De Communistische Partij van China heeft nieuwe regels afgekondigd voor supervisie binnen de partij. Ze leggen meer de klemtoon op controle vanuit de basis, op democratische besluitvorming en ook op preventie. De reeds bestaande comités voor de discipline zullen de strijd tegen de corruptie binnen de partij op een meer permanente manier stimuleren. Dit is dringend: het fenomeen kost de staat jaarlijks ongeveer 15 % van het BNP.
Officiële statistieken tonen aan dat de corruptie in China erger wordt. In de periode van 1992 tot 1997 werden 670.000 leden van de CPC gestraft wegens corrupte. Vijf jaar daarna steeg dat aantal tot 840.000, een toename met een vierde. Vorig jaar werden zes hoge topambtenaren voor de rechtbank gebracht, onder wie drie gouverneurs of vicegouverneurs, een voorzitter van een provinciaal Hoger Hof en de voorzitter van de ‘China Construction Bank’. In februari werd de corrupte vicegouverneur van Anhui ter dood veroordeeld voor het aannemen van vijf miljoen yuan smeergeld en voor het niet kunnen rechtvaardigen van een uitgave van 4,8 miljoen yuan. Dit vonnis werd al uitgevoerd. De geëxecuteerde was de hoogste van 537 corrupte ambtenaren op en boven kantonniveau, vertelt Xiao Yang, voorzitter van het hoogste Volkstribunaal. Volgens zijn rapport behandelden alle hoven in het land bijna 23.000 misdaden begaan door ambtenaren bij het uitoefenen van hun functie. Volgens procureur-generaal Jia Chunwang werden er vorig jaar meer dan 18.000 grote misdaadgevallen van corruptie, omkoping en verduistering van publieke gelden onderzocht; in 123 gevallen ging het om meer dan 10 miljoen yuan. Daarnaast werden binnen de partij nog eens zes voormalige kaderleden op ministerieel niveau gestraft door de CPC-disciplinecommissie.
Het bedrag dat door corruptie verloren gaat, wordt door professor Hu Angang op 1300 miljard yuan geraamd, wat jaarlijks zo’n 15 % van het BNP betekent. Hij onderscheidt een tiental soorten corruptie. Het economisch verlies van openbare financiën staat hoog op die lijst. De Auditdienst stelde bijvoorbeeld in 1998 vast dat er 100 miljard yuan verduisterd was, 1,27 % van het BNP in dat jaar. Sleutelsectoren zijn financiën, banken, voeding en industrietakken met een monopolie. Zelfs 9 % van het geld bestemd voor armoedebestrijding wordt verduisterd. Elk jaar gaat 2 % van het BNP verloren door kapitaalvlucht. Ook bij de privatisering van staatsondernemingen ging in 2000 een dikke 2 % van het BNP verloren. Absolute topper bij de corruptie: de economische verliezen door corruptie in de financiële sector, die op ruim 6 % van het BNP worden geraamd. Hierbij zit ook de post van slechte leningen die niet kunnen gerecupereerd worden. Al bij al kan China wellicht het land genoemd worden met het hoogste bedrag in absolute cijfers aan corruptie.
Beruchte zaken
Een voorbeeld is de grootste smokkelaffaire uit de geschiedenis van de Volksrepubliek, in Xiamen. De bal ging aan het rollen toen de ondervoorzitter van de Yuanhuagroep 10 miljoen yuan verloor bij het gokken in Macau. Omdat de voorzitter van Yuanhua Lai Changxing niet inging op zijn voorstel om deze verliezen te dekken met ondernemingsfondsen schreef de vicevoorzitter een brief naar de premier waarbij hij de smokkelactiviteiten van de firma uit de doeken deed. Eerst besteedde de premier weinig aandacht aan de aanklacht, maar toen ook militairen bleken mee te doen, werd een speciale onderzoekscommissie gestuurd naar Xiamen. Ze had twee jaar nodig om de smokkelactiviteiten van de groep in kaart te brengen, samen met de 346 betrokken ambtenaren, van wie 20 boven het niveau van diensthoofd. Tussen 1996 en medio 1999 slaagde de Yuanhuasmokkelbende er met medewerking van de hoogste lokale douaneambtenaren in om 4,5 miljoen ton geraffineerde petroleum, bijna een halve ton spijsolie, meer dan 3 miljoen sloffen sigaretten, 3588 voertuigen en verder een grote hoeveelheid westerse geneeskundige producten, chemicaliën en andere grondstoffen te smokkelen voor een waarde van 53 miljard yuan, zodat 30 miljard aan invoerrechten ontdoken werd. De groep had een clubhuis met sauna waarin talrijke mooie vrouwen seksuele diensten verleenden die opgenomen werden op video om de betrokkenen op hun beurt te kunnen chanteren. De onderzoeksdiensten hebben 2000 boekdelen dossiers onderzocht, die samen een stapel zouden vormen even hoog als een gebouw van 10 verdiepingen. Viceminister van Openbare Veiligheid Li Jizhou, die in de leiding zat van het orgaan dat smokkel moest bestrijden, kreeg de doodstraf met uitstel wegens zijn actieve betrokkenheid.
Spectaculair was ook het corruptiegeval van de topambtenaren in de stad Shenyang, waarbij 122 personen betrokken waren, 62 berecht werden, meer dan 200 miljoen yuan werd in beslag genomen en een 10-tal figuren van officiële functies en partijfuncties werden ontheven. Shenyang is een stad in het noordoosten met een verouderde industriële infrastructuur, een grote werkloosheid en een lage groei. Centraal in de affaire stonden Mu Suixin, vicesecretaris van het plaatselijk partijcomité en burgemeester van Shenyang, en zijn viceburgemeester Ma Xiangdong. Bij de betrokkenen behoorden onder meer een vicegouverneur, 4 viceburgemeesters, 11 bureauchefs en 7 onderbureauchefs. Het geval begon eveneens toen viceburgemeester Ma 40 miljoen yuan verspeelde in casino’s op Macau. Tussen 1986 en 1999 had Ma voor meer dan 230.000 $ en 110.000 HK $ (1 €= 9,3 HK $) steekpenningen aanvaard. Hij en Ning Xianje, directeur van stedelijke bouwwerken, staken 78.000 yuan en 500.000 $ op zak, en samen met stedelijke directeur financiën Li Jingfang verduisterde hij 120.000 $. Ma gebruikte 400.000 $ van publieke fondsen voor eigen gebruik en kon de oorsprong niet aanwijzen van 10 miljoen yuan die na een huiszoeking bij hem aangetroffen werden. Mu aanvaardde steekpenningen voor 6,6 miljoen yuan, had een groot fortuin waarvan 2,69 miljoen yuan onduidelijk was, en hield er ook een maîtresse op na. Mu werd veroordeeld tot de doodstraf met 2 jaar uitstel omdat hij met het onderzoek had meegewerkt. Ma werd geëxecuteerd op 19 december 2001. Ook de 3 hoogste topmagistraten ontliepen hun straf niet. Tijdens de gerechtelijke procedure bleek dat de administratie omgekocht werd door een maffiabende onder leiding van Liu Yong.
Geruchtmakend was ook het geval van Cheng Kejie, vicevoorzitter van het Volkscongres en voorzitter van de autonome regering van de Zhuangregio in Guangxi. Van 1992 tot 1998 aanvaardden hij en zijn maîtresse Li Ping 20 miljoen yuan, 8 miljoen HK $ en 35000 US $, en nog 9 miljoen andere illegale vormen van inkomen. Hij werd van zijn officiële functies ontheven, uit de partij gezet en in 2000 ter dood veroordeeld. Hij was in 2000 de eerste hoge politicus die deze straf kreeg sinds het ontstaan van de Volksrepubliek. Dit lot deelde hij ongeveer tezelfdertijd met Hu Changqing, vicegouverneur van de provincie Jiangxi. Deze aanvaardde smeergeld ter waarde van vijf miljoen yuan.
De doodstraf is dit jaar ook de corrupte vicegouverneur Wang Huaizhong van Anhui te beurt gevallen. In totaal nam hij voor 5 miljoen smeergeld aan, waarvan hij de helft actief had afgeperst. Nadat zijn geval aan het licht was gekomen, volhardde hij in de boosheid en incasseerde hij nog eens bijna drie miljoen yuan. Daarentegen werden wel verzachtende omstandigheden gevonden bij gouverneur Li Jiating van Yunnan en vicegouverneur Cong Fukui van Hebei, hoewel hun misdaden gelijkaardig waren. Li Jiating ontving samen met zijn maîtresse en zoon 18 miljoen aan smeergeld, een uiterst hoog bedrag. Li Jiating kreeg de doodstraf met uitstel omdat hij tijdens het onderzoek de namen van 2 andere corrupte personen onthulde, gegevens die later correct bleken. Cong Fukui kreeg ook de doodstraf met uitstel, hoewel hij voor 17 miljoen aan smeergeld had aanvaard. Omdat hij tijdens het onderzoek alle bronnen heeft onthuld en corruptie de enige misdaad was, kreeg hij ook uitstel. De strenge straffen hebben een ware exodus van corrupte ambtenaren naar het buitenland veroorzaakt, waarbij 20 topambtenaren en 4000 anderen. China slaagde er vorig jaar in om 596 van hen terug naar China te halen voor berechting.
Trends
Volgens analisten wordt de corruptie meer en meer gesofisticeerd en ook is er een trend van samenwerking met het buitenland. Van 1998 tot juni 2002 heeft het stedelijke controlebureau van de stad Kanton samen met de disciplinaire afdeling van de Communistische Partij 30 topambtenaren gestraft en van hen hadden er 8 banden met sjoemelaars in Hongkong en Macau. Zo gaf de directeur van Kantons stedelijke sportdienst de toelating tot het plaatsen van 12 miljoen publiek geld in een bank waar zijn zoon werkte. Zoon, schoondochter en iemand uit Hongkong spanden samen om het bedrag te verduisteren. Tegen de tijd dat dit ontdekt werd, waren ze gevlucht naar het buitenland.
Niettegenstaande er zeer gedetailleerde regels bestaan om corruptie in staatsondernemingen tegen te gaan, viert deze er nog hoogtij. Op een conferentie begin 2002 werd bekend dat gedurende de voorbije twee jaar de supervisie- en disciplinedepartementen 23.487 zaken als gevallen van corruptie hebben erkend, waarvan er 5539 werden onderzocht. Van de 4000 afgewerkte dossiers werden ook 4000 personen partijstraffen of administratieve straffen opgelegd, terwijl 667 personen werden overgedragen aan de gerechtelijke autoriteiten. Een ophefmakend geval was ‘Hunans Netwerk- en Kabelgroep”, die tot de top-500 van ondernemingen behoorde, 8000 personen tewerkstelde en een jaarlijkse productie had van 2 miljard yuan. Topverantwoordelijken van het bedrijf zetten een privébedrijf op, waarvan zij directeurs waren, om alle winsten te verduisteren. Het oorspronkelijke bedrijf droeg de lasten van de combine. ‘Hunans Netwerk- en Kabelgroep” verloor zo 361 miljoen yuan of dagelijks meer dan 300.000 yuan.
Zelfs in het onderwijs werden het afgelopen jaar meer dan 8000 gevallen onderzocht, waarbij scholen illegaal voor meer dan 3 miljard yuan illegaal schoolgeld vroegen.
Privésector
Het zijn echter niet alleen ambtenaren die tegen de lamp lopen wegens verduistering en corruptie. Enkele personen uit de privésector die verdacht worden van corruptie behoren tot de top-100 van FORBES China’s rijkste burgers. Neem bijvoorbeeld Yang Bin, de tulpenkweker die in de lijst op nummer 2 stond met een vermogen van bijna 500 miljoen yuan. Yang ontvluchtte China na de gebeurtenissen van 1989, belandde in Nederland waar hij staatsburger werd. Hij bouwde in Europa een bloemenhandel uit. Bij zijn terugkeer in China runde hij de Euro-Asiaholdings. Hij werd tot 18 jaar cel veroordeeld wegens vervalsing van financiële stukken die hem zouden toelaten zijn onderneming op de beurs van Hongkong te noteren. Vlak voor zijn arrestatie was Yang nog genoemd om in Noord-Korea een speciale kapitalistische zone te gaan leiden en dit zou hem met de status van viceminister onschendbaarheid geven. Zo zou hij aan de Chinese justitie ontsnappen op het ogenblik dat hij al genoemd werd bij onregelmatigheden.
Yang Rong stond in 2001 op de lijst van rijken op de derde plaats met een vermogen van 494 miljoen. Zijn ‘Brilliance China Holdings’ was de eerste producent in China van minibussen. Hij was een van de eersten die succesvol op de internationale kapitaalmarkt een beroep deed. Zijn holding werd reeds in 1992 in New York en in 1999 in Hongkong beursgenoteerd. In minder dan 5 jaar verhoogde de waarde van de aandelen 18 keer. Hoewel hij oorspronkelijk een goede verstandhouding had met de Chinese overheid en hij zelfs handelde in opdracht van de provinciale overheid, raakte die verstandhouding zoek toen Yang Rong een dubbel dispuut had met zijn provincie Liaoning. Hem werden economische misdaden ten laste gelegd en hij ontvluchtte China en trok naar de Verenigde Staten.
Als zoon van een arme fabrieksarbeider maakte Zhou Zhengyi een opmerkelijke carrière en hij klom op in de lijst van rijken vanaf 1995. Hij gebruikte fondsen van een succesvol restaurant om werknemersaandelen te kopen in staatsondernemingen die op de beurs aangeboden werden. Na zeven jaar beurshandel breidde hij zijn invloed uit in landbouw, vastgoed, snelwegen en handel. Hij verwierf de controle op 4 beursgenoteerde ondernemingen: 2 in Shanghai en 2 in Hongkong. In mei vorig jaar werd hij gearresteerd en werden hem financiële onregelmatigheden ten laste gelegd. Hij zou op een onwettelijke manier staatsgrond en bankleningen verworven hebben, dus middels corruptie. Hij had sterke banden met de overheid van Shanghai. Zijn aanhouding deed de marktkapitalisatie van zijn genoteerde ondernemingen achteruit gaan met 550 miljoen $.
Remedies
China heeft de aanpak in zijn vervolgingssysteem op een vijftal punten vernieuwd. In het verleden werd enkel actie ondernomen als het al veel te laat was. De laatste jaren hebben de parketten overal te lande preventieafdelingen tegen misdaad op het werk opgezet die toelaten bestraffing achteraf te combineren met preventie vooraf. Bovendien hebben de parketten de deuren opengegooid en doen ze regelmatig mededelingen over regels en procedures van hun werking. Afgelopen dus met in het duister te werken: iedereen wordt ingelicht over zijn rechten. Een andere aspect van de nieuwe aanpak is dat het bevoegde parket dat voor het eerst een klacht of petitie ontvangt, verantwoordelijk wordt voor de gehele keten van opvolging: onderzoek, rapportering, compensatie … . Hiermee wordt ervoor gewaakt dat klachten eerst niet ernstig genomen en doorgeschoven worden zodat de klagende partij op vele plaatsen tegelijkertijd aanklopt. Ook werd een verantwoordelijkheidssysteem ingevoerd voor topparketmagistraten. Het nieuwe systeem omvat onder meer eenvormige voorwaarden inzake kwalificaties, aanstelling, taken, management, beoordeling, beloning en straf, supervisie en werkprocedures. Bijna drieduizend parketten rekruteerden 9000 procureurs door publieke examens. Ten slotte is er speciale aandacht voor beschermingsmechanismen van misdadigers bij de overheid. Deze wordt vaak gecorrumpeerd door gangsters die zo hopen vrijuit te gaan, zoals in Xiamen of Shenyang.
Het nieuwste instrument in de anticorruptiestrijd zijn de door de Communistische Partij opgestelde nieuwe regels om de controle binnen de partij beter vorm te geven. Uit die regelgeving blijkt dat de strijd tegen de corruptie voortaan heel anders aangepakt wordt dan in het verleden. De bestaande Disciplinecommissies op alle partijniveaus zullen speciale opdrachten krijgen. Deze commissies opereren onafhankelijk maar zijn zowel verbonden met het partijcomité op hetzelfde niveau als met disciplinecomités op het hoger en het lager niveau. Ten tweede wordt duidelijk gesteld dat vooral de leidinggevende kaders op elk niveau nauwlettend in de gaten worden gehouden. Het is nu ook duidelijker dat eenmaal het partijcongres afgelopen is, het mandaat van de disciplinecomités permanent voortduurt in hun supervisietaak. Zij zullen eerder in gang kunnen schieten dan vroeger, toen ze meestal ook enkel reageerden als reeds iets ernstigs gebeurd was. En verder: belangrijke beslissingen moeten voorgelegd en beslist worden na collectieve discussie, zoniet zal een onderzoek worden ingesteld naar de betrokken individuen; dit zal eveneens gebeuren wanneer belangrijke beslissingen niet gerapporteerd worden of verborgen worden; de permanente commissies van partijorganisaties moeten minstens eenmaal per jaar een rapport voorleggen aan hun plenaire sessie; de partijorganisaties moeten het systeem verbeteren van het regelmatig houden van democratische vergaderingen; opinies van lagere echelons over hogere moeten correct worden gerapporteerd aan de hogere; partijleden hebben het recht te weten wat er met hun meningen en voorstellen gebeurt; hogere niveaus moeten hun supervisie op de lagere versterken: als een vergadering niet volgens de democratische normen verloopt, kan geëist worden dat een nieuwe vergadering wordt belegd; controle op de lagere niveaus gebeurt onder meer door het schrijven van brieven en het afleggen van bezoeken; en er zijn ook nog inspectierondes mogelijk waarbij teams kunnen deelnemen aan vergaderingen, interpelleren … . Ten slotte spreekt de partij voor het eerst over de controlerende rol van de media. Partijleiders moeten rekening houden met opinie van de pers en de publieke opinie.
Aangenomen wordt dat de nieuwe regels de democratische partijwerking zullen verbeteren en zo corrumpeerbare enkelingen zullen verhinderen eigen ‘koninkrijken’ op te bouwen. Er zal meer aandacht uitgaan naar het voorkomen van het kwaad. Een laatste vraag is of de nieuwe regels ook hun weerslag zullen hebben op de hoeveelheid van de behandelde gevallen.
Selecte bibliografie
Hu Angang, Public Exposure of Economic Losses Resulting from Corruption, China & World Econmy, 4 nov 2002
PRC Says 122 Involved in Shenyang Corruption Case, FBIS, CNS, 13 Oct 2001
Article Analyzes Corruption Cases of Ma Xiangdong and Mu Suixin and Discusses Lesson Learn from These Cases, FBIS, Renmin Ribao, 20 Dec 2001
Xinhua Feature on Xiamen Smuggling Case, FBIS, Xinhua, 25 Jul 2001
Central Organs Jointly Issue Document on Curbing Corruption in State Enterprises, FBIS, Renmin Wang WWW, 15 Apr 02
Shanghai tycoons, By Richard McGregor, James Kynge and Mure Dickie, FT.com site; Jun 16, 2003
Xinhua Interviews Auditor General on Role of Auditing in Fighting Corruption, FBIS, Xinhua, 26 Mar 2003
New Concepts Highlight the Theme of Judicial Fairness ‑‑ Interpreting New Concepts in
the Supreme People’s Procuratorate’s Report”, FBIS, Xinhua , 11 Mar 03
“(Trial) Regulations of the Communist Party of China on Inner‑Party Supervision” ,FBIS, Xinhua ,17 Feb 04
Anticorruption Expert on Regulations for Inner‑Party Supervision, FBIS, Renmin Ribao, 17/02/2004
taalkundige bewerking: Dirk Nimmegeers/Brecht Desplenter