Peugeot gered door Dongfeng en Franse staat
Het verwachte akkoord tussen het noodlijdende PSA Peugeot Citroën en het Chinese staatsbedrijf Dongfeng is rond. De familiale aandeelhouders van PSA verliezen de exclusieve controle over het bedrijf; de Franse staat en (onrechtstreeks) de Chinese staat redden één van de oudste Franse bedrijven.
PSA Peugeot Citroën heeft al geruime tijd zware problemen en riskeerde zelfs een faillissement. Het aandeel op de Europese automarkt kalft gestaag af, wereldwijd staat het bedrijf niet sterk genoeg en de familiale aandeelhouders konden het bijpassen van de verliezen niet lang meer aan. In 2012 investeerde General Motors in het bedrijf, maar het trok er vorig jaar al weer uit. In 2013 werd een fabriek nabij Parijs gesloten en verloren 11.200 mensen hun baan. Het verlies daalde in 2013 van 5 naar 2,3 miljard euro’s. Peugeot is één van de oudste Franse ondernemingen. Het begon in 1810 met de productie van werktuigen en koffiemolens.
Beurs gelooft in akkoord
Het kapitaal van PSA Peugeot Citroën wordt met 3 miljard euro verhoogd. Het Chinese Dongfeng autobedrijf en de Franse staat gaan elk voor 800 miljoen euro nieuw kapitaal inbrengen in ruil voor 14% van de aandelen. Het aandeel van de familie Peugeot is na de kapitaalsverhoging verwaterd tot eveneens 14%. Het bedrijf geeft ook voor 770 miljoen euro warrants uit en krijgt 2,7 miljard nieuwe bankleningen. Het akkoord moet nog voorgelegd worden aan de algemene aandeelhoudersvergadering maar die hebben weinig andere keus dan het te aanvaarden. De familiale aandeelhouders waren aanvankelijk verdeeld. Sommigen wilden nog proberen meer geld in de zaak te stoppen en hun positie als grootste aandeelhouder nog versterken. Dat het uiteindelijk een deal werd met binnenhalen van Dongfeng als aandeelhouder, deed de beurskoersen onmiddellijk stijgen.
Met de financiële ruggengraat van de Franse staat en Dongfeng en de marktexpertise van Dongfeng in China en Azië beschikt PSA Peugeot Citroën nu over de middelen om het roer effectief om te gooien. Er zijn geen verdere saneringen of sluitingen van fabrieken gepland. In 2015 moet minstens de helft van de verkoop buiten Europa gebeuren.
Chinees topbedrijf
Dongfeng, één van de drie grote Chinese autobedrijven, is gevestigd in Wuhan en op de beurs in Hongkong genoteerd. Het ziet in een mededeling het akkoord “een uitbreiding en verdieping van de huidige samenwerking”. Bedoeling is “de overzeese samenwerking te versterken om tegen 2020 anderhalf miljoen voertuigen te verkopen onder de merken Dongfeng, Peugeot en Citroën”.
Peugeot heeft reeds een joint venture met Dongfeng om in China gezamenlijk Peugeot modellen te bouwen. Dongfeng domineert de Chinese markt voor zware vrachtwagens maar produceert ook een volledig gamma andere voertuigen. Het heeft joint ventures met onder meer Honda en Nissan.
De nauwere samenwerking moet leiden tot een hogere productie plus een nieuw onderzoek- en ontwikkelingscentrum. Dongfeng gaat de verkoop van Peugeot in Zuidoost Azië aanzwengelen.
Dongfeng is de tweede Chinese autofabrikant die een beslissend aandeel verwerft in een buitenlandse concurrent, en het eerste staatsbedrijf. Privébedrijf Geely kocht in 2010 Volvo.
(Bron: BBC)