Opiniestuk van Deborah Brautigam
In Somaliland, een regio die zich heeft afgescheiden van Somalië, opende Taiwan een zogenaamd representative office. Hoe reageert de Chinese regering?
Deborah Brautigam schreef hierover een blog post op chinaafricarealstory.com de website van haar onderzoeksinstituut China Africa Research Initiative. Met toestemming van de auteur publiceert ChinaSquare hier de vertaling, als opiniestuk. De meningen in de tekst zijn dus voor de verantwoordelijkheid van prof. Brautigam.
Taiwan zoekt toenadering tot Somaliland, een regio die zich heeft afgescheiden van de mislukte staat Somalië. In Wikipedia lezen we: ‘Somaliland, officieel de Republiek Somaliland, is een zelfverklaarde staat, door de internationale politiek beschouwd als een deel van Somalië.’
Sommigen vroegen zich af of de Chinezen hard zouden reageren.
Ik dacht oorspronkelijk dat ze het zouden negeren. Maar dat was niet zo. Zoals Eric Olander van het China Africa-project opmerkte: het duurde even voor China reageerde en in hun respons blijft het tot dusver bij woorden, maar ze houden het (scherp) in de gaten.
Waarom heeft China dit nieuwe kantoor niet genegeerd, wat het wel deed met de representative offices die Taiwan overal ter wereld heeft opgericht? Het gaat hier niet louter om een geschil tussen Taiwan, Somaliland, China en Somalië. Ook de VS heeft ermee te maken. En het betreft ook Hongkong.
Wat is er gebeurd in Somaliland?
Wat Taiwan in Somaliland deed was een representative office oprichten, geen ambassade. Dit is een gangbare praktijk van Taiwan over de hele wereld in de landen die wat erkenning betreft (d.w.z. officiële diplomatieke banden) zijn overgeschakeld van Taiwan naar Beijing. (De foto hier is met dank overgenomen van Wikipedia en toont een vergelijkbaar kantoor in het Verenigd Koninkrijk.)
Taiwan heeft sinds 1979 een dergelijk representative office in Washington DC en op 12 andere locaties in de Verenigde Staten. Het heeft vergelijkbare kantoren in minimaal 57 andere landen die belangrijk zijn voor de handels- en consulaire activiteiten van Taiwan.
Beijing verzet zich daar niet tegen, afgezien van de druk om de kantoren in handelssteden te laten vestigen (bijvoorbeeld Lagos, in het geval van Nigeria) in plaats van in diplomatieke hoofdsteden (Abuja). Ondanks de geopolitieke spanningen hebben het eiland en de oostkust van China 160 kilometer verderop immers hun eigen hecht netwerk van familie- en zakelijke banden geweven. Tegen 2019 was er vanuit Taiwan in totaal voor zo’n 180 miljard dollar geïnvesteerd in China. De wereld heeft, net als China, investeerders uit Taiwan, en handel met Taiwan, altijd verwelkomd.
Het is ongetwijfeld vervelend voor Beijing, maar het kantoor in Somaliland (een regio van de wettelijk erkende staat Somalië) verschilt juridisch gezien niet van de 12 regionale kantoren die Taiwan in de Verenigde Staten heeft. Of de tientallen vergelijkbare representative offices in Nigeria, Zuid-Afrika en de rest van de wereld. De oprichting was niet de handeling van een soevereine staat.
Diplomatieke erkenning door een echte, internationaal erkende soevereine staat is een ander verhaal. Of Taiwan een officiële zetel geven in internationale organisaties die voorbehouden zijn aan staten: dat is politiek, geen handel. Daarom vecht Beijing met hand en tand om Taiwan buiten internationale organisaties te houden. Daar gaat het niet zomaar om een de facto aanvaarding, maar om een de jure erkenning.
Waarom reageerde Beijing dit keer dan zo sterk? Dat heeft te maken met de Verenigde Staten, en met Hongkong. Somaliland (net als Hongkong) was oorspronkelijk een Britse kolonie, ‘een van de minst lonende bezittingen van Groot-Brittannië’. De timing van de Taiwanese toenadering, en de Amerikaanse connectie hiermee, moeten worden gezien tegen de achtergrond van het recente harde optreden van China tegen de hoop in Hongkong op meer autonomie.
En wat de rol van de VS betreft, hier is het Taiwanese persbericht over de opening van het kantoor: ‘De minister van Buitenlandse Zaken van Taiwan, Joseph Wu (吳 釗 燮), postte op 9 augustus een bericht op Twitter om [de komst van de Taiwanese vertegenwoordiger in Somaliland] te begroeten en de Nationale Veiligheidsraad van de Verenigde Staten te bedanken voor zijn positieve feedback over de groeiende banden tussen Taiwan en Somaliland.’
Het is ook nuttig om eraan te herinneren – vooral tegenwoordig, nu we blindelings lijken af te glijden naar een nieuwe Koude Oorlog – hoe de diplomatieke strijd tussen Taiwan en China ontstond en welke rol de Verenigde Staten hierbij speelden. Tijd dus, voor een kort geschiedenislesje.
Appendix: een korte geschiedenis van de betrekkingen tussen de VS, China en Taiwan en het belang daarvan voor Afrika
Ik woonde van 1979 tot 1980 in Taiwan, studeerde er vier uur per dag intensief Mandarijn en gaf Engelse les om een inkomen te hebben. Ik herinner me dit als een van de gelukkigste jaren van mijn leven. Maar mijn tijd in Taiwan was ook een tijd van grote onzekerheid voor het eiland.
Eind 1978 hadden de Verenigde Staten eindelijk diplomatieke banden met Beijing aangeknoopt en die met de Republiek China (Taiwan) verbroken. De VS trok het grote militaire garnizoen terug dat we daar hadden gevestigd. Niemand wist zeker wat er daarna zou gebeuren.
Washington lijkt het vandaag grotendeels vergeten te zijn, maar de ‘kwestie Taiwan’ werd gezamenlijk gecreëerd door Japan, dat het eiland Taiwan in 1895 op China veroverde na een oorlog tegen het afbrokkelende Qing-rijk (zie het Verdrag van Shimonoseki van 1895) en de Verenigde Staten, die onze marine inzette om (vreedzaam) te interveniëren in de Chinese burgeroorlog in de jaren vijftig.
Ziehier een korte herinnering aan onze Amerikaanse rol.
In 1945, na zijn nederlaag in de Tweede Wereldoorlog, gaf Japan het eiland Taiwan terug aan China, dat toen bestuurd werd door de Kuomintang (KMT, de Nationale Volkspartij), die een burgeroorlog voerde tegen de Chinese Communistische Partij (CCP).
In 1949, toen de communisten op het punt stonden de oorlog in China te winnen, vluchtte de KMT naar Taiwan, 160 kilometer uit de kust.
In 1950, na het uitbreken van de Koreaanse oorlog, sloot de VS het Chinese vasteland af van Taiwan en stuurde de Zevende Vloot naar de Straat van Taiwan om er te patrouilleren. We tekenden toen een wederzijds verdedigingsverdrag met de KMT in Taiwan. We organiseerden een internationaal handelsembargo tegen China dat 21 jaar duurde (Nixon hief het in 1971 op). En tussen 1949 en 1971 beletten de Verenigde Staten Beijing om de zetel van China in de Verenigde Naties in te nemen, waarbij de KMT-regering kunstmatig werd gesteund als ‘China’.
En waarom is die hele geschiedenis uit de Koude Oorlog van belang voor Afrikanen?
Ten eerste waren het grotendeels de Afrikaanse regeringen van landen die in de jaren zestig het kolonialisme hadden afgeworpen, die in 1971 met hun stem Beijing de gelegenheid gaven om zijn zetel in de Verenigde Naties te gaan innemen. De 54 wettelijk erkende landen op het Afrikaanse continent waren (en blijven) enorm belangrijk in de Chinese diplomatie.
Ten tweede behoort de Koude Oorlog natuurlijk niet langer tot het verre verleden. En de regering Trump heeft bij dit verhaal overal haar vingerafdrukken achtergelaten.
Laten we hopen dat ik gelijk heb en dat de rimpelingen van dit kleine verhaal in het verre Somaliland niet de geschiedenis ingaan als een van de eerste salvo’s van iets ergers dan een koude oorlog.
Het kan niet vaak genoeg worden herhaald dat er in de Koude Oorlog, zoals die in Afrika werd uitgevochten – van Mozambique tot Zuid-Afrika, van Congo tot Angola – geen winnaars waren toen de olifanten vochten. Het gras werd vertrappeld.
Deborah Brautigam is directeur van het China Africa Research Initiative (CARI) en Bernard L. Schwartz Professor aan de Johns Hopkins University’s School of Advanced International Studies (SAIS) in Washington, DC. Auteur van Will Africa Feed China? (OUP 2015); The Dragon’s Gift: The Real Story of China in Africa (OUP 2011); Chinese Aid and African Development (Macmillan 1998).
————————————————–
Naschrift Redactie ChinaSquare
De volgende teksten gaan over de officiële reactie van Beijing tegenover de zet van Taipei in Somaliland. Op een persconferentie van het ministerie van BuZa van China beantwoordt woordvoerder Zhao Lijian een vraag hierover. https://www.fmprc.gov.cn/mfa_eng/xwfw_665399/s2510_665401/t1807490.shtml
De South China Morning Post heeft een diplomatiek artikelhttps://www.scmp.com/news/china/diplomacy/article/3097855/beijing-may-tolerate-taiwans-presence-somaliland-unless-it
Eric Olander (zie boven) spreekt meteen – onnauwkeurig – over diplomatieke banden
https://chinaafricaproject.com/2020/07/06/both-china-and-somalia-equally-upset-about-taiwans-entreaties-with-somaliland/
China had net visrechten gekocht van Somalië om tonijn te mogen vissen. Maar op bepaalde plaatsen mogen ze toch niet vissen van de Chinese overheid vanwege piraten en politiek gevaar vanwege zogenaamd Somaliland. Of dat nu wel mag is nog de vraag.
Somaliland was niet een Britse kolonie maar een protectoraat.