Nu Hongkong en Macau naar het moederland zijn teruggekeerd, komt de kwestie Taiwan op de agenda te staan. 16 miljoen Taiwanezen hebben het vasteland reeds bezocht, de indirecte handel tussen de Taiwan-engte overstijgt 160 miljard US$ en de Taiwanese ondernemers hebben reeds voor 44 miljard US$ investeringen aan de Volksrepubliek toegezegd waarvan er reeds 24 miljard effectief gedaan zijn. Volgens specialisten is de scheiding tussen economie en politiek tussen de twee kanten van de Taiwan-engte voor Taiwanese economie contraproductief en op termijn niet houdbaar.
Toen de communisten met hun bondgenoten de macht veroverden op het vasteland en Mao Zedong in 1949 de Volksrepubliek uitriep, vluchtten de supporters van Chiang-Kai-Shek naar het eiland Taiwan aan de overkant van de provincie Fujian. Tegen 1950 waren er twee miljoen vastelanders bijgekomen. Deze kwamen in conflict met de inheemse bevolking en bij een gewelddadig incident onderdrukten de ingeweken vastelanders een opstand waarbij naar schatting 10.000 inheemsen omkwamen. Reeds tijdens de Koreaanse oorlog stuurde president Truman de zevende vloot naar Taiwan om een aanval tegen Formosa te verhinderen en in 1954 tekende Amerika een zgn. “Verdedigingsverdrag” waarbij Taiwan zich onder Amerikaanse bescherming plaatste. De Verenigde Staten pompten 5 miljard dollar militaire en economische steun in het eiland waardoor het regime van Chiang zich kon vestigen. Niettegenstaande de ideologische meningsverschillen tussen Chiang en Mao waren beiden het eens over één punt namelijk dat er maar één China is en dat dit ook de provincie Taiwan omhelsde. Dit staat ook met zoveel woorden in het Communiqué van Sjanghai uit 1972 dat door de USA en de VRC opgesteld werd.
In 1979 erkende president Carter de Volksrepubliek als de legitieme vertegenwoordiger van het éne China Taiwan incluis, maar was bezorgd dat de toekomst van Taiwan met andere dan militaire middelen zou beslecht worden. Met het eiland werd een “Taiwan relations act” afgesloten waardoor de onofficiële relaties geregeld werden. In plaats van een ambassade kwam een “Culturele en economische” vertegenwoordiging”. Het “verdedingsverdrag” uit 1954 werd nietig verklaard. Op 17 augustus 1982 werd in een gezamenlijke USA-VRC-mededeling gesteld dat “de Volksrepubliek een vreedzame oplossing nastreeft voor het Taiwanees probleem”. De Verenigde Staten stelden dat “ze geen wapenleverancies op lange-termijn voor Taiwan beoogden maar dat de kwantiteit geleverde wapens deze niet zouden overtreffen sedert de diplomatieke erkenning. Het was de bedoeling ze te verminderen”. Het regime van Chiang-Kai-Shek regeerde met de krijgswet, de wetgevende organen werden niet verkozen en nieuwe politieke partijen vormen was verboden.
Zijn zoon Chiang Ching‑kuo zou pas in 1988 met hervormingen beginnen zoals het opheffen van de krijgswet, het toestaan van oppositiepartijen en meer burgerlijke vrijheden. Chiang juniors wellicht meest verstrekkende beslissing was het kiezen van Lee Teng‑hui als zijn opvolger. Dit zorgde voor verrassing want Lee was een geboren Taiwanees zonder vastelandswortels, hij groeide op tijdens de periode van Japanse bezetting (die hij deels bewonderde) en behoorde niet bij de Kuomintang vooraleer hij 45 was. Wanneer Chiang stierf, volgde Lee hem op. Toen hij in 1988 aan de macht kwam, verklaarde Lee Teng-hui herhaaldelijk dat er maar één China was en geen twee. Voordien had het Kuomintang-regime steeds de “Drie geens” als officiële politiek gevoerd tegenover de Volksrepubliek “Geen contacten, geen onderhandelingen en geen compromis” met Peking.
Sedert het opheffen van de krijgswet stonden de nationalisten onder toenemende druk tot economische en andere contacten met de Volksrepubliek. Na het afkondigen van de westerse sancties tegen China in 1989 sprongen de Taiwanezen maar wat graag in dat gat, waar ze een achterstand hadden. Lee zette in 1990 een “Raad voor Nationale Eenmaking” op die hem over deze materie zou adviseren. In mei 1991 beëindigde hij de toestand van burgeroorlog en opende de weg voor officiële contacten. Parallel met deze praktische versoepeling kwam Lee terug op zijn vroeger standpunt van het éne China. Sedert de negentiger jaren veranderde hij zijn mening tot “dat er twee regeringen zijn”, “twee gelijkaardige politieke entiteiten”, “Taiwan is een staat met een soevereiniteit”, “De Republiek China is bevoegd op Taiwan en de Volksrepubliek op het vasteland”. Tegenover industriëlen die investeerden op het vasteland waarschuwde hij niet te haastig te zijn. Als gevolg daarvan kwam er een limiet op de hoeveelheid van de investeringen in de VRC.
Op 30 januari 1995 deed president Jiang Zemin zijn achtpuntenvoorstel over de vereniging met Taiwan, waarop Lee op 8 april repliceerde met een zespuntenvoorstel. De facto was de Taiwanese politiek ten aanzien van China deze van één land, tijdelijk verdeeld door twee politieke entiteiten langs weerszijden van de Taiwan-engte. Er zouden enkel onderhandelingen beginnen met het vasteland als de VRC het mogelijk gebruik van geweld op voorhand zou uitsluiten. Ondertussen goot Lee Tenghui in mei ’99 olie op het vuur met zijn boek “De weg naar democratie” waarin hij zich voorstander verklaarde om China op te splitsen in 7 volledig autonome gebieden. Als klap op de vuurpijl kwam hij op 9 juli vorig jaar voor de dag met zijn theorie dat de verhoudingen tussen Taiwan en het vasteland relaties zouden zijn “van staat tot staat”. Met deze verklaring haalde hij vanwege Peking de stempel van “algemene vertegenwoordiger van de Taiwanese separatistische krachten; saboteur van de stabiliteit tussen de Taiwan-engte; struikelblok die de verhouding tussen de USA en China blokkeert en een herrieschopper voor de vrede en stabiliteit in de regio van de Stille oceaan” op de hals.
Zes punten
Vlak voor de Taiwanese verkiezingen in maart werd in de Volksrepubliek een “Witboek over de kwestie Taiwan” openbaar gemaakt waarin voor Taiwan de oplossing wordt voorgestaan om op vreedzame wijze de hereniging volgens het principe “één land, twee systemen” toe te passen. Het Witboek voegt er wel aan toe dat “indien separatisme de overhand zou nemen of als Taiwan door vreemde landen zou bezet worden of als de vreedzame oplossing van de hereniging tot in oneindige zou uitgesteld dat dan de Chinese regering zich het recht voorbehoudt om drastisch in te grijpen waarbij geweld hoort om de soevereiniteit en de territoriale integriteit van het land te vrijwaren”. Ondertussen is het “Eén land, twee systemen” verder in detail uitgewerkt tot het principe van de “een, twee, drie, vier, vijf, zes”-punten. Eén verwijst naar één land en dus niet ofwel twee China’s of één China en één Taiwan. Twee heeft betrekking op 2 systemen; socialisme op het vasteland en kapitalisme in Taiwan en dit voor geruime tijd. Punt drie betekent dat Taiwan na de hereniging kan onveranderd blijven op 3 gebieden: het sociaal-economisch systeem, de manier van leven en de culturele en economische betrekkingen met andere landen. Vier verwijst naar de 4 machten die Taiwan kan behouden: uitvoerende, wetgevende, onafhankelijke rechterlijke macht en ook de macht tot aanbestedingen. Vijf houdt in dat Taiwan een hoge graad van autonomie mag behouden met eigen leger, eigen financieel systeem (VRC kan geen taksen heffen), rechten in buitenlandse zaken en kan participeren in het nationaal bestuur van het land. Het zesde punt houdt in dat na de hereniging private eigendom (huizen en grond incluis) wordt beschermd, evenals economische eigendom, erfrecht en ook de investeringen op het eiland. Vergeleken met Hongkong en Macau valt vooral op dat Taiwan het eigen leger mag behouden.
Economie
Tussen einde 1988 en juni 1998 groeiden volgens statistieken uit Peking de Taiwanese investeringen van 437 tot 39.504 met toezeggingen tot 40 miljoen $, waarvan de helft reeds is gedaan; statistieken uit Taipei houden het op de helft van deze cijfers. Het Taiwanees kapitaal bekleedt de derde plaats van “buitenlands kapitaal” op het vasteland. Daar wordt het grootste aandeel externe investeringen verricht door de Taiwanezen, namelijk 40 % gaat naar de VRC. Meer investeringen veroorzaakte ook meer handel: volgens Peking-statistieken beliep de handel tussen beide delen van de Taiwan-engte 20 miljard $ en het cumulatief totaal van de laatste 10 jaar 160 miljard $. Taiwan is de vijfde handelspartner van de Volksrepubliek en de tweede grootste importmarkt; omgekeerd betekent de Volksrepubliek Taiwans tweede grootste exportmarkt en derde grootste handelspartner na de USA en Japan. Verwacht wordt dat het vasteland de USA zal vervangen als Taiwans grootste exportmarkt en ook Zuid-Korea en Duitsland zal voorbijsteken om op gelijke voet met Japan te komen als derde grootste importmarkt. Beiden zijn voor 10 à 14 pct van elkaar afhankelijk. Na de overname van Hongkong werd de verwevenheid tussen de drie delen van Groot-China nog intenser.
Sedert 1994 een Taiwanese firma in Tibet investeerde, worden de Taiwanese ondernemingen in alle provincies aangetroffen. Het gemiddeld investeringsbedrag dat 10 jaar geleden 1 miljoen bedroeg, is nu opgelopen tot 7 miljoen. Waarin het verleden op korte termijn geïnvesteerd werd in kleine- en middelgrote projecten die vlug resultaten opleverden zodat “kon winst gemaakt worden en wegwezen”, wordt nu geopteerd voor een strategie van wortel schieten op lange termijn. Vroeger beliep de duur van de investeringscontracten 10 tot 15 jaar, nu is dit verdubbeld. Ook is er een verschuiving naar meer kapitaal- en technologieintensieve nijverheden en dit in 71 pct van de investeringen. Daarna volgen vastgoed, sociale diensten, bouw, landbouw… De laatste jaren nemen de projecten op lange-termijn in infrastructuur, landbouw en hightech in sterke mate toe. 143 firma’s of een derde van de Taiwanese beursgenoteerde bedrijven, maakten reeds investeringen op het vasteland en een ander derde maakt plannen hetzelfde te doen.
Vooral in de provincie Fujian aan de overkant van de engte, vallen de Taiwanese investeringen op. Meer dan 5000 Taiwanese bedrijven deden er investeringen en dit betraagt één vierde van de 100 Taiwanese topbedrijven. Petrochemie, elektronica en auto’s waar Taiwan sterk in staat, zijn precies de sleutelnijverheden in Fujian. Ook in de landbouw werd 1 miljard $ geïnvesteerd in een 1000-tal landbouwbedrijven met geavanceerde technologie. Van 1978 wanneer Fujian op de 22-ste plaats stond van de 29 provincies, klom de provincie tegen 1992 reeds op tot de 11-de plaats. In de stad Xiamen maken buitenlandse firma’s waaronder Taiwanese reeds 80 pct uit van de nijverheidsproductie. De Taiwanezen hebben er sedert 1982 meer dan 3,5 miljard $ gepompt in 1660 projecten. Overigens heeft de Volksrepubliek ook een wet gestemd die de Taiwanese investeringen beschermt en deze wet werd begin december aangevuld met een concrete regelgeving door de regering.
Informatietechnologie
In het begin van de tachtiger jaren werd de Taiwanese elektronicaexport belangrijker dan textiel. Voortbouwend op ervaringen met de productie van TV’s, rekenmachines en audiovisuele apparatuur werd een PC-nijverheid opgebouwd. Tegen 1995 vertegenwoordigde de elektronica 23 % van de Taiwanese productie en 35 pct van de export. Het eiland stak Duitsland voorbij als ’s wereld derde grootste PC-producent. De IT-fabricanten bouwen 40 pct van de draagbare PC’s ter wereld, twee derden van de moederborden, klavieren en muizen plus ongeveer 60 pct van de monitoren. Taiwan is eerste en tweede vervaardiger in 14 categorieën PC-componenten waaronder moederborden, chipsets, Cd-romspelers, grafische kaarten en scanners. In dat jaar werd één derde van de Taiwanese PC-gerelateerde productie offshore geproduceerd en hierbij is het deel dat op het vasteland geproduceerd wordt reeds groter dan de gedeelten in Thailand en Maleisië. Het is er 3 tot 8 pct goedkoper produceren dan in de ASEAN-landen en 8 tot 22 pct goedkoper dan in Taiwan zelf. Nu zou reeds één derde van de PC-gerelateerde productie naar het vasteland zijn verhuisd en dit zou slechts het begin zijn.
Toch is de fundering van de Taiwanese elektronica zwak. Het eiland is enerzijds voor bepaalde componenten zoals TFT-schermen die voor één derde van de laptop-kost uitmaken, afhankelijk van Japanse import. Hoewel Tapei anderzijds verbiedt dat draagbare PC’s op het vasteland geproduceerd worden doet ACER –het derde PC-maker en één van de top 10 merken- dit toch, omdat de firma zonder dit niet kan concurreren met Japan legt voorzitter van Acer-Peripherals K.Y.Lee uit. Vijf andere fabrieken worden gepland op het vasteland. De productie verhuist dus naar goedkopere gebieden, maar research & ontwikkeling blijft op het eiland aldus Acers kwaliteitsmanager Akwang Hsu. Hij geeft toe dat Taiwan goed is in ontwikkeling maar dat het nog mangelt aan de overigens erg dure research.
Volgens Wereldbank-specialist Jefferson heeft Taiwan geen andere keus dan de productie naar het vasteland te verhuizen en zal het zelfs daar nog concurrentie van multinationals ondervinden omdat deze reeds researchcentra in de Volksrepubliek hebben opgezet die zo dreigen de tussenhandelaar Taiwan uit de markt te wippen. Jefferson besluit dat de economische integratie niet houdbaar is zonder stabiele politieke betrekkingen. Zo kunnen om te beginnen directe verbindingen tot stand komen tussen de Taiwan-engte. Nu duurt het een volledige dag om van Xiamen naar Taiwan te vliegen omdat in Hongkong nog een visum moet aangevraagd. Met directe verbindingen zou het maar één uur duren.
Militair
Het is waarschijnlijk dat in de toekomst Taiwan niet echt de Volksrepubliek zal provoceren zoals president Li en de nieuwe president heeft reeds zijn voormalig standpunt inzake onafhankelijkheid op waakvlam geplaatst. Hij is wellicht voldoende intelligent om het vasteland niet bewust uit te dagen en integendeel de handel zijn gang te laten gaan. Er zijn trouwens reeds rechtstreekse verbindingen tussen enkele Taiwanese eilanden en het vasteland goedgekeurd. Overigens wenst de meerderheid van de bevolking in Taiwan goede betrekkingen met het vasteland. Toch bestaat vanuit de USA een niet onbelangrijke lobby die Taiwan aanziet als een duikboot tegen de VRC. De materie is licht ontvlambaar. Vooral als de USA zou beslissen de defensiebanden met Taiwan sterk aan te halen of het eiland te betrekken in een rakettenschild, valt een gewapend treffen niet uit te sluiten.
Hoewel hier heel wat scenario’s en variabelen mogelijk zijn, is het nuttig toch even de militaire balans van naderbij te bekijken. Defensiespecialisten zijn het eens dat een boude invasie op Taiwan onwaarschijnlijk is om een drietal redenen. Geografisch bestaat de Taiwanese westkust uit moerassen en de oostkust uit rotsen en klippen: slechts enkele gebieden zijn geschikt voor amfibielandingen en deze zullen ongetwijfeld goed worden verdedigd. Bovenal beschikt de Volksrepubliek niet over voldoende transportmogelijkheden om zijn troepen snel in Taiwan in te zetten. In de beste omstandigheden zoals bijvoorbeeld mooi weer kan China 3 divisies overbrengen die geen partij zouden zijn voor de 24 Taiwanese. Bovendien zou Amerikaanse spionage de opbouw van een invasie die een zekere tijd in beslag neemt, hebben zien aankomen.
Wat in het geval van ernstige spanningen China wel verwacht wordt te doen is het Taiwanees leven lastig maken met het afvuren van chirurgische raketten op strategische doeleinden en dit gecombineerd met een zee- en luchtblokkade om de bevoorrading af te sluiten. Zo wordt vermeden dat infrastructuur wordt vernietigd of te veel doden vallen. Dit zou beginnen met het doen van “oefeningen” waarbij gevuurd zou worden op schepen die in de buurt komen, voorts kunnen mijnen in Taiwanese wateren geplaatst worden en dit zou gradueel kunnen escaleren tot een blokkade van Taiwanese havens die volgens de VRC offensieve wapens zoals F16’s bevatten. De analisten verschillen in hun analyse over het aan elkaar gewaagd zijn van de beide vloten en luchtmacht. De Taiwanese luchtmacht is superieur in kwaliteit. De Taiwanese zeemacht doet onder in kwantiteit vooral in onderzeeërs maar langs beiden kanten wordt de vloot gemoderniseerd de ene met Ruslands hulp, de andere zijde doet beroep op Amerikaanse tuig. De Volksrepubliek heeft dan weer een suprematie inzake het afvuren van raketten. Om dit overwicht tegen te gaan wordt in het westen gedacht Taiwan te betrekken in een antirakettenschild.
Hier zitten we dan weer op politiek terrein want de Volksrepubliek kan dit dan weer als een agressie op haar territoriale integriteit opvatten. Belangrijke onbekende als het tot een treffen komt, is eveneens de reactie van de Verenigde Staten. Op het ogenblik van dit schrijven verklaarde de nieuwe Taiwanese president echter China niet voor het hoofd te zullen stoten. Overigens is het eiland sedert de verkiezingen meer politiek gefragmenteerd geworden. Er is Song die een nieuwe volkspartij opricht. De Kuomintang is verdeeld tussen cosmetische en fundamentele hervormers. Peking verkneukelt zich alvast bij de afgang van Li Deng-hui. En de nieuwe president Chen van de DPP moet met de Kuomintang regeren om een meerderheid in het parlement te hebben. De aangeduide premier Tang Fei is bekend als voorstander van de één China-politiek. De nieuwe vice-president Annette Lu heeft zich reeds scheldtirades vanuit Peking op de hals gehaald met haar verklaringen dat beide delen maar verre verwanten zijn. Toch lijkt de periode van de wederzijdse isolatie definitief voorbij. De interpenetratie kan wellicht enkel toenemen. Wanneer het kapitaal van Taiwan zou kunnen gecombineerd met de geschoolde mankracht van het vasteland kan een dynamiek ontstaan die vergelijkbaar is met de kruisbestuiving tussen Hongkong en Guangdong. Voor de toekomst houden wij het dus op “business as usual” als onze pronostiek.
Selecte bibliografie
Regering China, Witboek over Taiwan: ”One‑China Principle overrides all”, 22/02/00, China Daily
Thurston, Anne F., Taiwan: the little island that could. (history and relations with China), Vol. 20, The Wilson Quarterly, 1 Jun 1996, pp. 52(16).
Cal Clark, Taiwan in the 1990s: Moving Ahead or Back to the Future, in China Briefing p 195 e.v., Sharpe 1997
Cross‑Strait Economic, Trade Development, FBIS‑98‑295, CNS, 11 Oct 98
5 New Patterns to Taiwan Investment in PRC, FBIS‑98‑351, CNS,11 Dec 98
Like Lips and Teeth: Economic Scenarios for Cross‑Strait Relations, Gary H. Jefferson, Center for Strategic and International Studies, Washington, DC, September 21‑22, 1999
www.ft.com, Country Briefs, Financial Times Survey, Taiwan Industry en Taiwan Economy
Blockade Said First Option Against Taiwan, FBIS‑1999‑0910, Ta Kung Pao, 10 Sep 99
Article on National Defense Modernization, FBIS‑1999‑1108, Ta Kung Pao, 27 Oct 99
Viner, Kim, Potential military solutions for the “Taiwan Question.”, Vol. 24, Asian Affairs: An American Review, 22 Sep 1997, pp. 180(10).
The Military Balance Across the Taiwan Strait, Chen Pi‑chao,Taipei Times, 10/01/00
The PLA and the Taiwan Strait, June Teufel Dreyer, University of Miami, Prepared for the International Forum on The Peace and Security of the Taiwan Strait, Taipei, July 26‑28, 1999
Denny Roy, Tension in The Taiwan Strait, By Dept. of National Security Affairs, Naval Postgraduate School, Monterey, California, USA, March 2000
Jan Jonckheere China Vandaag 1/06/2000
[…] Taiwanese krant China Times vindt 57% van de ondervraagden dat de Volksrepubliek het goed meent met Taiwan. Dat is het hoogste cijfer ooit. Slechts 15,7% dacht het […]