Taiwan levert de verklaring voor de Chinese aanspraken in de Zuid-Chinese Zee

Denk niet te gauw dat de claims van China in de Zuid-Chinese Zee onredelijk zijn. Het probleem voor Groot-Brittannië en de VS is dat het voor hen de verkeerde partij is die de Chinese burgeroorlog heeft gewonnen.

Keith Lamb

Dit opiniestuk verscheen eerder in The Morning Star onder de titel Taiwan is the key to understanding China’s claims to the South China Sea. ChinaSquare heeft het vertaald en plaatst het als opiniestuk met toestemming van de auteur, die verantwoordelijk is voor de hieronder geuite meningen.

Keith Lamb onderzoekt de historische tegenstellingen die spelen. De spanningen tussen China en de VS lopen op, en ook Groot-Brittannië probeert nu zijn oude imperiale blazoen weer op te poetsen. Extreme hypocrisie is bij de zogenaamde verdedigers van de vrije wereld echter nooit ver weg.

kaart van Wikipedia

‘When will we ever learn’

Leren wij Britten het dan nooit? We verzinnen altijd weer een nobele zaak om voor te strijden, een reden om onze schepen naar de verste uithoeken van de wereld te sturen.

De slavenhandel werd gerechtvaardigd als een menslievende onderneming: we gingen Afrikanen redden van de wreedheden die ze elkaar aandeden- en bovendien zouden we goed voor ze zorgen. Ze zouden, zo werd de onderneming goedgepraat, een betere levenskwaliteit genieten dan het Britse proletariaat dat opgesloten zat in fabrieken en mijnen.

China werd natuurlijk niet gespaard door de Britse marine, die het land twee opiumoorlogen aandeed en Hongkong in naam van de vrijhandel veroverde. De gevolgen van dat imperialisme ondervinden we vandaag nog steeds. We kunnen de geschiedenis niet terugdraaien, maar we kunnen toch op zijn minst lessen trekken uit het verleden om zo rampen in de toekomst te voorkomen.

Aangezien Groot-Brittannië het vliegdekschip Queen Elizabeth naar de Zuid-Chinese Zee (ZCZ) stuurt om zich bij de Amerikaanse marine te voegen in een tijd van oplopende spanningen, is het belangrijk dat we begrijpen wat er in die regio speelt – anders zullen we weer in onze oude fouten vervallen.

Wat moeten we denken van China’s aanspraken?

Er spelen veel elkaar overlappende claims in de ZCZ. Wij in het Westen hoeven het niet eens te zijn met de specifieke aanspraken van China in die regio, maar we moeten op zijn minst wel beseffen dat die aanspraken legitiem en begrijpelijk zijn. Door dit simpele feit te erkennen, kunnen we de acties van China in de ZCZ anders beoordelen en er in nuchtere bewoordingen over praten. Bewoordingen die de morele pretenties overstijgen van de manier waarop de media van de westerse zakenwereld en de rechtse politieke elites de Chinese aanspraken voorstellen.

In Groot-Brittannië en de VS kom ik zelden of nooit iemand tegen die de territoriale aanspraken van China in de ZCZ anders definieert dan als een flagrante landroof van naburige staten. In het beste geval worden de acties van China gekenmerkt als keizerlijk revanchisme. In het ergste geval worden de claims, waarover de westerse media heel wat te schrijven hebben, ruwweg vergeleken met die van het fascistische Duitsland.

Het resultaat is de gewenste Pavloviaanse reactie van de mensen die, vanuit een mengeling van grondige angst en afkeer, vaak maar al te zeer bereid zijn om stilzwijgend hun goedkeuring te geven aan het gebruik van geweld en vijandige daden door ‘de machten die boven hen geplaatst zijn’.

En hoe zit het dan met Taiwan?

Taiwan wordt met betrekking tot de Chinese aanspraken in de ZCZ herleid tot een voetnoot, en in het Westen zelfs zelden genoemd – en daar zijn goede redenen voor. Als je Taiwan bij de kwestie van de ZCZ ter sprake brengt, maak je het jezelf onmogelijk om het bekende verhaal op te dissen over ‘onredelijke Chinezen die zinloze claims verzinnen op land waarvan ze weten dat het niet van hen is’. Daarbij zou je ook nog eens de Taiwanese afscheidingsbeweging verzwakken.

De claim van China over de ZCZ is historisch gebaseerd op de visie dat de eilanden in die zee voor het eerst door China werden ontgonnen. Dat geldt ook voor de (relatief dicht bij China liggende) Xisha (Paracel) eilanden en de Nansha (Spratly) eilanden, die verder weg en dichter bij Maleisië liggen.

Het is niet zo ongewoon voor een soevereine staat om eilanden en territoria te bezitten die dichter bij een andere grote landmassa liggen dan bij die staat. Groot-Brittannië claimt de heerschappij over de betwiste Falklandeilanden in de buurt van Argentinië en zijn Kanaaleilanden liggen dicht bij Frankrijk. Evenzo bezitten de VS het verafgelegen Guam, vlak bij Azië, en verschillende andere gewesten die niet vastzitten aan het vasteland van de VS.

Het is van enig belang dat op de ZCZ, de Republiek China, beter bekend als Taiwan, dezelfde aanspraken maakt als de Volksrepubliek China. De kaarten van de ZCZ worden opgesierd met een vergelijkbare U-vormige streeplijn die hun territorium markeert.

Het is niet verwonderlijk dat toen de Republiek China, als bondgenoot van de VS, nog erkenning genoot als de legitieme regering van heel China, de VS er geen moeite mee had om de soevereine rechten van China in de ZCZ te steunen. Na de Tweede Wereldoorlog werden zowel de Nansha- als de Xisha-eilanden die door Japan waren bezet, teruggegeven aan de Republiek China en in 1946 werd er een Chinees garnizoen op de Nansha-eilanden geïnstalleerd.

De Internationale Luchtvaartorganisatie erkende het land in de ZCZ als grondgebied van China en gaf in 1955 de Republiek China opdracht om er meteorologische vliegstations op te zetten. Deze beslissing had de goedkeuring van de machtige westerse mogendheden van die tijd.

En wat doet Tsai?

De claim van Taiwan komt voort uit die van de Republiek China als legitieme erfgenaam van de Chinese staat. Het Taiwanese staatshoofd Tsai Ing-wen, de leider van de Democratische Progressieve Partij, streeft echter naar een onafhankelijke staat Taiwan. Dus dan zou je denken dat de aanspraken van een onafhankelijk Taiwan op eilanden in de ZCZ op losse schroeven komen – vooral omdat de Xisha- en Nansha-eilanden aanzienlijk verder van Taiwan verwijderd zijn dan van het vasteland van China.

Tsai hield echter stevig vast aan de Taiwanese claims op de ZCZ en zij verwierp net zo goed (als Beijing) de uitspraak die het Hof van Arbitrage in Den Haag in 2016 deed ten gunste van de Filipijnen. Onmiddellijk na de uitspraak stuurde Tsai, nadat ze haar marine-eenheden had geïnspecteerd, schepen richting de gebieden die de Republiek China in de zee claimt om er te patrouilleren.

Taiwan claimt niet alleen de eilanden in de ZCZ, het beheert ook enkele van de beste eilanden daar. Dit betekent dat de Republiek China nog steeds grondgebied in drie tot vier Chinese provincies controleert of er aanspraak op maakt. De republiek heeft de hele provincie Taiwan in handen, en ook nog delen van de provincie Fujian aan de andere kant van de Straat van Taiwan. De Xisha- en Nansha-eilanden maken tegenwoordig deel uit van de provincie Hainan in de Volksrepubliek China, terwijl ze onder de Kuomintang (de voorganger van de partij van Tsai) deel uitmaakten van de provincie Guangdong.

Als je aan die lastige situatie te veel aandacht schenkt, kan je moeilijk blijven volhouden dat de Volksrepubliek en de Republiek China geen eenheid vormen.

Waarom die mediastilte?

Naast het netelige probleem in de Straat van Taiwan, heeft het eiland nog een andere goede reden om het stilzwijgen over zijn claims te bewaren. Ten eerste wordt het duidelijk dat de VS op een gegeven moment China’s aanspraken op de ZCZ wel degelijk heeft gesteund. Vervolgens roept dit de vraag op waarom de claims van de Republiek China, tot 1997 een eenpartijstaat, als legitiem werden beschouwd, terwijl de claims van de eenpartijstaat die de Volksrepubliek China is, om een of andere reden ongeldig zijn. Het lijkt erop dat wat overblijft een dogmatisch afkeer voor communistische staten is die nog uit de Koude Oorlog stamt, een afkeer die blijft ook als die staten zich aan de regels van de markt houden.

Ten tweede, als je Taiwan, China en de ZCZ in één adem noemt verzwakt dat de beangstigende propaganda die in het Westen wordt verspreid. Tegen de eenpartijstaat van China, wordt tekeergegaan als tegen een schurkenstaat, een staat waarvan de territoriale aanspraken worden afgeschilderd als zeer irrationeel en niet legitiem. De rationele acties die de Volksrepubliek in de ZCZ onderneemt worden afgeschilderd als de tactieken van een oorlogszuchtige eenpartijstaat die erop uit is de wereldorde en liberale democratieën te bedreigen.

Het feit dat Taiwan, een liberale democratie, in de ZCZ soortgelijke aanspraken maakt, past niet in het keurige script dat is opgesteld in de westerse media en door hun denktanks. De bijna identieke aanspraken van Taiwan (of de Republiek China), evenals de vastberadenheid om die te verdedigen, zijn voldoende bewijs dat het specifieke politiek-economische systeem van China die claims daarom niet minder rechtsgeldig maakt.

En ze zijn ook niet onredelijk ‘en daarom typisch voor een communistische staat’. In die zin zijn de aanspraken van Taiwan een ‘ongemakkelijke waarheid’ die moet worden genegeerd om de schijn van een Chinese staat die onredelijk handelt, in stand te houden.

Het erkennen van de Taiwanese aanspraken opent een potje dat het Westen liever gedekt houdt. Het geeft aanleiding tot te veel vragen over de onafhankelijkheid van Taiwan en geeft legitimiteit aan de claims van China.

De keuzemogelijkheden

Als China een rationele partij is met legitieme aanspraken, dan is het niet langer redelijk voor de westerse elites om hun eigen bevolking zo bang te maken dat ze irrationele, agressieve en eenzijdige ingrepen zouden ondersteunen, daar waar er juist nood is aan neutraliteit en evenwichtigheid.

Het is belangrijk dat er met de vinger gewezen wordt naar de ongelijke behandeling waarmee men de Volksrepubliek China bejegent vergeleken met die welke de Republiek China krijgt. De schijnheilige verhalen die het publiek ingelepeld krijgt, zullen de mensen dan net zo hol in de oren klinken als die welke de slavenhandel en de opiumhandel uit de tijd van toen moesten goedpraten.

Keith Lamb uit Glasgow (VK) is afgestudeerd aan de Universiteit van Oxford met een Master in Contemporary Chinese Studies. Zijn voornaamste onderzoeksthema’s zijn de internationale betrekkingen van China en het ‘Socialisme met Chinese kenmerken’. Hij heeft in China gewoond en gewerkt en vertaalt en publiceert over het land en de ideeën die er in het Westen over China leven.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *