70 jaar Volksrepubliek: een sterk palmares

De Chinese Volksrepubliek bestond op 1 oktober 70 jaar. Na een kort overzicht gaan we dieper in op het uit het niets scheppen van de nijverheid en op de ontplooiing gedurende het laatste decennium van ’s werelds grootste SST-net. Vervolgens kijken we hoe China aan de middle income trap wil ontsnappen. Tenslotte gebruiken we een McKinsey studie over de huidige en te verwachten relatie met het buitenland.

Het Chinese bnp/hoofd steeg van 1952 tot vorig jaar 190 maal, toen het 9.732 $ bedroeg. In 1952 maakte de Chinese economie nauwelijks 1,8 % uit van ’s werelds totaal; nu bedraagt dit 16%. De bevolking groeide van 575 miljoen tot 1,4 miljard en in 2018 stond China zelfs in voor 27% van de wereldwijde economische groei.  Ten tweede maakte China een overgang van een overwegend landbouwland tot de fabriek van de wereld die meer dan één kwart van ‘s werelds maakwerk vervaardigt. In 1978 kende China praktisch geen privébedrijven. Eind 2018 droegen de privébedrijven voor de helft bij aan de nationale belastingontvangsten, produceerden 60% van het bnp, vaste investeringen en de investeringen buiten China. De privésector staat ook in voor 80 % van de stedelijke banen. Bij de grote bedrijven uit de Fortune top 500 zijn er van de meer dan 100 Chinese echter maar 15% uit de privésector. De grote banken blijven verder voor 90% in staatshanden. Ten derde steeg de verstedelijkingsgraad van 11 % tot 60%. Elke stijging met één punt komt overeen met de migratie van 14 miljoen personen naar de steden.

De levensstandaard voor het Chinese volk steeg dramatisch. De voorbije 40 jaren haalde China 700 miljoen personen uit de armoede. De levensverwachting verdubbelde van 35 tot 77 jaar. De kindersterfte daalde van 200 per duizend naar 6,1 per duizend. Het analfabetisme verschrompelde van 80% naar 5%. Vandaag heeft China met 400 miljoen middelrijke personen ’s werelds grootste bevolking met een middelhoog inkomen. Het pensioensysteem dekt 900 miljoen inwoners, de basis ziekteverzekering 1,3 miljard en 196 miljoen personen zijn verzekerd tegen werkloosheid. Wat de kloof tussen de geslachten betreft, die is zowel weggewerkt in het middelbaar- als het hoger onderwijs evenals bij het rekruteren van nationale ambtenaren. De westerse media die vaak mistoestanden over mensenrechten uitbazuinen, blijven omgekeerd evenredig discreet over de hoogte van de Chinese lonen die tussen 2005 en 2016 verdrievoudigden. Ze halen ongeveer 70% van de lonen in landen zoals Griekenland en Portugal.

Video China 70 jaar in 70 seconden

Nijverheid

Eerste petroleumontginning Daqing

Bij het ontstaan van de Volksrepubliek waren de weinige fabrieken kapot, afgetakeld of verouderd. De industrialisering begon in de jaren vijftig en China  ontving daarvoor voor 10 miljard roebel hulp  uit de USSR en uit Oost-Europa. Met deze hulp werden 156 grote industriële projecten opgestart. Het betrof vooral projecten uit de zware nijverheid zoals energie, metaal, machinebouw, chemie en landsverdediging. De buitenlandse hulp werd terug betaald met landbouwproducten. Vooral van 1959 tot 1961 ging een groot deel van de landbouwopbrengst naar deze terugbetalingen. Tezelfdertijd werden de prijzen van de landbouwproducten laag gehouden. Er kan gesteld worden dat het de boeren waren die door de buikriem toe te halen de opbouw van de nijverheid betaalden. Tijdens de eerste 20 jaar van de Volksrepubliek onttrok de staat volgens een universitaire studie van de Renmin University 700 tot 800 miljard yuan aan de rurale gebieden. Een andere studie die over de eerste 60 jaar loopt, vond dat zo 17 biljoen van het platteland naar de steden vloeide. Hoe dan ook tussen 1950 en 1977 groeide de Chinese industrie jaarlijks met 11,2% waardoor het land in groei na Japan kwam.

Op twintig jaar tijd werd een tamelijk volledig systeem uitgebouwd, voornamelijk in noord en noordoost China. Het land lanceerde zijn eerste atoombom, waterstofbom en eigen satelliet. Van 1969 tot 1979 leende China geen geld meer van andere landen. Een eerste lening kwam nadien in 1979 en er volgden voor 5,1 miljard $ gehele sets aan uitrusting. Het was de tweede golf van technologische invoer na deze uit de jaren vijftig.  China lanceerde 26 grootschalige nijverheidsprojecten en dit met 20 miljard yuan investeringen. Deze fabrieken begonnen te produceren in 1982. Tegen 1980 was de Chinese nijverheidssector groter dan die van het VK en Frankrijk. 

Eind 1978 begonnen de economische hervormingen en werd de klemtoon meer gelegd op de lichte nijverheid, het stimuleren van verbruiksgoederen en de verbetering van het levenspeil. Deze hervormingspolitiek was succesvol, maar veroorzaakte een ernstige inflatie. In 1988 volgde een soberheidsprogramma dat tot 1992 duurde. Tijdens de soberheidsperiode werd meer aandacht besteed aan energie, transport en de bouw van infrastructuur. Om de flessenhals op dit vlak te doorbreken, volgde na 1993  opnieuw een benadrukken van de zware nijverheid. De Chinese productie van staal bedroeg de helft van ’s werelds totaal. Er kwam een einde aan de economie met tekorten. Met de Aziatische financiële crisis ging China een proactief fiscaal beleid voeren en startte een uitvoerige industriële herstructurering. Nadat aan de primaire behoeften was tegemoet gekomen, steeg de vraag naar duurzame verbruiksgoederen.

markteconomie na maximum 15 jaar
China treedt toe tot WTO

De toetreding van China tot de WTO in 2001 bracht het land in de periode van globalisering. China groeide uit tot een internationale macht in het maakwerk. De meeste ondernemingen uit de Fortune Top 500 bedrijven zetten operaties op in China. Dit bracht ook management knowhow en zakenmodellen waar de lokale bedrijven van konden leren. Met zowel de toevoer van binnenlandse als buitenlandse investeringen groeiden de delta van de Jangtserivier, de delta van de Parelrivier en het gebied rond de Bohaizee uit tot echte internationale maakwerk hubs. De Chinese buitenlandse valuta stegen tot boven 3 biljoen $. Na de financiële crisis uit 2008 ging China meer de aandacht leggen op de kwaliteit en de duurzaamheid. Ditmaal werd de aanbodzijde van de economie geherstructureerd om tot een ‘new normal’ te komen. Er werd afgedankt in traditionele nijverheden, maar voor de reconversie waren miljarden beschikbaar. Staalarbeiders werden taxichauffeurs of bestellers van postpakketten.

SST-net

Inhuldiging treinstation in vijftiger jaren

China heeft op tien jaar een volledig SST-net uitgebouwd. Het telt immers veel steden van meer dan een half miljoen inwoners die op afstanden van 200 tot 500 kilometer van elkaar liggen, ideaal voor een hogesnelheidslijn. De eerste volledige hogesnelheidslijn werd geopend tussen Beijing en Tianjin in 2008, het jaar voor de Olympische Spelen in Beijing. Eind 2017 was een net van 25.162 kilometer operationeel. Elke dag rijden er 2.600 China Rail Highspeed (CRH) treinstellen rond aan snelheden tussen 200 en 350 kilometer per uur. China heeft veruit het grootste hogesnelheidsnet voor passagiers. Dit net heeft over een periode van tien jaar al meer dan 7 miljard passagiers vervoerd. Daarmee komt het op de tweede plaats na de Japanse Shinkansen die in totaal al door 11 miljard personen gebruikt werd.

Momenteel worden 1,7 miljard passagiers per jaar vervoerd, veel meer dan het Franse of Japanse hogesnelheidsnet. De CRH-treinen vervoeren nu elke dag 56% van de 8,3 miljoen reizigers die per spoor van de ene stad naar de andere stad trekken. Er worden nog steeds lijnen aangelegd en verwacht wordt dat de vraag snel toeneemt. Naast het hogesnelheidsnet is het vervoer per conventionele trein overigens langzaam toegenomen met 0,5% per jaar. Door een hogesnelheidsnet uit te baten naast een conventioneel netwerk geeft men passagiers een keuzemogelijkheid. Daardoor is er veel plaats vrijgekomen op de conventionele intercitytreinen voor mensen met een lager budget. Op die treinen werd vroeger voor een plaatsje gevochten.Klassiek loopt er minstens één verbinding per uur tussen 7 en 24 uur. Dit vereist jaarlijks 4 tot 6 miljoen passagiers per lijn. De dienstverlening combineert directe treinen met semi directe treinen, afhankelijk van het aantal passagiers per stopplaats. De prijzen zijn vergelijkbaar met bus- of vlieglijnen. Internationaal bekeken liggen die laag zodat de trein voor een relatief breed publiek betaalbaar is. Op de belangrijke lijnen snoept de hst de helft van de reizigers van normale intercity’s af, bijna alle passagiers van intercity bussen en een aanzienlijk deel van de vliegpassagiers tot 800 kilometer ver. Ongeveer 10-20% van de verplaatsingen zouden voordien niet geweest zijn met een ander transportmiddel.

China slaagt er ondanks een moeilijke topografie in met veel bruggen en tunnels, hogesnelheidslijnen sneller en een derde goedkoper te bouwen dan andere landen. Een lijn kost gemiddeld tussen 17 en 21 miljoen dollar per kilometer. Het geheim ligt minder in de loonkosten. Belangrijker zijn een standaardontwerp en standaardprocedures. De geplande en continue stroom van projecten laat de ontwikkeling van zeer concurrentiële leveranciers toe, zowel voor de bouw als voor het materiaal. De investeringen in machines kunnen planmatig afgeschreven worden. Op het gebied van veiligheid rijdt elke dag een testtrein als eerste de lijn af. Om de tien dagen inspecteert een speciale trein met instrumenten de lijn. Het onderhoud gebeurt ‘s nachts, wanneer het treinverkeer minstens vier uur onderbroken wordt. Qua financiering werd eind 2015 geschat dat hogesnelheidslijnen gemiddeld een bruto rendement van 6% haalden, net genoeg om de schulden af te betalen. Rekening houdend met besparing in milieufactoren wordt het economisch rendement van hogesnelheidslijnen in 2015 geraamd op 8% en dat is aanzienlijk hoger dan het rendement van investeringen in andere lange termijn infrastructuur in China of elders.

Middle income trap

China wil ten stelligste vermijden dat het verzeilt in de zgn.‘middle income trap’. Dit euvel doet zich voor bij landen die op hetzelfde ontwikkelingsniveau blijven steken en niet de technologische ladder opklimmen. We hebben het bijgevolg in deze sectie over onderwijs, onderzoek, innovatie en starters.  Volgens het gespecialiseerde Consultancy Quacquarelli Symonds verbetert de kwaliteit van de Chinese universiteiten terwijl deze van de VS duidelijk vermindert. Als dit blijft voortduren, zal het verschil in de Nature Index binnen zes jaar zijn weggewerkt.  De Nature Index registreerde de voorbije jaren hoe frequent landen en instellingen bijdragen tot de 82 meest prestigieuze publicaties in natuurwetenschappen. De gegevens wijzen uit dat de VS snel achteruitgaan terwijl de Chinezen daarentegen meer publiceren. Indien deze twee tegengestelde tendensen aanhouden, zal de Chinese wetenschappelijke productie de Amerikaanse overstijgen binnen zes jaar.

Volgens een Amerikaans rapport studeerden 44 % van de Chinese studenten hoger onderwijs af in exacte wetenschap of als ingenieur; in de VS is dit nauwelijks 16%. Het blijft overigens niet bij louter theorie stelt de Financial Times vast. China is momenteel leider in de overgang naar nieuwe energie en het blad illustreert dit aan de hand van wind- en zonne-energie.. Het feit dat windmolens en zonnepanelen concurrentieel zijn zonder subsidie is grotendeels het gevolg van de massaproductie door Chinese bedrijven. De kosten van windenergie daalden het voorbije decennium met 69% en deze van zonnepanelen met 88%, aldus de investeringsbank Lazard. China is nu de wereldleider in beide technologieën waardoor het de leder is in de energietransitie. Er is echter nog meer op komst zoals de introductie van 5G in de telecomsector. China leidt bovendien eveneens in de ontwikkeling en toepassing van geavanceerde elektriciteitsnetwerken en is ook ’s werelds grootste producent van lithium-ion batterijen waarvan het 60% van de wereldproductie op zich neemt. Chinese bedrijven installeerden vorig jaar meer kerncentrales dan gelijk welk ander land. Van de 3 miljoen elektrische voertuigen rijdt de meerderheid in China dat vorig jaar goed was voor 56% van de verkoop. Het industrieel zwaartepunt van de wereld verhuist ongemerkt oostwaarts.

China besteedde het afgelopen jaar 2,19% van het bnp aan onderzoek en ontwikkeling, beter dan de EU. Voor het eerst overtroffen de investeringen in fundamenteel onderzoek 100 miljard yuan. Het land staat op de tweede plaats qua uitgaven voor O&O. Bedrijfsuitgaven aan innovatie en technologie groeiden de voorbije twee jaar dubbel zo snel in China in vergelijking met de VS en een rapport van Morgan Stanley verwacht dat dit ook dit jaar het geval blijft. Volgens de studie van Morgan Stanley zullen de IT-uitgaven door Chinese bedrijven dit jaar met 11% stijgen en dat is het dubbele van de 5 % stijging die bij de VS-bedrijven verwacht wordt.  De Information Technology and Innovation Foundation (ITIF) is een zeer gezaghebbend studiecentrum over wetenschap en technologie. In een rapport dat op 8 april uitkwam, stelt ITIF vast dat China wel degelijk de middelen en het talent heeft om zelf te innoveren. Het land mag dan in het verleden veel gekopieerd hebben, nu volgt het dezelfde weg die Zuid-Korea en Japan op gingen. Zo zijn de ITIF-onderzoekers van 36 indicatoren nagegaan om de evolutie van China met die van de VS te vergelijken. Op alle punten is China vooruitgegaan en is het de VS aan het inhalen. Tien jaar geleden lag het nog 80% achterop bij de VS, nu nog maar 50%.

Gedurende de eerste twee maanden van het jaar steeg de omzet van de bedrijven uit de 168 Chinese hightech zones tot 4,9 biljoen yuan of 9,3% meer op jaarbasis. Eind februari stegen de investeringen in vaste activa in deze zones tot 441 miljard yuan, een vooruitgang met 7,4%. Tijdens deze periode werden 46.000 nieuwe ondernemingen gesticht. Tussen januari en maart kreeg China 341.000 octrooi aanvragen voor uitvindingen binnen en 116.000 werden goedgekeurd. Daarnaast werden 503.000 aanvragen voor octrooien op gebruiksmodellen aangevraagd en 375.000 werden geregistreerd. Daarboven op kwamen er 119.000 goedgekeurde aanvragen voor ontwerp modelrechten.  Onderdirecteur Yang Weimin van de ‘Leidende groep over Economie en Financiën’ is overtuigd dat China de ‘middle income trap’ zal vermijden.. De regering stimuleert massaondernemerschap en innovatie.  Tijdens het eerste semester groeide de dienstensector vrij snel want ze vertegenwoordigt nu al 59% van de economische groei.. Het verbruik vertegenwoordigde 63,4% van het bnp.  De hightech nijverheid groeide sneller dan de traditionele. Er waren 2,91 miljoen starters wat 11,1 % hoger ligt in vergelijking met vorig jaar. Elke minuut ontstaan in China 11 nieuwe bedrijven.

McKinsey

China werd een wereldmacht. Het beschikt immers met 110 ondernemingen in de Global Fortune 500 over een vergelijkbaar aantal als dat van de VS en het land behoort ook tot de top twee van landen die het meest buitenlandse investeringen ontvangen. McKinsey Global Institute (MGI) vindt dat de voorbije jaren de blootstelling van de diverse landen aan China gestegen is, terwijl de blootstelling van China tegenover het buitenland verminderde, vooral door de nadruk op de interne markt. Hoe zal dit evolueren in de toekomst vraagt McKinsey zich af.

China werd in koopkracht gemeten in 2014 de grootste economie. In nominale termen bereikte het Chinese bnp in 2018 maar 66% van dit in de VS. Het land vertegenwoordigt 16% van de wereldproductie. Het werd in 2009 ’s werelds grootste uitvoerder van goederen en in 2013 de grootste handelsnatie in goederen. In diensten is China maar de vijfde grootste uitvoerder. Hoewel China een vergelijkbaar aantal ondernemingen in de Top500 van Fortune heeft, zijn de Chinese bedrijven vooral actief op de binnenlandse markt. Alhoewel het land tweede staat bij het ontvangen van buitenlandse investeringen, is het financieel systeem verre van geglobaliseerd. Het land is zowel de belangrijkste bron van studenten in het buitenland als van toeristen die naar het buitenland reizen. China heeft zijn uitgaven voor O&O van 2000 tot 2018 opgetrokken van 9 miljard $ tot  293 miljard $. Het betaalde daarnaast in 2017 China voor 29 miljard $ aan rechten voor intellectuele eigendom. Hoewel het 800 miljoen internetters telt, blijft het grensoverschrijdend internetverkeer beperkt. Op het gebied van milieu was het sinds 2006 de grootste uitstoter van CO² en het staat in voor 28% van de wereldwijde emissie. China investeert echter ook zwaar in hernieuwbare energie. In 2017 spendeerde het hier 127 miljard $ aan of drie keer zo veel als de VS en Europa samen. Tezelfdertijd is de concentratie aan fijn stof er volgens de Wereldbank drie maal zo hoog als in de OESO-landen. Toch daalde de concentratie in de 3 grootste industriële clusters sinds 2013 met 48% in het gebied rond Beijing, met 39% in de delta van de Jangtse en met 32% in die van de Parelrivier.

Betrekkingen

Lightshow te Shenzhen voor 70 jaar

China is goed voor de productie van 35 % van ‘s werelds maakwerk en het land was volgens de Wereldbank tussen 2010 en 2017 ook de bron van 31% van de wereldwijde groei in gezinsinkomen. De exposure aan China verschilt nogal per land en per sector. Van de 73 landen die McKinsey onderzocht, hadden 69 hun blootstelling verhoogd aan Chinese invoer als deel in de binnenlandse productie. 72 zagen hun export verhogen naar China en 56 hun blootstelling aan Chinees kapitaal in het aandeel buitenlandse investeringen. Vooral in Azië is deze vervlechting uitgesproken want China is de grootste handelspartner voor Maleisië, Singapore en de Filippijnen. Landen met rijke grondstoffen zoals Zuid Afrika en Australië kennen ook een grotere exposure.. In 2017 vond MGI dat China niet enkel de grootste Afrikaanse handelspartner was, maar ook de grootste bron van financiering voor infrastructuur en derde bron voor buitenlandse hulp voor het zwarte continent.

Wat de sectoren betreft, vond MGI dat in 17 van 20 onderzochte categorieën China instaat voor meer dan 20% van het wereldverbruik. McKinsey onderscheidt 5 types. China is integraal ingebed in de waardeketens van elektronica, machines en de uitrustingssector. De wereld hangt af van Chinese productie in zeer verhandelbaar licht maakwerk- en in de arbeidsintensieve sectoren. Sectoren die inputs vervaardigen voor verdere verwerking zagen ook hun aandeel stijgen.

China werd een wereldwijde macht in de digitale economie. Zo stond het in 2017 in voor 40% van de verkoop van de mobiele telefoons, 64% van de elektrische batterijverkoop en 46% van het chip verbruik. De VS technologische sector realiseert 15% van hun omzet in China dat helemaal vervlochten zit in de toeleveringsketen er van. Toch probeert China minder afhankelijk te worden en wil de Trump administratie precies verhinderen dat China een grotere technologische macht wordt.  In het geval van zonnepanelen, HST, digitale betaalsystemen en elektrische voertuigen staan Chinese spelers al in voor meer dan 90% van de binnenlandse markt. In de luchtvaart en het vervaardigen van chips doet zich het omgekeerde voor

Betalen met QR-code is gemeen goed

Volgens MGI volgt China in 61 bestudeerde technologieën de wereldwijde standaarden voor 90%. Lokale producenten zijn in staat zich voor 60 tot 80% van technologieën lokaal te bevoorraden, wat dus neerkomt op toch nog een afhankelijkheid van ongeveer 30% van buitenlandse multinationals. Meer bepaald analyseerde de consultancy drie waardeketens waar China staat qua integratie: de elektrische voertuigen, robots en chips. De Chinese markt van elektrische voertuigen groeide tussen 2011 en 2017 jaarlijks met 80%. In 2017 hadden de Chinese producenten 90% van de binnenlandse markt in handen en maar 5% in het buitenland. De Chinese batterijen kennen echter een dichtheid die een derde lager ligt dan deze van de Japanse batterijen. China is de grootste robotmarkt met 36% van de wereldwijde verkoop. Buitenlandse spelers hebben er echter de helft van de Chinese markt. In sommige gesofistikeerde onderdelen blijft China erg afhankelijk van het buitenland.  China importeerde in 2018 meer chips dan aardolie. Niettegenstaande de overheid gul is met steun opdat de  eigen chipsector zich zou ontwikkelen, ligt deze nog jaren achter op de geavanceerde buitenlandse technologie.

Verwacht wordt dat tegen 2030 58% van de Chinese gezinnen welstellend zullen zijn, waardoor China boven het Zuid Koreaanse cijfer 55% zal zitten. De uitgaven aan voedsel daalden van 50% in 2000 tot 25% in 2017, wat vergelijkbaar is met Japan, Zuid Korea of de VS. McKinsey stelt zelfs vast dat bij analyse van de top 30 merken, multinationals in China 2017 een penetratiegraad hadden van 40% terwijl dit in de VS maar 26% bedroeg. Chinese spelers komen echter op en veroveren zoals in het geval van de smartphones marktaandeel in Zuidoost Azië, Afrika en Europa. Soms zijn de Chinese verbruikers niet tevreden met de kwaliteit van binnenlandse producten. Tussen 2015 en 2017 verdubbelde de grensoverschrijdende e-commerce tot 17 miljard $. Anderzijds reizen steeds meer Chinezen naar het buitenland: in Thailand en Singapore vertegenwoordigen ze 8% van het verbruik.

Tenslotte belicht McKinsey 5 scenario’s voor de toekomstige ontwikkeling tussen China en de wereld. De groei in het Chinees verbruik rond 2030 zou 6 biljoen $ bedragen of vergelijkbaar met dat van de VS en Europa samen en het dubbele van India en ASEAN samen. Meer kwaliteitsvolle producten invoeren kan de groeiende verwachtingen van de middenklasse tegemoet komen. De ontwikkelde landen kunnen hier toe bijdragen. Een andere opportuniteit voor het buitenland is de openstelling van de dienstensector. Vooral de globalisering en modernisering van de financiële diensten biedt mogelijkheden. In de Asian Infrastructure Investment Bank en de New Development Bank heeft China 30% en 20% van de aandelen. De bijdrage van China tot de nieuwe zijderoutes is een zaak in de biljoenen. Wat de technologiestromen in de toekomst betreft, zal veel afhangen van een succesvolle hervorming van de WTO. Wereldwijd wordt de rol van China opnieuw beoordeeld. Veel zal afhangen of het tot een verder engagement van de wereld komt of integendeel naar een opsplitsing gaat van de bevoorradingsketens en het internet.  .

Bibliografie

http://www.chinatoday.com.cn/ctenglish/2018/et/201904/t20190430_800166631.html

https://www.scmp.com/comment/opinion/article/3024786/chinas-economic-achievements-over-past-70-years-point-strong-future

.https://issuu.com/world.bank.publications/docs/9781464814259

https://www.chinasquare.be/tag/technologie/

McKinsey Global Institute, China and the World, Inside the dynamics of a changing relationship, July 2019

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *