Voor het eerst in de geschiedenis telt China meer stadsbewoners dan plattelanders, 691 miljoen tegen 657 miljoen. Deze en andere cijfers komen uit het jaarverslag van het Nationaal Bureau voor Statisitek (NBS).
In 1949 leefde nog 90% van de bevolking op het platteland, rond 2030 wordt verwacht dat het nog slechts een derde zal zijn. De urbanisatie van China zal nog lange tijd de bouwsector en de industrie in het algemeen stimuleren. De gemiddelde stedeling zag zijn netto reëel beschikbaar jaarinkomen stijgen met 8,4% tot 21.810 yuan ( zowat 2.500 euro) terwijl een plattelander gemiddeld 11.4% meer geldinkomen kreeg maar toch nog bleef steken op 6.977 yuan (ongeveer 650 euro). Het verschil lijkt groter dan het is, omdat de statistieken geen rekening houden met wat de mensen op het platteland voor zichzelf produceren, zoals voedsel.
De Chinese economie in zijn geheel , het BNP, bereikte 47.160 miljard yuan (5.600 miljard euro) , een toename met 9,2% , iets minder dan de 10.3% in 2010 maar een stuk boven het vooropgezette objectief van 8%. Toch is er een merkbare groeivertraging in de tweede jaarhelft, en het vierde kwartaal was het zwakste sinds begin 2009 toen de westerse financiële crisis zich volop liet voelen; de groeivertragind was wel minder dan westerse experten voorspeld hadden. De industriële productie nam 13.9% toe wat minder was dan in 2010. De investeringen van de overheid in infrastructuur groeiden 23.8% . In de kleinhandel werd 18.1% meer gekocht.
Volgens Ma Jiantang, de directeur van het NBS, staat China voor een ingewikkelde buitenlandse situatie doordat de vraag in de EU en de VS zwak blijft, de financiële markten turbulent zijn en protectionisme toeneemt. Binnenlands zijn de vraagtekens de inflatie, het tekort aan krediten voor KMO’s, en de inspanningen om energie te besparen en CO2 uitstoot te verminderen. Ma vindt de prestatie voor 2011 ,gezien het toen al moeilijk internationaal kader, indrukwekkend. Hij heeft vertrouwen in 2012 en ziet 2011 als een goede start van het vijfjarenplan.
In een verklaring van de Chinese centrale bank, de People’s Bank of China, staat dat de totale maatschappelijke financiering in 2011 met 8% gedaald is; deze in 2010 ingevoerde Chinese index meet het total van de leningen, obligaties, nieuwe aandelen enz. in de werkelijke economie.
Analysten verwachten zeker nog een groeivertraging in de eerste helft van 2012, door de vertraagde gevolgen van de slechte wereldsituatie en van de door de regering opgelegde maatregelen tegen de inflatie. Dit jaar zal de regering waarschijnlijk de banken toelaten terug meer geld in de economie te pompen. Men gaat uit van een groei tussen 8 en 9% .
