbehoeften voor de komende vijf jaar ten bedrage van maar liefst 4.500 miljard dollar.
De oprichting van een gemeenschappelijk reservefonds ter waarde van 100 miljard dollar wordt ernstig overwogen. Dit moet als buffer dienen voor toekomstige financiële schokken (vanuit de ontwikkelde landen).
De BRICS leiders pleiten er voor dat de internationale financiële instellingen meer representatief worden (m.a.w. dat zijzelf meer invloed krijgen in het IMF en de Wereldbank)
Verder gaat men onderzoeken hoe de staatsbedrijven van de verschillende landen beter kunnen samenwerken, hoe men een dialoog tussen de kmo’s kan opzetten, en wat men samen kan doen op diplomatiek vlak, bij de bestrijding van corruptie en drugs, voor de uitwisseling van jongeren, het toerisme, de energiesector en de sport.
De vijf staatsleiders bespraken ook de internationale politieke brandpunten: Israël -Palestina, Iran, Syrië, Mali, De Centraal-Afrikaanse Republiek, Congo en Afghanistan.
Sommige Chinese economisten pleiten er ook voor dat uit BRICS een vrijhandelsakkoord zou voortvloeien. Men zou kunnen beginnen met de wisselkoersen te coördineren, de douanetarieven te harmoniseren en in een latere fase de onderlinge handel in een gemeenschappelijke munteenheid te voeren.
Onmiddellijk na de BRICS-top werd het eerste BRICS-Africa Dialogue Forum gehouden. Op dit forum beloofde China 300 Afrikaanse kaderleden voor infrastructuur op te leiden. President Xi bevestigde dat China 97% van de goederen uit de minst ontwikkelde Afrikaanse landen zonder invoerrechten zal binnenlaten. Ook de andere BRICS-leiders streven naar een partnerschap met Afrika, met de nadruk op uitbouw van de infrastructuur, integratie, industrialisatie en duurzame ontwikkeling. De aanwezige Afrikaanse leiders verwachten dat dit partnerschap zal gebaseerd zijn op wederzijdse steun, wederzijds voordeel en win-win situaties.
Bronnen: China Daily, BBC