Vier parlementsleden van de oppositie in Hongkong zijn uit het parlement gezet. Ze waren al in juli door de bevoegde ambtenaren geweigerd als kandidaat voor de volgende verkiezingen. De 15 andere parlementsleden van de oppositie hebben aangekondigd collectief ontslag te nemen als protest tegen wat zij de uitholling van de autonomie van Hongkong noemen.
Normaal zouden in september verkiezingen voor het parlement van Hongkong gehouden zijn. Die werden echter een jaar uitgesteld wegens corona. De huidige parlementsleden zagen hun verlopen mandaat met een jaar verlengd. Er bleef echter een twistpunt: Bevoegde ambtenaren hadden in juli een nieuwe kandidatuur van vier zittende parlementsleden geweigerd. Ze werden ongeschikt geacht de belangen van Hongkong in het parlement eerlijk te behartigen omdat ze buitenlandse krachten – in casu de VS – hadden opgeroepen sancties tegen Hongkong te treffen. De vraag was of het mandaat van deze vier ook nog voor een jaar kon verlengd worden.
Interpretatie van de minigrondwet
Aangezien de Basic Law, de mini-grondwet van Hongkong hierop geen expliciet antwoord geeft, heeft het nationale parlement van China, dat de Basic Law destijds heeft opgesteld, er op 11 november op vraag van Carrie Lam, de regeringsleidster van Hongkong, een interpretatie van gegeven: Wie volgens de wettige procedure van Hongkong ongeschikt bevonden is voor het ambt omdat hij de Basic Law van Hongkong niet respecteert of zijn eed van trouw aan Hongkong niet correct kan vervullen, kan niet in het parlement zetelen. De lokale overheid van Hongkong moet hem afzetten zonder dat een lokale rechtbank anders kan beslissen. Dat is van toepassing op personen die oproepen tot onafhankelijkheid van Hongkong, weigeren de soevereiniteit van China over Hongkong te erkennen, inmenging van het buitenland in de zaken van Hongkong bepleiten of de nationale veiligheid in gevaar brengen.
De vorige keer dat het Chinese parlement de Basic Law moest interpreteren was in 2016 toen beslist werd zes pas verkozen separatistische parlementsleden uit te sluiten omdat ze van hun eedaflegging een manifestatie tegen de Volksrepubliek hadden gemaakt.
Buitenlandse inmenging afgestraft
Onmiddellijk na het bekendmaken van de besluiten van het nationale parlement heeft de regering van Hongkong de vier oppositieleden in het parlement de deur gewezen. De vier zijn Alvin Yeung Ngok-kiu, Kwok Ka-ki en Dennis Kwok van de Civic Party, en Kenneth Leung die verkozen werd voor de beroepsvereniging van fiscalisten. Ze waren in juli geweigerd als kandidaten voor de verkiezing omdat ze buitenlandse regeringen opgeroepen hadden sancties te treffen tegen Hongkong. Yeung reisde in 2019 naar de VS om daar het opstellen van de Hong Kong Human Rights and Democracy Act die de sancties tegen Hongkong vastlegt, te bespreken. De beide Kwok schreven brieven aan de VS om een snelle goedkeuring van de wet te bepleiten. De wet werd van kracht op 27 november 2019. In maart 2020 ontmoette Yeung Amerikaanse ambtenaren en verklaarde achteraf dat hij een lijst zou voorstellen met ambtenaren uit Hongkong die gestraft kunnen worden. Hij zei ook dat hij bij politieke organisaties zou lobbyen opdat de VS de strafmaatregelen streng zou toepassen.
Hun uitzetting uit het parlement gebeurt retroactief tot 30 juli, de dag waarop ze door de bevoegde verkiezingsambtenaren officieel ongeschikt werden bevonden om kandidaat voor het parlement te zijn.
Meer “één land’ dan ’twee systemen’?
De oppositie in het parlement ziet dat anders. Volgens hen kan alleen een plaatselijke rechtbank oordelen over het opheffen van een parlementair mandaat, volgens het principe dat Hongkong over een grote autonomie mag beschikken. De leider van het oppositieblok, Wu Chi-wai van de Democratic Party, stelt dat de Chinese regering nu volledig de Basic Law negeert en het principe ‘één land, twee systemen’ opgeeft. Uit protest dreigt de voltallige oppositie op te stappen uit het parlement. Regeringsleidster Carrie Lam heeft al verklaard dat het parlementair werk ook zonder hen kan doorgaan tot aan de verkiezingen in 2021.
Los van het juridisch dispuut of onder het ‘één land, twee systemen’ principe in dit geval de nationale wetgever of het lokale gerecht het laatste woord heeft, gaat het om de vraag hoeveel speelruimte men geeft aan separatistische groepen en aan bewegingen die een beroep op het buitenland – lees de VS en de EU- willen doen om hun gelijk af te dwingen in de binnenlandse politiek.
‘Eén land, twee systemen’ is in 1997 ingevoerd als een overgangsperiode van 50 jaar met als uiteindelijk perspectief de integratie van Hongkong in de Volksrepubliek. Het kan natuurlijk nooit de bedoeling van ’twee systemen’ geweest zijn dat het aparte statuut van Hongkong zou gebruikt worden om te pleiten voor onafhankelijkheid of om Hongkong het paard van Troje van de VS in China te maken. De Chinese leiding heeft opnieuw duidelijk gemaakt dat de eenheid van het land en de soevereiniteit van Beijing over Hongkong niet ter discussie staan. Separatistische en door het buitenland gesteunde groepen krijgen geen kans. Nadat in juli hun kandidaten voor de verkiezingen geweigerd werden gaat men nu een stap verder en worden zittende parlementsleden uitgesloten.
Wat wil oppositie bereiken?
Met de dreiging van collectief ontslag schaart de gematigde oppositie zich nog maar eens achter de extreme oppositiegroepen die op een breuk met Beijing aansturen. Dat dit een gevaarlijke politiek is werd in het verleden al twee keer aangetoond.
In 2015 blokkeerde de oppositie in het parlement de democratiseringsvoorstellen van Beijing voor de verkiezingen van parlement en regeringsleider wegens ‘niet democratisch genoeg’; het resultaat was dat niets veranderde en Hongkong nog altijd met het ondemocratisch Brits koloniaal kiessysteem opgescheept zit, waarin het zijn eigen regeringsleider en de helft van zijn parlement niet door algemene verkiezingen kan aanduiden.
Vorig jaar wakkerde de oppositie het verzet aan tegen een op de keper beschouwd onschuldige wet die uitlevering van uitsluitend gevangenen van gemeen recht aan Beijing mogelijk maakte; ze praatte geweld door manifestanten goed en liet separatistische groepen de leiding van de beweging overnemen. Het eindresultaat was de uitvaardiging van een nationale veiligheidswet die wel grenzen stelt aan de politieke bewegingsvrijheid. Critici zeggen dat deze wet de burgerlijke en politieke vrijheden bedreigt die gewaarborgd werden toen de stad naar China terugkeerde in 1997. De meerderheidspartijen die willen samenwerken met Beijing vinden echter dat de wet nodig was om de rust en orde in de stad te kunnen herstellen. In totaal zijn sinds 1 juli een twintigtal personen aangeklaagd onder de nieuwe wet. Er zijn nog geen veroordelingen.
Bronnen:South China Morning Post, Financial Times, Xinhua
”De huidige parlementsleden zagen hun verlopen mandaat met een jaar verlengd. Er bleef echter een twistpunt: Bevoegde ambtenaren hadden in juli een nieuwe kandidatuur van vier zittende parlementsleden geweigerd.” Sorry waarom nu pas nadat Biden had gewonnen? Deze 15 kunnen dat al doen voor de verkiezingen. Of Biden deze mensen zou helpen is nog de vraag sinds Apple Daily een valse gerucht had verspreid over Biden zoon Hunter connectie met China. Dat je Chinese politiek wil beïnvloeden is een ding maar de VS komt wat CIA op af.