Chinezen zijn talrijk aanwezig in Irak. En in de huidige chaos verdwijnen ze minder snel dan het personeel van multinationals.
1.300 Chinese arbeiders hebben in Samarra drie weken op een werf van China Machinery Engineering Corp. (CMEC) geblokkeerd gezeten nadat ISIS de stad veroverde. Uiteindelijk konden ze naar Bagdad vertrekken in helikopters en bussen. In de rest van Irak verblijven nog ongeveer 10.000 Chinezen. Sommigen willen naar huis terugkeren, maar krijgen niet altijd toestemming van hun bedrijf, zeker niet wanneer ze op een sleutelpositie werken en er geen vervanger is. Meestal voorziet hun contract een stevige boete indien ze voortijdig weggaan. Maar er zijn avonturiers die zelfs nu nog naar Irak vertrekken. Het beleid van de Chinese bedrijven komt er in het algemeen op neer dat ze verder werken en afwachten wat er gaat gebeuren. In de regel hebben ze geen verzekering tegen oorlogsrisico’s.
Volgens de ambassadeur in Bagdad werkt 80% van de Chinezen in het Zuiden, 10% in de centrale regio nabij Bagdad en 10% in de streek onder Koerdisch gezag. Uit de gebieden die de opstandelingen controleren is iedereen geëvacueerd.
Grote projecten
De meest Chinese bedrijven zijn staatsbedrijven in de olie-, elektriciteit-, telecom- en bouwsector. Ze kwamen vooral nadat het Amerikaanse leger in 2011 vertrok. Maar telecombedrijven Huawei en ZTE zijn al 15 jaar aanwezig. Doordat de grote contracten met de Irakese overheid zijn is er weinig ruimte voor kleinere privébedrijven. Die komen wel talrijk het land binnen als onderaannemers voor de staatsbedrijven. CNPC controleert de olievelden van Ahdab, Halfaya, West Qurna 1 en een deel van Rumailah. Gemiddeld is per veld 2 miljard dollar geïnvesteerd en werken er 1.000 Chinezen. CNPC en Sinopec nemen ook deel aan pijplijnprojecten. De activiteiten van CNPC in Irak worden overigens door de Chinese overheid onderzocht in het kader van corruptieklachten tegen topmensen van CNPC. China is ook sterk aanwezig in de bouw van wegen, bruggen en elektriciteitscentrales. Shanghai Electric Group begon in 2008 aan een elektriciteitscentrale van 330 MW in de zuidelijke provincie Wasit en die is in 2013 opgestart.
Een Chinese arbeider bij een onderaannemer verdient in Irak ongeveer 10.000 yuan (1250 euro) per maand. Bij een multinational zou hij het dubbele verdienen.
Naast het personeel van staatsbedrijven en hun onderaannemers vinden we in Irak nog een aantal kleine zelfstandigen in invoer/uitvoer, winkels en groothandels, of in diensten zoals restaurants, reisbureaus en hulp bij visa. Een Chinese man die op eigen houtje naar Irak wil komen betaalt aan een bemiddelingsbureau voor een visum onder de paraplu van een groot bedrijf 1.800 dollar, een vrouw 2.800 dollar.
Irak is de derde Arabische handelspartner van China, voor een totaal van 25 miljard dollar in 2013, een stijging op jaarbasis van 42%. Irak voert vooral olie uit, China bouwt infrastructuur.
Bron: Caixin
