Investeringsakkoord met China-EU geopolitiek succes voor beiden

De leiders van de EU en China hebben op 30 december tijdens een videomeeting bekend gemaakt dat er een principieel akkoord is over een investeringsverdrag. Los van de details van het akkoord is het vooral een geopolitiek succes: De EU en China kiezen principieel voor samenwerking tussen twee van de grootste economieën ter wereld met een verschillend sociaal en economisch systeem. De EU kiest een andere weg dan de VS, waar beide grote partijen opteren voor confrontatie met en ontkoppeling van China.

De onderhandelingen over het investeringsverdrag gingen van start in 2014 nadat president Xi Jinping Europa bezocht en tijdens een academische toespraak in Brugge de hand naar Europa uitstak. Maar de onderhandelingen vorderden moeizaam. Daar waren objectieve redenen voor.

Een ontluikende relatie

China begon zich beperkt open te stellen voor buitenlands kapitaal in 1981. Een aantal multinationals namen die beperkingen voor lief, begonnen goedkoop te produceren in China en sommigen veroverden grote delen van de Chinese markt. Bedrijven als Bell Telephone uit Antwerpen, Janssen Pharmaceutica en Volkswagen waren extreem succesvolle pioniers. Van Chinese investeringen in de open Europese markt was geen sprake: Chinese bedrijven hadden er noch het kapitaal noch de know-how voor. Multinationals behielden stevig de controle over hun eigen markten.

Een wereld in verandering

Vooral sinds de financiële crisis van 2008 is de situatie fundamenteel gaan keren. China heeft in een aantal economische sleutelsectoren met steun van de overheid ‘nationale kampioenen’ gekweekt. Multinationals ondervinden meer concurrentie op de Chinese markt. Tegelijk ondervinden ze ook meer Chinese concurrentie op hun vroeger quasi exclusieve markten in Azië, Latijns-Amerika en Afrika en uiteindelijk zelfs Europa. Vervelende concurrentie die als unfair ervaren werd wegens Chinese staatssteun.

Multinationals in sectoren waarin China het buitenlands kapitaal nog weert roepen dan weer om om een ‘gelijk speelveld’: ‘laat de Chinese bedrijven in die sectoren bij ons niet binnen!’

De Chinese overheid zit door handelsoverschotten sinds 2002 op een deviezenreserve van meer dan 3.000 miljard dollar. Genoeg om Chinese bedrijven toe te laten royaal gaan investeren in de EU, met een piek in de jaren 2015-16. In die jaren overtroffen de Chinese investeringen in Europa die in de omgekeerde richting. Die Chinese investeringen gaan niet alleen naar voetbalclubs, hotels of winkelcentra. Overnames van technologiekampioenen als Volvo of de Duitse fabrikant van robotten Kuka helpen China zijn technologische achterstand op de EU sneller te overbruggen. Bovendien worden Europese investeerders in China ‘sterk aangemoedigd’ om aan technologietransfer te doen. De ‘open’ EU reageert op deze evolutie met eigen beperkingen op Chinese investeringen in Europese strategische sectoren.

Eclatant succes

In die nieuwe omstandigheden moest gezocht worden naar een nieuw evenwicht tussen de belangen van beide partijen. Dat was niet gemakkelijk want op de objectieve materiële belangen van beide partijen ent zich het fundamenteel verschil in sociaal economisch systeem. Aan de ene kant een liberaal economisch systeem, waar de overheid multinationals steunt en vrij spel laat mits enkele sociale correcties, aan de andere kant een socialistisch systeem gestuurd door de ontwikkelingsstrategie van de overheid die in functie van de omstandigheden meer of minder bewegingsvrijheid aan de privésector geeft. Een investeringsverdrag is per definitie een verdrag voor meer investeringen, dus meer integratie en samenwerking tussen die twee systemen.
Dat men uiteindelijk tot een akkoord gekomen is en tegemoet komt aan de materiële belangen van beide partijen en tegelijk de eigenheid van de twee systemen respecteert, is een eclatant succes.

Chinese toegevingen

Alles wijst erop dat vooral China sinds de vorige EU-China top in september belangrijke toegevingen gedaan heeft om de EU over de streep te trekken. De redenen zijn niet ver te zoeken.

China is sinds de hervormingen van 1978 consequent voorstander van internationale economische samenwerking. In 2001 deed het al grote toegevingen om te kunnen toetreden tot de Wereldhandelsorganisatie. Dit jaar wist het met succes het Comprehensive Regional Economic Partnership met 15 Aziatische landen af te sluiten.

Recentelijk nam de druk om een resultaat te boeken met de EU toe. In de VS zijn beide grote partijen het eens over een open confrontatie met en een ontkoppeling van China. President Trump deed dit op een lompe manier die zijn traditionele bondgenoten vervreemdde; maar het stond al een tijd in de sterren geschreven dat zijn opvolger zou streven naar een trans-Atlantisch bondgenootschap tegen China.

Om dat voor te zijn heeft China toegevingen gedaan. Die toegevingen vallen niet helemaal uit de lucht. Recentelijk zijn al nieuwe economische sectoren (onder meer financiën) opengesteld voor buitenlandse investeerders, beperkingen op buitenlandse investeringen in de automobiel- en financiële sectoren zijn versoepeld. De Chinese wetgeving is deze maand nog aangescherpt om gedwongen technologieoverdracht en diefstal van intellectuele eigendom effectiever tegen te gaan. De sturing van de economische ontwikkeling door de overheid blijft uiteraard de basis van het systeem, maar het streven naar meer correcte marktwerking loopt als een rode draad door de Chinese beleidsverklaringen.

Goede wil van de EU dient welbegrepen eigenbelang

Ook de goede wil van de kant van de EU mag niet onderschat worden. Onder impuls van Merkel en Macron hebben uiteindelijk alle landen ingestemd met het akkoord, met Polen, een trouwe pion van de VS, als enige twijfelaar.

Er was de tegendruk van economische actoren die hoopten dat er nog een gunstiger deal inzat door volgend jaar samen met de VS een front tegen China te vormen. Er is het ideologisch verzet van politieke stromingen die vinden dat samenwerken met de Chinese communisten in alle gevallen des duivels is. En er was de sterke druk vanuit de VS om geen akkoord met China af te sluiten.

Uiteindelijk heeft de rede en het welbegrepen eigenbelang het gehaald. China is een opkomend land. Men kan het niet verhinderen de economische nummer één in de wereld te worden, hoogstens de ontwikkeling wat vertragen. Het is voor de EU beter op de trein te springen dan er voor te gaan liggen. Een investeringsverdrag met China is hoe dan ook gunstiger voor beide partijen dan een situatie zonder verdragsmatige samenwerking.

De voorbije jaren hebben ook overtuigend aangetoond dat rekenen op Amerikaanse solidariteit met junior partner Europa niet verstandig is. Door het akkoord met China manifesteert de EU zich als onafhankelijke wereldspeler die ook sterker tegenover de VS staat.

Win-win situatie

Het akkoord geeft concrete voordelen aan de EU. Gedwongen technologieoverdracht en marktverstorende praktijken (ondoorzichtige staatssubsidies) worden verboden. Nieuwe sectoren worden open gesteld voor Europees kapitaal. In sommige sectoren vervalt de verplichting een binnenlandse partner te hebben, en kan buitenlands kapitaal tot 100% bedragen. Dat is vooral interessant voor de autosector, telecomuitrusting, cloud computing, gezondheidszorg en luchtvervoer. Voor de opening van de financiële sector wordt Europa gelijk behandeld met de VS.

De overeenkomst gaat over investeringen. Bestaande of toekomstige conflicten in de handelssfeer, zoals de staalhandel, worden er niet door beïnvloed. De EU houdt ook opties open om samen met de VS en Japan te proberen de Wereldhandelsorganisatie te hervormen, in de praktijk beperkingen op Chinese staatsinterventie in de economie op te leggen.

Voor China betekent het akkoord vooral een diplomatiek succes. Het versterkt China tegenover de plannen van president Biden voor een anti-Chinese coalitie met de EU.

Vermits vooral de EU eisende partij was, zitten er weinig nieuwe concrete voordelen voor China in het akkoord. Het zal voor de EU moeilijker worden bijkomende beperkingen op Chinese investeringen in Europa door te voeren. China krijgt meer mogelijkheden voor investeringen in maakwerk en hernieuwbare energie, maar beperkt tot maximum 5% van de markt in elk land en op voorwaarde van wederkerigheid.

Principiële tegenstanders – waaronder leden van het Europees Parlement – vinden dat China de mensenrechten ernstig schendt en verzetten zich tegen economische samenwerking. Tijdens de laatste fase van de onderhandelingen werd het verhaal over de ‘dwangarbeid in Xinjiang’, volgens China de ‘leugen van de eeuw’, verspreid vanuit Amerikaans extreem rechts, dik in de verf gezet. In het akkoord heeft China zich geëngageerd om twee conventies tegen dwangarbeid van de Internationale Arbeidsorganisatie zo snel mogelijk te ratificeren.
Het akkoord voorziet een controlemechanisme op het respect voor arbeidsrechten en voorzieningen voor het oplossen van conflicten in het algemeen. Er staan ook engagementen over duurzame ontwikkeling in die volgens eurocommissaris voor handel Dombrovski veel verder gaan dan fase 1 van de handelsdeal tussen de VS en China en het Regional Comprehensive Economic Partnership.

Commentaar

De Chinese president Xi noemde het bereikte akkoord ‘evenwichtig, hoogwaardig en wederzijds voordelig’. ‘Het akkoord zal een bredere markttoegang brengen, een beter zakenklimaat, sterkere institutionele waarborgen, en meer mogelijkheden voor investeringen in de twee richtingen’.

De voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen verklaarde: ‘De overeenkomst van vandaag is een belangrijke stap in onze relatie met China en voor onze agenda die steunt op onze waarden. Het zal nooit geziene toegang tot de Chinese markt verzekeren voor Europese investeerders, waardoor onze bedrijven kunnen groeien en banen creëren. Het pint China ook vast op ambitieuze principes van duurzaamheid, transparantie en non-discriminatie. Het akkoord gaat een nieuw evenwicht brengen in onze economische relatie met China’.

Xi maakte duidelijk dat dit akkoord geen eindpunt is voor de samenwerking. Hij stelde voor om ook nauwer samen te werken voor de bestrijding van COVID-19, voor het economisch herstel, voor de milieuproblematiek, voor meer synergie tussen het Chinese Belt and Road Initiative en de Euraziatische interconnectiestrategie van de EU, en voor samenwerking in het kader van multilaterale organisaties zoals het schuldverlichtingsprogramma van de G20 voor Afrika.

De Europese leiders hadden het buiten loutere investeringen ook over klimaatverandering, COVID-19, Hongkong en mensenrechten. Ze stellen voor de onderhandelingen tussen de EU en China over de Strategic Agenda for Cooperation 2025 te hernieuwen nu er een doorbraak is rond het investeringsverdrag.

De huidige deal is principieel. Volgens diverse verklaringen is er nog heel wat werk aan het uitschrijven van de juridische documenten. Het verdrag moet goedgekeurd worden door het Europees Parlement waar nog tegenstand verwacht wordt. Toch heeft de EU met de principiële goedkeuring door de Commissie en alle landenleden een belangrijke stap gezet in de richting van meer samenwerking.

Bronnen: Xinhua, EU communiqué, Financial Times.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *