Op 16 maart heeft president Trump de Taiwan Travel Act ondertekend. China heeft onmiddellijk formeel geprotesteerd .
De Taiwan Travel Act dient om wederzijdse bezoeken van hoge ambtenaren en politici tussen de VS en Taiwan aan te moedigen. De wet omschrijft Taiwan als een ‘baken van democratie’. Hij was eerder al door het Amerikaanse Congres en de Senaat en steun van Republikeinen én Democraten goedgekeurd, maar kon door de president eventueel nog tegengehouden worden.
De VS hebben geen officiële betrekkingen met Taiwan. In drie gezamenlijke communiqués met China hebben ze lang geleden erkend dat Taiwan een deel van China is.
Door wederzijdse bezoeken op hoog niveau aan te moedigen kan de wet leiden tot bijna-officiële betrekkingen. Het betekent een aanmoediging voor diegenen op Taiwan die streven naar onafhankelijkheid.
Inbreuk op het één-China-principe
Voor Beijing is Taiwan een deel van China en zijn alle relaties met Taiwan interne aangelegenheden. Taiwan is door de Verenigde Naties niet als land erkend. Tot in de jaren 90 beweerde de regering van Taiwan, onder leiding van de Guomindang partij, dat zij de enige wettige regering van heel China was. Sinds de laatste verkiezingen is er een separatistische partij aan de macht die pleit voor onafhankelijkheid.
China stelt dat de wet een zware inbreuk is op het principe dat er maar één China is en op de drie gezamenlijke communiqués tussen China en de VS. De wet geeft verkeerde signalen aan krachten die Taiwan onafhankelijk willen verklaren.
Daarom vraagt China dat de VS deze fout recht zet. Washington moet ophouden met officiële betrekkingen met Taiwan na te streven of de huidige niet-officiële betrekkingen op een hoger niveau te brengen. Anders dreigt averij voor de Chinees-Amerikaanse betrekkingen en voor de vrede en stabiliteit in de straat van Taiwan.
Trump zoekt conflict
Onmiddellijk na zijn verkiezing heeft president Trump China al geprovoceerd door gelukwensen van zijn Taiwanese ambtgenoot in ontvangst te nemen. Vorige Amerikaanse presidenten deden dat niet. Vervolgens veroorzaakte Trump grote ongerustheid door te stellen dat het één-China-principe dat de VS onderschrijft geen heilige koe is. Indien China wilde dat de VS er verder trouw aan bleven dan zou het in ruil economische toegevingen moeten doen. Na enkele weken kwam hij op dat standpunt terug. In juli 2017 keurde hij dan een grote wapenlevering van 1,3 miljard dollar goed.
Nu de VS met een handelsoorlog tegen China dreigen, zou het wel eens kunnen dat de president-zakenman de Taiwan Travel Act ziet als een drukkingsmiddel op China tijdens commerciële onderhandelingen.
Strijd voor de harten van de Taiwanezen
Intussen is er ook een strijd voor de harten van de Taiwanezen gaande tussen Beijing en Taipei.
De regering in Beijing hoopt meer goodwill te kweken door economische en culturele samenwerking. Een sleutelrol daarin vervullen de Taiwanezen die op het vasteland werken en verblijven. Ze zijn intussen al met twee miljoen.
Om nog meer Taiwanezen aan te trekken en degenen die er al werken het leven aangenamer te maken, heeft de Chinese regering een pakket maatregelen voorzien. Het komt erop neer dat Taiwanezen als gewone Chinezen zullen beschouwd worden. Taiwanese firma’s die in bepaalde sectoren investeren zullen als gewone Chinese firma’s beschouwd worden. Dat bespaart hen heel wat administratieve rompslomp. Er gaan zelfs geruchten dat Taiwanezen op het vasteland een Chinese identiteitskaart en paspoort zouden krijgen.
De huidige regering van Taiwan probeert de economische integratie eerder af te remmen. Zij heeft een pakket maatregelen aangekondigd om Taiwan meer aantrekkelijk te maken voor zakenlieden en talentvolle experten, zodat ze niet meer migreren. Het gaat vooral om onderzoekers, dokters, entertainers en filmregisseurs. Verder wil men ook de straffen voor economische spionage onder de Trade Secret Act verzwaren.
Taiwan heeft een strenge visa-regeling om te beletten dat te veel vastelanders zich op het eiland zouden vestigen. Wel zijn 41.000 studenten van het vasteland ingeschreven aan Taiwanese scholen.
Bronnen: Global Times, Xinhua, Financial Times, South China Morning Post, Asiatimes