De ex-president van Taiwan, Chen Sui-bian, is weer toegelaten tot zijn vroegere partij, de Democratic Progressive Party (DPP). Het besluit is controversieel.
De DPP die opkomt voor onafhankelijkheid van Taiwan zit tegenwoordig in de oppositie.De regerende Kwomintang erkent wel dat er slechts één China is, ook al is de partij niet happig om de feitelijke splitsing ongedaan te maken. Toen de nu 62-jarige Chen president was van 2000 tot 2008 probeerde hij voortdurend het karakter van Taiwan als onafhankelijk van China te benadrukken, onder meer door allerlei ‘nationale’ symbolen te propageren. Hij dreigde een aantal keren de onafhankelijkheid van Taiwan te zullen uitroepen. Kort nadat hij de verkiezingen verloor is hij opgepakt en veroordeeld tot 18 jaar gevangenis wegens talloze gevallen van corruptie. Hij nam toen ontslag uit zijn partij maar heeft onlangs geëist terug lid te mogen worden. Dat is nu goedgekeurd, meerderheid tegen minderheid, eerst door het centrale comité en dan door de kernleiding van vijf personen.
Door Chen, een veroordeeld misdadiger die in de gevangenis zit, terug op te nemen, speelt de partij met vuur. Het is immers ver van zeker dat de Taiwanese kiezer de redenering van de DPP, dat Chen geen fair proces gekregen heeft, zal volgen. Het zou kunnen dat zijn lidmaatschap een molensteen rond de nek wordt van de partijkandidaat bij de presidentsverkiezingen in 2016.
Bron: Wantchinatimes.
