De aardgaspijplijn die China National Petroleum Corporation (CNPC) doorheen Myanmar aangelegd heeft start op 1 juli met gasleveringen aan Kunming. De petroleumpijplijn die moet toelaten dat 30% van China’s olie invoer niet meer via de Malakka-engte gebeurt, zal later dit jaar klaar zijn. Andere landen laten zich echter niet onbetuigd in Myanmar het hof te maken.
Het akkoord over de aanleg van de 800 km pijplijnen dateert uit 2010 en kost 2,54 miljard $. De pijplijnen moeten jaarlijks 12 miljard m3 aardgas naar China brengen en 22 miljoen ton aardolie. Ze zijn een essentieel bestanddeel van China’s politiek om minder afhankelijk te zijn van invoer doorheen de straat van Malakka, waar nu 80 % van China olie-import doorheen vaart. Vanaf 1 juli start de gaspijplijn met het leveren van gas vanuit Kyaukphyu in de baai van Bengalen aan Kunming in China. Eenmaal de petroleumpijplijn ook klaar is zal een derde van China’s olie invoer via deze pijplijn gebeuren.
Overigens is de uitbouw van de haven van het eindpunt Kyaukphyu een hoeksteen in China’s strategie in Myanmar. De diepzeehaven van Gwadar in Pakistan werd al door Singapore overgedragen aan China. Kyaukphyu ligt bovendien maar 100 km van Sittwe en dit is dan weer een haven die uitgebouwd wordt met de hulp van India voor wie dit megaproject van 100 miljoen $ een essentieel onderdeel is van haar “Look East” politiek. Ook heeft de plaats Kyaukphyu als voordeel dichtbij 20 offshore olie-en gasexploitatieblokken te liggen die momenteel bij openbaar opbod uitbesteed worden. Thailand wil van haar kant Myanmars haven Dawei in het zuidoosten uitbouwen. Myanmar wordt dus behoorlijk door de buren het hof gemaakt.
Volgens een studie uit 2008 van Earth Rights International zijn minstens 16 Chinese multinationals betrokken in 21 on-shore en offshore olie en aardgas projecten waarbij uiteraard de 3 groten Sinopec, China National Petroleum Corporation (CNPC), en China National Offshore Oil Corporation (CNOOC) waaruit mag blijken hoe belangrijk het land wel is voor het verzekeren van China’s energiezekerheid. Ook Japan lonkt naar Myanmar: het land schonk kwijtschelding van voor 1,74 miljard $ schulden en bood voor 500 miljoen nieuwe leningen aan. De reden is zonneklaar want voor het bezoek van eerste minister Abe aan het land commentarieerde de Japan Times dat een van de bedoelingen van de toenadering was om de toenemende invloed van China in de regio tegen te gaan. Chinese kenners gaan er ook van uit dat Obama’s toenadering tot Myanmar te maken heeft met zijn meer benadrukken van Azië en het wind uit de zeilen willen nemen van China’s opgang in Azië.
Myanmar van haar kant doet al gedurende een tijdje toegevingen aan de internationale gemeenschap omdat het volgend jaar de voorzittersrol van de ASEAN op zich wil nemen. In dit kader heeft President Thein Sein de uitbouw geblokkeerd van de Myitsone Dam, een waterkrachtcentrale die China Power Investment Corporation uitbouwt voor 3,6 miljard $ maar waarvan 80 % van de elektriciteit naar China zou gaan terwijl Myanmar zelf elektriciteit te kort heeft. Myanmar zou 15% van de aandelen krijgen, de opbrengst van belastingen en over 50 jaar gespreid 17 miljard inkomen. De publieke opinie stond negatief tegenover de deal en de president ging in op de druk van onderuit. Daarnaast hebben de rebellen uit Kachin terug de strijdbijl opgegraven en het is duidelijk dat het land zich nog steeds in een wankele overgangsperiode bevindt. China vindt wel positief dat Myanmar zijn banden met de internationale gemeenschap verbetert, maar poogt toch te verkrijgen dat het land getekende akkoorden naleeft.
Bronnen: Asia Times; globalpolicyjournal.com; SUN, Yun (2012), China and the Changing Myanmar, in: Journal of Current Southeast Asian Affairs, 31, 4, 51-77, Wikipedia