Dinsdag hield de Europese Unie een persconferentie over nieuwe dumping regels. Alhoewel China niet bij naam genoemd wordt, zijn de nieuwe regels duidelijk bedoeld voor dat land. De EU komt formeel een belofte uit 2001 voor afschaffing van discriminatie als niet-markteconomie na, maar werpt meteen nieuwe obstakels op.
Bij de toetreding van China tot de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in 2001 kregen de EU en de VS het voor elkaar dat China nog maximum 15 jaar als niet-markteconomie mocht behandeld worden. Zo kon men het land beschuldigen van dumpingpraktijken zonder het te moeten bewijzen. Dumping betekent uitvoeren van producten tegen prijzen die lager liggen dan de binnenlandse verkoopprijs. Maar in het geval van China moest alleen aangetoond worden dat het uitvoerde tegen prijzen die lager waren dan die in een ander land, bijvoorbeeld de VS.
De deadline voor de afschaffing van het systeem verliep in december 2016, maar nog de VS, noch de EU schaften de discriminatie af. China diende klacht in bij de WTO.
Binnen de EU was er verdeeldheid over de zaak, met de Europese Commissie die eerder de belofte van 2001 wilde respecteren, en het parlement dat via juridische spitsvondigheden onder de verplichting uit wilde komen. Deze week hebben echter Commissie, parlement en de Europese Raad van regeringsleiders een gezamenlijk standpunt bekend gemaakt.
Het onderscheid tussen markteconomie en niet-markteconomie voor de behandeling van dumpinggevallen wordt afgeschaft voor alle WTO-leden. Daardoor komt de EU met een jaar vertraging tegemoet aan de verzuchting van China, zonder dat land formeel als markteconomie te erkennen.
De ene uitzondering vervangt de andere
Maar tegelijk voert de EU nieuwe uitzonderingsregels in. Het zal mogelijk worden de invoer te beperken van uit landen waar ‘een belangrijke marktverstoring of een belangrijke staatsinvloed op de economie’ is. De nieuwe regels zijn op maat geschreven om China te kunnen treffen, zonder het land expliciet te noemen. Er zullen antidumping heffingen kunnen ingevoerd worden voor sectoren waar de staat veel invloed heeft, waar de financiële sector weinig autonomie heeft, voor sectoren met veel staatsbedrijven, of sectoren waar binnenlandse bedrijven een gunstiger belastingregime hebben.
Om het Europese bedrijven die last hebben van buitenlandse concurrenten gemakkelijker te maken gaat de Commissie landenrapporten opstellen die aangeven in hoeverre de markt verstoord is in een aantal geselecteerde landen. Ze is al begonnen met de rapporten over ‘verdachte landen’, en hoopt die klaar te hebben tegen einde 2017 wanneer de nieuwe regels normaal in werking zouden treden.
De federatie van Europese staalfabrikanten, die een aantal klachten wegens dumping tegen China heeft lopen, is tevreden dat er een akkoord binnen de EU is, maar wacht af hoe het in de praktijk zal werken.
Het is ook afwachten of de WTO akkoord kan gaan met de nieuwe Europese regelgeving. Velen denken dat de EU in het ongelijk gesteld zal worden en dat men eigenlijk alleen tijd wil winnen.
In een eerste reactie schrijft het Chinese persagentschap Xinhua dat het gebruik van ‘marktverstoring’ als criterium voor het bepalen of er al dan niet dumping is niet erkend wordt door de Wereldhandelsorganisatie. De nieuwe EU-regels zijn dus strijdig met de WTO regels en zijn een vorm van verboden protectionisme.
De nieuwe regels komen er in de praktijk op neer dat een oude vorm van discriminatie tegen China (bepalen of er dumping is door vergelijking met marktprijzen in derde landen zoals de VS) verder gezet wordt. Nochtans staat in het toetredingsprotocol van China tot de WTO in 2001 dat deze praktijk ten laatste op 11 december 2016 moest stoppen.
Het wordt afwachten met welke tegenmaatregelen China zal reageren op de houding van de EU. China heeft momenteel de handen vol met de dreigementen van president Trump. Het heeft alle redenen om de EU te vriend te houden.
Bronnen: Fiscal Times, Worldfinance