Na de kernramp in Japan heeft China zijn inspanningen opgedreven om veiliger kerntechnologieën te ontwikkelen. Het Chinese plan zal waarschijnlijk van maximum 100 gigawatt teruggeschroefd worden naar 70-80 Gigawatt kernenergie tegen 2020, wat nog meer dan ambitieus is want de teller staat nu nog juist beneden 11 gigawatt.
De meeste plannen zijn bestemd voor kustgebieden, maar men wilde ook het binnenland voor kernenergie openen, inclusief de provincie Sichuan waar drie jaar terug een ardbeving van graad 8 plaatsvond.Die plannen zijn nu voorwerp van verder onderzoek en van controverse.
Naast kernsplitsing werkt een staatslaboratorium in Chengdu op kernfusie, een veilige en propere technologie waar in het Westen al zestig jaar op gezocht wordt, zonder veel practische vooruitgang.In Chengdu werken 200 vorsers. China neemt samen met alle andere belangrijke naties ook deel aan de internationale thermonucleaire experimentele reactor ITER die 10 miljard euros kost.Met kernfusie zou men alle Belgische kerncentrales een jaar lang kunnen doen draaien op ongeveer 500 gram waterstof.Negen jaar na de eerste atoombom in 1845 kon men reeds kernenergie voor burgerlijke toepassingen ontwikkelen. In 1952 lieten de VS de eerste waterstofbom ontploffen die op kernfusie gebaseerd was, en toen werd gehoopt dat men deze energie voor burgerlijke toepassingen binnen de twintig jaar onder de knie zou krijgen. Niet dus: de extreem hoge temperaturen voor gecontroleerde kernfusie vereist nog altijd veel meer energie dan eruit komt.Sommigen zeggen dat het nog minstens vijftig jaar zal duren voor de technologie echt bruikbaar wordt, maar in Chengdu is men optimistisch; de directeur van het lab ziet de doorbraak binnen vijftien jaar.
In het meer klassieke gebied van de kernsplitsing moeten de ‘derde generatie’ kernreactoren, met technologie van Westinghouse-Toshiba of van Areva (Frankrijk) binnenkort beginnen werken; de allereerste exemplaren ter wereld daarvan worden nu in China gebouwd; 80-85 % van de onderdelen moeten Chinees zijn en er is een belangrijke technologietransfer. Sommigen roepen op dat China geen kerncentrales van de tweede generatie zou bijbouwen en ineens de sprong naar de derde generatie maken. Vierde en vijfde generatie reactoren liggen al op de experimentele tekentafel: gasgekoelde kernreactoren zouden in 2030 beschikbaar zijn, snelle kweekreactoren, die de gebruikte brandstof kunnen hergebruiken, tegen 2040 China heeft voor deze laatste een samenwerking met Rusland. (in Europa werden in de jaren 80 in Frankrijk en Duitsland zulke reactoren gebouwd maar nooit afgewerkt wegens te onveilig). China doet bovendien nog onderzoek naar verschillende zeer speciale technologieën van fusiereactoren zoals de thoriumreactor en de knikkerbedreactor.