We bespreken hieronder vijf boeken over diverse facetten van het stedelijk beleid in China. Gemeenschappelijk is dat de boeken allen uitgegeven werden door de Duitse uitgeverij Springer.
Wong, T.-C. (Eds.), Population Mobility, Urban Planning and Management in China, 371 p, Springer, 2015
Deze publicatie gaat over het fenomeen van de vlottende bevolking in de steden en hoe het stedelijk beleid daarmee omgaat. Een tweede hoofdstuk behandelt meteen de complexiteit van de definitie van migranten die de stedelijke status niet bezitten. Van 1989 tot 2000 hadden maar 13 miljoen van de toen 150 miljoen migranten deze stedelijke status verworven. De Chinese overheid staat maar met mondjesmaat toe dat migranten de stedelijke hukou verwerven omdat ze bang zijn dat anders slums gaan ontstaan: in 2007 leefde bijvoorbeeld 40% van de bevolking in de Indiase hoofdstad in krotten of gelijkaardige behuizing. In Beijing leefden in 2013 21 miljoen bewoners: 8 miljoen of 38 % woonde er tijdelijk, waarbij ook zelfstandigen en studenten. Gezien 70% van de bouwvakkers migranten zijn, worden velen gehuisvest op de werf. Anderen wonen in stadsdorpen met een minimum aan comfort. Het boek heeft het over de 12 miljoen personen uit ongezonde buurten waarvoor in het land nieuwe woningen gebouwd werden en ook over de plannen om dit gedurende 2013-18 voor nog eens 3 miljoen stedelijke gezinnen over te doen.
Uit onderzoek blijkt dat 2/3 van de migranten vuil, gevaarlijk en weinig gewaardeerd werk doen en dat de helft terug te vinden is in de kustgebieden. In tegenstelling tot oudere migranten, wil de nieuwe generatie zich liever in de stad vestigen. Naast de migranten worden ook de huisvestingspatronen van de “mierenstam” in Beijing geanalyseerd en wat er gebeurt wanneer de overheid dit stadsdorp waar afgestudeerden goedkoop leven, gaat renoveren. De huur steeg met 30 %: voor velen met een laag inkomen bleek dit onbetaalbaar en ze zwermden uit naar meer afgelegen stadsdorpen. Het is vooral op het grensgebied tussen stad en platteland dat nieuwe stadsdelen gepland worden. Dit gebeurt niet enkel “top-down” laat het boek met diverse voorbeelden zien, maar ook vanuit de basis naar de top toe. Zo is de ontwikkeling van het stadsdorp Xiaocun in de rand van Kunming door de gemeenschap zelf gedreven en is het nu voorzien van moderne voorzieningen, brandbestendige woningen en groen. Helaas hebben de steden te weinig oog voor deze informele dynamiek, zij het dat Chengdu er wel gebruik van maakt.
Een zevende hoofdstuk heeft het over de koolstofuitstoot die in het begin van het verstedelijkingsproces tot meer uitstoot leidt, maar als de densiteit eenmaal een zeker punt bereikt wordt, de uitstoot weer vermindert. Het achtste hoofdstuk is een casestudy over de rol van buitenlandse firma’s bij de stedelijke omvorming van Suzhou. In 2003 vestigde Samsung een LCD-fabriek in het Suzhou Industrial Park (SIP). Dit werd gevolgd door een eerste golf van Koreaanse toeleveranciers en daarna nog door een tweede golf zodat een gehele leveranciersketting van Korea naar China verhuisde. Later volgden nog Koreaanse banken. Momenteel werken 850 Zuid-Koreaanse firma’s in Suzhou, waarvan een derde in SIP. Het negende hoofdstuk behandelt het thema van de zeven stadsregio’s (foto): zowel regio’s die grensoverschrijdend zijn (bv Beijing, Hebei, Tianjin) als die de grenzen van een provincie niet overstijgen (bv Changsha-Zhuzhou-Xiangtan in Hunan). Er wordt vooral stil gestaan bij het Plan voor de Parelrivierdelta tussen 2008 en 2020 met de taakverdeling tussen de diverse centra en bij de Chang-Zhu-Tan samenwerking in Hunan en het Changsha City Master Plan. Het tiende hoofdstuk is gewijd aan het thema hoe de nationale overheid door planning greep wil krijgen op het milieu. Het elfde vergelijkt Europese en Chinese ecosteden: blijkt dat de Chinese plannen te weinig geïntegreerd uitvallen. Het twaalfde hoofdstuk behandelt het thema van duurzaam transport in Guiyang en analyseert het masterplan (2009-2020) in het licht van groene verstedelijking: Guiyang wil zowel de tram promoten als het fietsverkeer weer aanmoedigen.
Het dertiende hoofdstuk analyseert de ruimtelijke verdeling van de volkshuisvesting in Nanjing. Het veertiende heeft het over kleinere rurale steden in de snelle verstedelijking van de provincie Hubei. Deze blijkt niet enkel gedreven te worden door de uitbreiding van de nijverheid in die steden, maar ook door boeren die naar de stad trekken omdat ze er over betere diensten beschikken, zoals onderwijs voor hun kinderen. Twee hoofdstukken hebben het over het verhandelen van de grondrechten van de boeren als middel in het verstedelijkingsproces. Ook de informaliteit in stadsdorpen komt verder nog aan bod en het financieel systeem voor de ontwikkeling van kleine steden in west- en centraal China. Het voorlaatste hoofdstuk beschrijft de bewonersparticipatie bij twee projecten ter behoud van erfgoed in Yangzhou. Het laatste hoofdstuk besluit met het bestuur en de financiering van vastgoed in China. Kortom een vrij gediversifieerd boek over stadsplanning en mobiliteit.
Liu, Ran; Spatial Mobility of Migrant Workers in Beijing, Springer, 303 p
Dit boek beperkt zich tot de mobiliteit van de migranten in Beijing. De eerste hoofdstukken zijn eerder theoretisch van aard en daarin staat het concept “Recht op de stad” van Henri Lefebvre centraal en dit botst uiteraard met de hukou beperkingen waaraan de migranten onderhevig zijn. Vanaf het vierde hoofdstuk worden de gegevens uit de volkstelling 2010 te Beijing vanuit diverse facetten geanalyseerd. Tussen 2000 en 2010 kwamen er in de hoofdstad 4,5 miljoen migranten bij. In geheel het land waren er in 2000 144 miljoen en 260 miljoen in 2010. Een groot deel van het boek komt er op neer te besluiten dat waar tot 2000 de migranten leefden en werkten binnen de vierde ring die als de grens van de agglomeratie wordt beschouwd, de buitenste randgebieden na 2000 de hoogste aangroei van deze migranten hebben gekend. In 1990 leefde een kwart van de migranten in de binnenstad, tegen 2000 daalde dit tot 16,5 % en tegen 2010 was het geslonken tot 7,7%. Kortom ze werden tot over de vierde ring gedreven. Anderhalf miljoen leven in rurale huisvesting, meestal in sub standaard voorwaarden in stadsdorpen of erger in de illegaliteit.
De stad Beijing voert weliswaar een stedelijk beleid om ongezonde stadsdelen terug op te knappen, maar heeft daarbij minder oog voor de migranten dan voor de oorspronkelijk rurale bewoners die nadien wel een stedelijke status krijgen. In 2005 telde Beijing nog 346 stadsdorpen, van 2005 tot 2010 werden er 240 afgebroken en in 2010 & 2011 nog 50 andere: een miljoen migranten moesten opkrassen. In de gerenoveerde stadsdelen gaan vooral witte boorden professionals wonen. Hoofdstuk vijf onderzoekt hoe precair de migranten met laag inkomen leven in het noordwestelijk stadsdeel en deze status wordt nog verder in hoofdstuk 6 onderzocht. Personen die uit hun huizen gedreven werden, kregen weliswaar schadeloosstelling, maar voor de minder gegoeden is de som net te weinig om zich ter plaatse een huis uit de commerciële sector te kunnen veroorloven. Zelfs de programma’s voor sociale huisvesting blijken eerder op (de meer welvarende) staatsambtenaren te zijn afgesteld. Het boek maakt verder een vergelijking tussen Beijing en slums in Sao Paulo en behandelt ook de invloed van de factor grond op de stedelijke financiën. Kortom een onmisbaar boek voor zij die in de hoofdstedelijke huisvesting inzicht willen verwerven.
Chen, X. (et al.) (Eds.), Building Resilient Cities in China: The Nexus between Planning and Science, 389p , Springer, 2015
Het boek “Building Resilient Cities in China: the Nexus between Planning and Science” bevat een reeks papers van de zevende conferentie van de International Association for China Planning die medio 2013 in Shanghai doorging. We gaan niet alle hoofdstukken aflopen want het thema duurzame steden houdt heel wat deelfacetten in. Zo behandelt het boek onder meer: de definitie van duurzame steden, de open ruimte, groenzones en waterplanning, huisvesting, openbaar vervoer…. Interessant vonden we de benadering van het buurtleven dat onder een snelle verstedelijking afneemt. De noodzaak van een sociale revitalisatie bij het behoud van historisch cultureel erfgoed wordt geïllustreerd aan de hand van de moslimwijk in Xian. De meeste casestudies hebben echter betrekking op Shanghai: hoe diensten in het Putuodistrict nijverheid verdringen, de politiek van Shanghai voor meer groen en open ruimte en een geringere bevolkingsdichtheid, de planning van het eco-eiland Chongming, het verstedelijkingsniveau in Baoshan. Ook buitenlandse voorbeelden komen aan bod. Door de veelheid aan vakkundige informatie lijkt het boek eerder bestemd voor professionals
Pan, Q. (et al.) (Eds.), Recent Developments in Chinese Urban Planning, 367 p, Springer, 2015
Van hetzelfde kaliber is het boek “Recent Developments in Chinese Urban Planning” dat papers publiceert van de achtste conferentie van de “International Association for China Planning” die in juni 2014 plaats vond in Guangzhou. Ook hier een aantal thema’s die vooral specialisten aanbelangen. Een greep uit het aanbod: de strategie van Beijing tegenover de uitlaat van voertuigen, de bevolkingsdichtheid in Guangzhou en het verwarmingseffect, de isolatie van gebouwen, de groene infrastructuur, de koolstofarme ecostad, planning van megacity regio’s, buurtconflicten bij bescherming erfgoed, zelforganisatie bij verstedelijking bij kantons in Hubei… Voorts nog case studies over Guangdongs kleine steden, de ruimtelijke structuur in Henan, de stadsplanning in Wuhan, Beijings grondgebruik, de toegankelijkheid van weg- en metrovervoer in Shanghai, gezondheidscentra op buurtniveau, de balans tussen werkplaats en huisvesting…
Comparative Study of Smart Cities in Europe and China 2014, 261 p, Springer, 2016.
Het gaat om een publicatie van de EU DG Cnect en de China Academy of Informations and Communications Technology in het kader van de dialoog over stedelijk beleid tussen de EU en China. De teksten werden voltooid in augustus 2014. Meteen worden ook het nadeel en het voordeel van het boek duidelijk. Het maakt geen beoordeling of kritiek, maar bevat wel een volledige detaillering van de slimme steden in China en de EU. Vandaar dat we het werk toch even vermelden.