China zit met een overschot van 120 miljoen boeren die hun lapje grond verlaten en hun geluk in de stad gaan zoeken. Daar doen ze het vuile werk en zijn in grote steden nauwelijks nog weg te denken. Toch belasten ze de stedelijke infrastructuur en zorgen voor tal van problemen inzake onderwijs, gezinsplanning, vervoer…Het werd dringend om een systeem op te zetten zodat het probleem van deze vlottende bevolking echt kan aangepakt.
Van 1952 tot 1988 rees de landbouwbevolking in China van 500 tot 900 miljoen waarbij de arbeidskrachten er toenamen van 170 tot 400 miljoen. 70 pct. van de Chinese bevolking woont immers nog altijd op het platteland. Het landbouwareaal daalde tezelfdertijd lichtjes zodat in de provincie Sichuan bijvoorbeeld nauwelijks nog 0,9 mu landbouwoppervlakte is per hoofd. . Wat 10 boeren in het verleden deden, kan bovendien nu door de mechanisering gedaan worden door 4 personen. De rurale ondernemingen konden wel 90 miljoen personen tewerk stellen, maar momenteel zijn er van de 440 miljoen arbeidskrachten op het platteland er 120 miljoen “overtallig”. Tegen het einde van de eeuw wordt verwacht dat dit aantal kan oplopen tot 200 miljoen en de overheid is maar in staat nieuw werk te scheppen voor een 70 miljoen
De overtallige boeren zoeken hun heil in een trek naar de stad. Als ze van Hunan naar Guangdong emigreren, kunnen ze er driemaal zoveel verdienen dan in hun plaats van oorsprong. De steden trekken ook massaal migranten aan. In Peking is één op drie migrant. Shanghai zag zijn niet-stedelingen verdubbelen op 10 jaar tijd tot 3,3 miljoen nu. In Guangzhou met 5,5 miljoen is de verhouding ook reeds één op drie…In Shenzhen waar de toenamegraad van ‘79 tot ‘94 7,6 % per jaar bedroeg, vertegenwoordigen de niet-stedelingen de helft van de arbeidskrachten wat eveneens het geval is met Zhuhai…
De migranten die er hun geluk komen zoeken vallen echter tussen wal en schip. Door hun tijdelijke registratie zijn ze geen boeren meer, maar anderzijds kunnen ze geen gebruik maken van de voordelen van een permanent stedelijke inschrijving. Ze doen het werk wat de stedelingen niet meer willen doen en de veralgemeende discriminatie zorgt voor negatieve fenomenen waarvan de criminaliteitsgraad het meest zichtbaar is. In Shanghai wordt 70 à 80 pct. van de criminaliteit toegeschreven aan de migranten terwijl dit in Guangdong ook 80 pct. beloopt. Niet te verwonderen dat de overheid die in het verleden weinig aandacht schonk aan het fenomeen, nu probeert de problemen uit te klaren en te verhelpen.
Vuile werk
In het verleden was het nogal eenvoudig: je had ofwel de status van stedeling of deze van niet-stedeling. Deze scherpe afbakening zorgde er voor dat er geen massale vlucht van het platteland naar de stad plaats greep. Met de hervormingspolitiek werd de strakke scheiding iets losser. Sommige boeren hielden een lapje grond als verzekering en buiten het oogstseizoen gingen ze werken in de stad. De boom in de ontwikkelings- en speciale zones trok nog meer volk aan. De vlottende bevolking bestaat immers voor 70 pct. uit mannen, meestal van jonge of middelbare leeftijd, 2/3 hebben enkel lager of lager middelbaar onderwijs achter de rug en zoeken werk in nijverheid, bouw, handel of diensten. Van deze vlottende bevolking migreert er een derde binnen hetzelfde kanton, één derde binnen dezelfde provincie en één derde is transregionaal. Het is daarbij goed voor ogen te houden dat op het platteland van de 440 miljoen arbeidskrachten er 330 miljoen actief zijn in de primaire industrie (land- en bosbouw, fokken en vissen); 54 miljoen in de secundaire sector (nijverheid en bouw) en 55 mjn in de tertiaire sector (transport, handel, catering..). Hoewel er dus landbouwkrachten opgeslorpt worden door de secundaire en tertiaire sector is dit sterk onvoldoende om alle “overtalligen” te werk te stellen.
In Peking en Shanghai staat de vlottende bevolking van het platteland in voor het kweken van groenten, de verdeling van groenten die van buiten de stad komen alsook de kleinhandel ervan. Het maken van kledij, babysitting, kleine herstellingen, maken en verkopen van kleine artikels, restaurant, leefmilieu en bewakingsdiensten in ziekenhuizen en andere instellingen zijn allen afhankelijk van de vlotters. In Peking zijn 300.000 niet-stedelingen betrokken in de bouw. Van 10 kwaliteitsprojecten in de sector die recentelijk aangevat werden zijn er 8 op het actief te schrijven van boeren uit Henans Lin-kanton. Het project voor de Aziatische spelen in Peking en de snelweg naar de luchthaven zou niet mogelijk geweest zijn zonder de migranten evenmin als de 3 Klovenstuwdam en de ontwikkeling van de Parelrivierdelta in Guangdong. Waar er ook bouw- of ontwikkelingsprojecten zijn, werken boeren: dit is zowel bij de bouw van snelwegen en bruggen, bij het optrekken van torengebouwen of ontwikkelingszones. In de speciale economische zone Pudong te Shanghai zijn er 300.000 migranten waarvan 200.000 geregistreerd (wat vergeleken met andere nog veel is). 45% werken in de bouw en 27 pct. in de nijverheid. 60 pct. zijn onder de 35 jaar. De helft komt op aanwijzing van vrienden of familie, 15 pct. zijn aangetrokken door de eenheid waarin ze tewerkgesteld zijn en 12 pct. door de lokale overheid. 42 pct. is van plan geld te verdienen en terug te keren naar huis, terwijl 12 pct. vast van plan zijn te blijven. 80 pct. doet handenarbeid en 20 pct. geestesarbeid. Vuil en hard werk is de regel. Ze zijn echter ook te vinden bij de haarkappers en schoenlappers.
Volgens het ministerie van landbouw maken de migranten in het gehele land 60 pct. uit van de arbeiders in lokale stedelijke ondernemingen. In Wuxi zijn één of vier van de jobs ingenomen door de niet-stedelingen terwijl de stad Baoan met zijn 1,2 miljoen inwoners 1,1 mjn niet-stedelijken tewerkstelt. Niettegenstaande de grote omvang van het fenomeen blijkt toch dat het een mobiele bevolking blijft. Volgens een enquête in de provincie Jilin blijft 24 pct. van de migranten maar één maand in de stad; 35 pct. leeft er van één tot 12 maand en 40 pct. blijft er langer dan één jaar. Gezien 60 pct. minder dan één jaar blijft, mag toch gesproken van een bevolking die aan een frequente wissel onderhevig is.
Problemen
Deze aanwezigheid zorgt echter wel voor problemen. Wat de tewerkstelling aangaat, zijn er zoals aangestipt meer dan 100 miljoen migranten, maar ook in de steden zelf bestaat er een overtal aan 30 miljoen arbeidskrachten. Hun aanwezigheid stelt de stedelijke infrastructuur zwaar op de proef. Aangenomen kan worden dat ze in penibele omstandigheden gehuisvest worden. Het openbaar vervoer geraakt nog meer belast dan het al is en hetzelfde kan gezegd van de watervoorziening. Inzake de gezinsplanning hebben 40 pct. van de migrantengezinnen meer dan 2 kinderen. Het ministerie vond zo één miljoen niet-geregistreerde kinderen in China. In Peking hebben de migranten 200.000 kinderen. In China komt het inrichten en bekostigen van onderwijs toe aan de lokale overheid. Sommige scholen maken misbruik van de situatie om hoge kosten te vragen voor leerlingen die studeren op een tijdelijke basis. In feite zijn er geen regels voor onderwijs van migrantenkinderen. De facto zijn bepaalde kinderen verplicht af te haken omdat hun ouders het niet kunnen betalen. De lokale overheid van oorsprong zegt “die bevolking bevindt zich hier niet meer, wij hoeven er ons dus niet over druk te maken” terwijl de lokale overheid van bestemming zegt “die zijn hier slechts tijdelijk, laten we ons eerst bekommeren over onze eigen bevolking”. In het beste geval wordt een substandaard-onderwijs voorzien. In Shenzhen worden 10.000 leerlingen opgevangen in “hutscholen”. Op andere plaatsen zijn scholen voor migrantenkinderen soms open en gaan dan weer dicht. Vaak hangen deze kinderen rond op straat. Hoewel enkele lokaliteiten reeds beginnen regulerend op te treden, is het probleem verre van opgelost gezien het grote aantal.
Last but not least is er het probleem van de sociale zekerheid. Gezien ze nauwelijks beschermd zijn, wordt gesjoemeld met hun loonvoorwaarden. Er wordt gesproken van mishandeling en zelfs van kinderarbeid. Men kan stellen dat de sociale zekerheid van tientallen miljoenen migranten nauwelijks behartigd wordt.
Voorts is het helemaal onduidelijk wie er precies verantwoordelijk is voor de niet-stedelingen. Bij een onderzoek van het Shanghais blad “Shehui (Maatschappij)” bleek dat in Nanjing de betrokken overheidsorganen zoals de districtsraden, de politie, het Bureau voor Handel en Nijverheid als het Arbeidsbureau de hete aardappel naar elkaar doorschuiven. De districten rapporteerden 50.000 externe werkers terwijl het cijfer veel hoger bedraagt. Hetzelfde blad deed een kleine steekproef en kwam tot de vaststelling van de 100 bevraagde werkers er 30 geregistreerd waren. Dit heeft banaal met geld te maken. Er is een stedelijke taks op elke geregistreerde migrant en deze geldsom moet reglementair voor één derde worden gedragen door het district en de stad en voor 40 pct. door de provincie waar de migrant vandaan komt. De facto verbergt elke ondergeschikte overheid zijn cijfers tegenover de hogere overheid uit vrees de belasting te zullen moeten betalen. Velen in de administratie zitten overigens nog met het oud idee van ofwel stad- ofwel landelijke registratie en onderkennen niet dat de vlottende bevolking een structureel gegeven is.
Oorzaken
Wat zijn de structurele oorzaken van het probleem? Vooreerst is er het blote feit dat 70 pct. van de bevolking in China nog boeren zijn, terwijl dit in onze contreien nauwelijks nog 5 pct. bedraagt. Voorts bedraagt de gemiddelde verbouwde oppervlakte 1,2 mu per hoofd en komen er jaarlijks 10 miljoen nieuwe boeren bij. Bovendien maakt de tertiaire sector die erg arbeidsopslorpend kan zijn, maar 11,5 pct. uit van de tewerkstelling in de rurale gebieden. Overigens is de tertiaire sector in geheel het land onvoldoende ontwikkeld want hij beloopt maar 27 pct. van de verschillende sectoren terwijl dit in de ontwikkelde landen een 40 pct. beloopt. Overigens valt er in de landbouw niet veel te verdienen. Behalve het allerlaatste jaar groeiden de lonen in de steden sneller dan de inkomens ten lande. Momenteel wordt in de rurale gebieden veel hoop gesteld op de lokale rurale ondernemingen, maar vraag is of de spectaculaire aangroei van deze categorie kan blijven duren. Voorts is de verstedelijkingsgraad in China traditioneel laag. Terwijl dit in de ontwikkelde landen 80 pct. bedraagt, bedraagt het percentage in China maar 26 pct. zodat overbelasting er zich makkelijker voordoet dan in landen met een breed stedelijk spectrum..
Het overschakelen naar een marktsysteem heeft ontegensprekelijk ook de groei van het fenomeen bevorderd. De diversificatie van de eigendomsstructuur en de ontwikkeling van de zelfstandigen en privésector hebben de marktfactoren een impuls gegeven zoals ook de arbeidskrachten die via markten werden aangetrokken. Anderzijds zijn meer en meer ondernemingen hun producten gaan verkopen via de markt wat ook meer verkoopslui veronderstelt. Voor de stedelingen was er in het verleden een gerantsoeneerde bedeling van graan- en voedselbonnen. Voor personen die niet permanent in de stad verbleven, was het uiterst moeilijk of een job te krijgen of toegang te hebben tot het onderwijs. Gezien goederen en diensten via geld op de markt aangekocht worden, kregen ook de vlotters toegang tot dezen.
.
Remedies
Vicepremier Wu Bangguo zei in een interview met het blad “Liaowang” terecht dat het beheer van de vlottende bevolking een harde, gecompliceerde en lange-termijn opdracht is die verschillende facetten raakt zoals burgerlijke stand, arbeid, politie, handel- en nijverheid, geboortekontrole..zodat het niet door één departement kan afgehandeld. Zowel diverse organen van de plaats van oorsprong als van de plaats van bestemming zullen de samenwerking moeten opvoeren. De fundamentele oplossing bestaat voor hem dat de landbouw in zijn diverse facetten allesomvattend ontwikkeld wordt, dat het bouwen van kleine steden op basis van rurale nijverheid versneld wordt zodat het opslorpen van overtalligen lokaal blijft. Van de andere kant, terwijl het basiswerk in de landbouwgebieden opgevoerd wordt, is het nodig de migranten ordentelijk te kanaliseren, te gidsen, op te voeden en van de nodige administratieve formaliteiten en sociale opvang te voorzien.
Concreet betekent dit dat in de eerste plaats het boeren zelf terug aantrekkelijk gemaakt wordt en dat er opnieuw substantieel wordt in geïnvesteerd. Enquêtes tonen aan dat als de boer geen 1500 à 2000 yuan verdient per jaar, ze naar de stad vertrekken omdat ze er meer kunnen verdienen als straatventer.
Voorts kan de surplus bevolking worden aangewend tot het maken van noodzakelijke infrastructuurwerken op het platteland. Staatssecretaris Chen Junsheng haalt het voorbeeld aan van het kanton Linxian in de provincie Henan waar 100.000 overtallige werkers een kanaal graafden wat allerlei rurale nijverheden deed ontstaan. Van officiële zijde wordt heftig de stelling bestreden als zou de uitweg voor de migranten een trek naar de grote steden zijn. Integendeel zegt Chen Junsheng” De belangrijkste uitweg ligt in de opslorping op het platteland”. Daarbij haalt hij het voorbeeld van de provincie Liaoning aan die -hoewel een nijverheidsprovincie- zijn reservoir aan werkkrachten gebruikte om de landbouw te verbeteren zodat de provincie van een graanimporteur tot graanexporteur werd. Van een landbouwlichtgewicht werd in de provincie het belang van nijverheid en landbouw ongeveer gelijk. Welnu China heeft nog 500 miljoen mu onverbouwde grond die voor cultuur in aanmerking komt en daarnaast nog 1,1 miljard mu die geschikt zijn voor boomkweek. Als objectief wordt de cultivering nagestreefd van 50 tot 100 miljoen mu de komende 8 tot 10 jaar.
Vanzelfsprekend is het ontwikkelen van de rurale nijverheden ook een piste voor het tewerkstellen van de vlottende bevolking. Er zijn reeds meer dan 120 miljoen personen in tewerkgesteld, zij het voornamelijk in de kustgebieden. In de toekomst is er nog een groot potentieel voor het scheppen van rurale nijverheid in het centraal gedeelte van het land en in het minder ontwikkeld westen. Dit kan gekoppeld worden aan een beleid voor het opzetten van kleine steden. Momenteel zijn er 19.000 kleine steden in China en de afgelopen 15 jaar slorpten ze 30 miljoen rurale werkers op wat 30% uitmaakt van de migranten. .In Zuid-Jiangsu werden boeren gemobiliseerd om op eigen kracht kleine steden te bouwen en deze hebben de overtallige boeren volledig kunnen tewerkstellen. Vooral in de secundaire en meer bepaald in de tertiaire sector speelden ze een belangrijke rol in de ontwikkeling van de kleine steden. De tertiaire sector in de steden heeft bijwijlen geen werkers voor bepaalde jobs en vele segmenten ervan zijn arbeidsintensief: bijvoorbeeld restaurants, catering en huishoudelijke sociale taken hebben veel volk nodig en hebben een groot tewerkstellingspotentieel.
Om concreet de vloed van migranten ordelijk te laten verlopen heeft het ministerie voorlopige regels opgesteld voor het beheer van de migrantenwerkgelegenheid doorheen de provinciale grenzen. Het bevat bepalingen voor werkgevers die rekruteren in andere provincies en voor provinciale intermediaire jobdiensten. Het voerde ook een arbeidskaartsysteem in voor de migrerende werknemers en versterkte jobdiensten in steden. Een goed jaar geleden zijn er in 20.000 steden dergelijke werkgelegenheidsdiensten opgezet. In de regio’s Jangsu, Shanghai en Guangdong is dit reeds het geval in 80 pct. van de townships. Er worden echte regionale arbeidsmarkten georganiseerd. Bedoeling is tot een geordende flow te komen vanaf de plaats van oorsprong tot de plaats van bestemming met controle over het contingent. Concreet zijn reeds de Zuid-China, de Oost-China en het Noord-China jobinfo-netwerken georganiseerd evenals het Guangdong Centrum, het Shanghai Centrum en het Peking centrum plus nog 18 provinciale stations die in verbinding staan met het netwerk van het ministerie. 40 pct. van China’s bevolking is er bij betrokken of 500 miljoen werkenden.
Van zijn kant heeft de stad Shanghai die op vele gebieden baanbrekend werk levert, reeds werk gemaakt van een regelgeving inzake het migrantenprobleem. Dit is een noodzakelijke voorwaarde, maar slechts een eerste stap. Peking heeft ook al een regelgeving. Later zullen er ongetwijfeld nog inspanningen moeten gedaan voor het onderwijs en de huisvesting van de vlottende bevolking. Hoewel het probleem ver van opgelost is, bestaat er althans bij de hogere overheid de politieke wil om de koe bij de horens te vatten. Het zal wel een tijd vergen vooraleer dat tot op alle lagere niveaus is doorgedrongen temeer dat diverse subsectoren te maken hebben met de kwestie.
Bibliografie
Chen Junsheng on Rural Surplus Labor, XINHUA,: 27 Jan 1995, FBIS‑95‑024
Article Views Impact of Rural Out Migration, QUNYAN, 7 Mar 1995, FBIS‑95‑08
Article Views Interregional Peasant Migration, NONGMIN RIBAO, 30 Mar 1995,FBIS‑95‑102
Problem of `Aimless Vagrants’ in Shanghai, SHEHUI, 7 Dec 1995, FBIS‑95‑235
Report Weighs Issue of Migrant Workers in Cities, HONGKONG STANDARD,
11 Dec 1995, FBIS‑95‑237
Labor Minister Interviewed on Migrant Workers, LIAOWANG, 25 Mar 1996,FBIS‑96‑109
Survey on Migrant Laborers in Nanjing, LIAOWANG, 30 Mei 1996, FBIS‑96‑105
Impacts of Floating Population on Compulsory Education, RENMIN JIAOYU,4 Jun 1996, FBIS‑96‑159
Status of Mobile Population in Pudong New Zone Reported, SHEHUI, 1 Jul 1996, FBIS‑96‑222
Urban Floating Population Causes Social Problems, ZHONGGUO RENKOU BAO, 8 Jul 1996, FBIS‑96‑182
Management of Transient Population in Urban Areas, RENKOU YANJIU, 29 Jul 1996, FBIS‑96‑211
Shanghai Issues Migrant Management Regulations, JIEFANG RIBAO,14 Oct 1996, FBIS‑96‑209
Rational Transfer of Surplus Rural Labor, JINGJI CANKAO BAO, 4 Mar 1997, FBIS‑97‑061
Li Debin, The Characteristics and Reasons for the Floating Population in Contempory China, Social Sciences in China, Winter 1994, p 65-72
Gu Shengzu, Ideas and Policies for Solving the Problem of Surplus Rural Labor in China, Social Sciences in China, Winter 1995, 20-28
Li Tan, Population Flow Into Big Cities, Peking Review, 18/07/94, p 15