China eerste grote economie uit het coronarood.


De Chinese economie is de eerste grote economie die weer groeit. Het land was – op enkele lokale opflikkeringen na – het tweede trimester vrij van het coronavirus.

De cijfers voor de Chinese economie gedurende het eerste semester van 2020 zijn binnen. Na een scherpe krimp in het eerste trimester heeft het snelle herstel in het tweede trimester het land terug op het groeipad gezet. Vooral de maand juni was positief en geeft hoop. Het helpt dat China, op lokale en intussen met succes bestreden clusters in Beijing en het Noordoosten en ingevoerde gevallen na, het hele trimester coronavrij was.

Groei

In het tweede trimester is het totale bnp vergeleken met een jaar eerder 3,2% toegenomen. Dat is een volgens buitenlandse analisten zoals Bloomberg onverwacht goede prestatie na de daling met 6,8% in het eerste trimester. Daardoor heeft China officieel een recessie – twee trimesters krimp na elkaar – vermeden. Het staat zo goed als vast dat alle andere grote economieën wel in een recessie zullen belanden.

Larry Hu, chief China economist bij Macquarie Bank en geciteerd in de South China Morning Post, denkt dat de groei in de tweede jaarhelft minder spectaculair zal zijn, omdat de vraag niet voldoende het aanbod volgt. Toch acht hij voor het tweede semester een groei van 5% tegenover het vorige jaar mogelijk. Andere westerse analisten laten een gelijkaardig geluid horen. De economische vooruitzichten zijn gunstig en de regering kan en zal indien nodig fiscale en monetaire steunmaatregelen nemen. In mei heeft de regering een fiscaal steunplan voor in totaal 8.500 miljard yuan (1.100 miljard euro) bekend gemaakt. Dat is ongeveer het dubbele van het Chinese relanceplan in de vorige wereldwijde crisis van 2008-2009.

De positieve groeicijfers lijken te bevestigen dat de Chinese coronastrategie – tijdelijk draconische beperkingen op de bewegingsvrijheid en massaal testen om de virusuitbraak effectief tot nul te herleiden – de juiste kan zijn om de pandemie onder controle te krijgen zonder de economische groei zwaar te belasten.

Onevenwicht en onzekerheid

De groei is er hoofdzakelijk dank zij de productie. De vraag, in de vorm van kleinhandel en investeringen, is nog niet op het groeipad. De buitenlandse handel houdt wel stand in het tweede trimester. Het is afwachten of de consumptie en investeringen in de tweede jaarhelft voldoende gaan aantrekken om in evenwicht met het aanbod te geraken. Ook valt moeilijk te voorspellen hoe de buitenlandse handel in de tweede jaarhelft met een wereldwijde pandemie en groeiende spanning met de VS zal evolueren.

Op zoek naar een eerste baan

Volgens de vrijgegeven cijfers van het Nationaal Bureau voor Statistiek (NBS) steeg de toegevoegde waarde in de industriële productie mei met 4,4% en in juni met 4,8%.

De verkoop in de kleinhandel lag in juni nog 1,8% lager dan vorig jaar. Dit is echter een verbetering tegenover de krimp van 2,8% in mei. Inkomensverlies en banenverlies zijn de belangrijkste redenen die de consumptie afremmen. Het reëel beschikbaar inkomen per hoofd is voor het totaal van de eerste jaarhelft, na correctie voor inflatie, met 2,6% gedaald. Dat zou voor een gemiddeld gezin neerkomen op meer dan 1000 yuan. Het inkomen herstelt nog maar langzaam. Voor een blijvende relance moet dit absoluut terug omhoog.

De investeringen in vaste activa (infrastructuur, vastgoed, machines) lag over het geheel van het eerste semester 3,1% lager dan vorig jaar. Juni was een opvallend goede maand, want tot eind mei bedroeg de krimp nog 6,3%.

De buitenlandse handel daalde voor het geheel van de eerste jaarhelft met 3,2% vergeleken met vorig jaar. In het tweede trimester droeg de daling echter slechts 0,2%. In juni steeg de uitvoer zelfs met 4,3% en de invoer met 6,2% . Er is een merkbare verschuiving naar meer handel met Azië en minder met de EU.

Nog maar beginnend herstel

Liu Aihua, de woordvoerder van NBS vestigde de aandacht op dat niettegenstaande de groei in juni en in het tweede trimester vergeleken met het vorige jaar, alle gecumuleerde cijfers voor het volledige eerste halfjaar nog altijd een krimp vertonen. De groei van het tweede trimester is nog onvoldoende om het verlies van het eerste te compenseren.

Over het volledige eerste semester daalde het bnp met 1,6%, de kleinhandel met 11%, de industriële toegevoegde waarde met 1,3%, de investeringen in vaste activa met 3,1% en de buitenlandse handel met 3,2%.

Maar de cijfers van het tweede trimester tonen volgens Liu wel dat China op de goede weg zit: ‘de basis, het potentieel en de voorwaarden voor verder economisch herstel in het tweede halfjaar zijn aanwezig’.

Onderdirecteur Tian Yun van de Beijing Economic Operation Association verwacht over het hele jaar genomen een groei van 1 à 2 %.

Tewerkstelling

De geregistreerde werkloosheid in de steden bedroeg in juni 5,7%. Op het hoogtepunt van de crisis, in februari, steeg ze tot 6,2%. In juni 2019 waren er 5,3% werklozen.

In dit cijfer zijn de migranten die in de stad werken maar nog op het platteland geregistreerd staan niet inbegrepen. Einde juni waren er 177 miljoen werkende migranten in de stad. Vergeleken met vorig jaar zijn dat er vijf miljoen minder, wat een schatting geeft van het banenverlies.

Werkverschaffing is één van de prioriteiten voor de regering. Naast het zoveel mogelijk beperken van banenverlies is het de bedoeling dit jaar 9 miljoen nieuwe stedelijke banen te scheppen. Tijdens het eerste semester werden 5,6 miljoen banen bij geschapen, 1,73 miljoen minder dan een jaar geleden, aldus de statistieken. Vorig jaar kwamen er 13,52 miljoen nieuwe banen bij. Een onmiddellijke bezorgdheid voor de overheid is werk vinden voor de 8,74 miljoen jongeren die nu afstuderen. Door minder werkaanbiedingen kennen zij een werkloosheidsgraad van 19,3%, tegenover 15,9% vorig jaar in juni.

Bronnen: Natixis, South China Morning Post, Global Times

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *