‘Is het Chinese systeem beter dan het Amerikaanse systeem?’ (deel 1)

Opinies van Arnaud Bertrand

Foto van Arnaud Bertrand zelf via Global Times (disclaimer)

Ingeleid en bewerkt door Ng Sauw Tjhoi​​​. Met zijn toestemming overgenomen uit China Vandaag, juni 2023. Vandaag deel 1. Op maandag 12 juni het vervolg.

Het is niet meer wat het geweest is. Of een variant, het zijn bizarre tijden. Dat hoeft niet persé, zo toont het onderstaand artikel, apocalyptisch te zijn. Maar toegegeven, vroeger was veel kristalhelder: een kapitalist, een … kapitalist. En iemand die voor socialisme op de barricades stond, … alvast geen kapitalist. Tegenwoordig is dat niet meer zo heel scherp afgelijnd. 

Dat moeten ze bij het ‘Intercollegiate Studies Institute’(ISI) ook gedacht hebben. Het I.S.I. is een non-profit organisatie in de Verenigde Staten die ‘conservatief denken’ op universiteitscampussen promoot. Het instituut is in 1953 opgericht, sponsort lezingen en debatten op universiteitscampussen, publiceert boeken en tijdschriften. 

Een recente lezing trok mijn aandacht: ‘Is het Chinese systeem beter dan het Amerikaanse systeem?’ (5 april 2023, volledig te volgen op het ISI-Youtube-kanaal, ). Hun debatten nemen meestal als ‘uitdagend startpunt’ een heldere vraagstelling waar twee behoorlijk antagonistische sprekers mogen op reageren in twee rondes. Voor deze ‘battle’ hadden ze geen strijdvaardigere gladiatoren kunnen bedenken. Toch bleef het dispuut fatsoenlijk en geweldloos.  

Aan de ene kant Adrian ZENZ, de man die de media misleidde met zijn cijfer van 1 miljoen Oeigoeren die in ‘concentratiekampen’ in Xinjiang zouden zijn opgesloten … hetgeen inmiddels volledig ontkracht is (daarover is eerder bericht). Zenz schreef een boek ‘Worthy to escape’ waarin hij beweert dat hij van ‘God zijn missie heeft gekregen om tegen het communistische China’ zijn kruisvaart te voeren. En aan de andere zijde, ondernemer Bertrand ARNAUD, 

Pleidooi van een voor ‘socialisme ‘à la Chinoise’​​

Arnaud is inderdaad een Franse ondernemer die ‘HouseTrip’ (inmiddels voor flink wat geld verkocht aan TripAdvisor) en ‘Me & Qi’ heeft opgericht. Hij woont in China en is een veelgevraagd commentator over het reilen en zeilen in China. Betrand Arnaud studeerde af aan de EHL (Hotelschool) in Lausanne, Zwitserland, en is benoemd tot ereprofessor. We laten hem aan het woord. 

Mocht je ook Adrian Zenz’ deel van de lezing willen lezen en zien, kan je terecht op het Youtube-kanaal. Adrian Zenz is directeur van het ‘dubieuze’ ‘Stichting voor slachtoffers van het communisme (VCMF)’ in Washington (VS). Zenz is eveneens adviseur van de ‘Interparlementaire Alliantie over China’ een internationaal netwerk van Westerse parlementairen die elkaar vinden in het ‘containen’ van China en waarbij neoconservatieve politici als Marco Rubio (medestander van Trump) in de cockpit zitten, en waar ook Belgische parlementairen zoals Els Van Hoof (CD&V) en Samuel Cogolati (Ecolo) zich op sleeptouw laten nemen. We distanciëren ons volledig van deze neoconservatieve organisaties en visies op de wereld en de mens. 

INLEIDING ARNAUD BETRAND

Voordat ik inga op de kern van het debat, wil ik een disclaimer maken. Een onuitgesproken idee dat voortkomt uit de resolutie waarin staat dat het Chinese model beter is dan het Amerikaanse of het Europese, is dat beide modellen met elkaar concurreren en dat beide modellen universeel zijn, met het idee dat als het Chinese model inderdaad beter is, … het de wereld kan overnemen. Ik geloof helemaal niet dat dit waar is. Ik denk dat het Chinese model alleen voor China geldt, dat het Chinese systeem het product is van de zeer lange en unieke geschiedenis van China, en dat het ook past in de zeer bijzondere context waarin China zich vandaag de dag bevindt, in een economische context, in een geopolitieke context, maar dat het niet past of pretendeert te passen op andere landen. 

U hoeft mij niet op mijn woord te geloven. De meeste serieuze waarnemers zijn het hierover eens. Bijvoorbeeld Paul Heer, de voormalige nationale inlichtingenofficier voor Oost-Azië, wat de hoogste positie is in de Amerikaanse inlichtingengemeenschap voor het observeren van China. Dit is wat hij schrijft: ‘China probeert multipolariteit en internationale legitimiteit voor zijn systeem na te streven, niet het aan andere landen op te leggen.’ Een andere is Stephen Walt van Harvard, legendarisch hoogleraar internationale betrekkingen. Hij schrijft: ‘China omarmt expliciet het idee dat elk land zelf moet bepalen hoe het geregeerd wordt. De VS daarentegen houden ervan anderen de les te spellen over hoe zij zichzelf moeten besturen en blijft proberen andere landen zover te krijgen dat zij onze liberale waarden omarmen.’ Ook Henry Kissinger schrijft in zijn beroemde boek ‘Over China’: ‘China heeft nooit de Amerikaanse opvatting van universalisme omarmd om zijn waarden over de wereld te verspreiden.’ 

Dus om af te sluiten met mijn disclaimer: ‘Het debat gaat hier vooral over welk systeem beter is voor de eigen bevolking, niet welk systeem universeel beter zal zijn voor iedereen, aangezien het Chinese systeem niet pretendeert universeel te zijn.

De kern van het debat

Dat gezegd zijnde, laten we overgaan tot de kern van het debat

Allereerst bestaat er weinig twijfel over het feit dat het westerse systeem fantastisch werk heeft geleverd voor de bevolking door de verspreiding, gedurende vele decennia, van vrijheid, welvaart en stabiliteit. Maar het leidt ook weinig twijfel dat het steeds meer de weg kwijtraakt. 

Hoe contra-intuïtief het ook mag klinken, ik zal aantonen dat het Chinese systeem nu in vele opzichten beter is geworden in het verschaffen van stabiliteit, welvaart en zelfs vrijheid aan zijn bevolking.  

Vrijheid

Laat ik beginnen met ‘vrijheid’. Ik zal uitleggen dat we in het Westen geleidelijk een nogal scheef begrip van vrijheid hebben gekregen, waarbij we vrijheid gelijkstellen aan individuele vrijheid, terwijl dat eigenlijk niet hetzelfde is. Ik zal laten zien dat wanneer je een breder begrip van vrijheid hebt, zoals we dat in het verleden hadden, het heel duidelijk wordt dat China misschien niet zo onvrij is als de meeste mensen in het Westen denken, en omgekeerd. Het Westen is misschien niet zo vrij. Laat ik een concreet voorbeeld nemen.  

Vrijheid in armoede?

China’s oorlog tegen de armoede is ontegensprekelijk een enorm succes. De grootste en snelste vermindering van armoede die de wereld ooit heeft gezien. (nvdr.: 800 miljoen Chinezen zijn sinds 1980 uit de extreme armoede gehaald, cijfers bevestigd door de Wereldbank, 2022) Zelfs China’s grootste tegenstanders zijn het hiermee eens. Maar raadt u eens? Het ging ten koste van nogal wat individuele vrijheid. U herinnert zich waarschijnlijk de krantenkoppen in de westerse media over de Chinese regering die alle gebouwen in Chinese steden afbrak en mensen ontheemd achterliet. Maar kijk naar de resultaten. Extreme armoede is in China zo goed als uitgeroeid. 

Ik heb gedurende zeven jaar door heel China gereisd. De resultaten zijn duidelijk en zichtbaar. Kan iemand echt beweren dat dit de mensen minder vrij maakte, dat ze vrijer waren toen ze arm waren? Natuurlijk niet! Armoede is de antithese van vrijheid. Als je in armoede leeft, ben je letterlijk een slaaf van je sociale toestand. 

Daarentegen is er veel armoede in landen als Frankrijk en de VS. Als je naar bepaalde wijken in Parijs gaat, zie je honderden daklozen in ‘bidonvilles’. Ieder van jullie kan vandaag naar China gaan, het hele land rondreizen, … en het zal uiterst onwaarschijnlijk zijn dat je ook maar één dakloze ziet. Persoonlijk kan ik in al mijn jaren reizen door China op de vingers van één hand tellen hoe vaak ik daklozen heb gezien. Voor de VS is het officiële cijfer van het ‘US Census Bureau’ 6% van de bevolking, zes procent die leeft in wat het Census Bureau ‘diepe armoede’ noemt. 

Een recente studie van het ‘Urban Institute’ (VS) onthulde ook dat in 2022 in de VS 25% van de volwassenen invoedselonzekerheid leven, dat betekent dat ze zich soms geen eten kunnen veroorloven. In Frankrijk leeft 14% van de bevolking onder de armoedegrens. Kunnen we echt zeggen dat die mensen vrij zijn? 

Andere vrijheden

Velen zijn dit vergeten, maar FDR Roosevelt hield in 1941 zijn ‘Four Freedoms’ speech waarin hij vrijheid van gebrek en vrijheid van angst definieerde als twee van de vier vrijheden die Amerika hoopte te bereiken. Dus ook hij erkende dat armoedebestrijding fundamenteel was voor vrijheid. En nu we het toch over vrijheid van angst hebben, …. dat is ook een goeie …. laten we onszelf een simpele vraag stellen: ‘Voelen mensen zich ‘vrij’ om overal in Amerika alleen te werken, op elk moment van de dag of nacht? Hebben mensen deze vrijheid?’ Wel, deze vrijheid bestaat over het algemeen wel in China. De statistieken zijn verwonderlijk: je hebt 70 maal meer kans om slachtoffer te worden van een geweldsdelict in de VS dan in China. 

Het is anekdotisch, maar in mijn zeven jaar in China ben ik niet alleen nooit getuige of, God verhoede, slachtoffer geweest van een misdaad. Dus dit vrij zijn van angst bestaat wel degelijk. 

Ik zou kunnen doorgaan over verschillende vormen van vrijheid. Vrijheid van drugs, bijvoorbeeld. Overdoses zijn in de VS de belangrijkste doodsoorzaak voor volwassenen van 18 tot 45 jaar. Terwijl China een van de laagste drugscijfers ter wereld heeft. Wat kan een grotere beperking van de vrijheid zijn dan een verslaving aan drugs? 

Vrijheid van onderwijs, nog een ander voorbeeld, ik hoef u niet te vertellen dat kennis en onderwijs een vorm van vrijheid is. Het verbreedt je perspectief en leidt tot meer mogelijkheden. Neem vandaag de dag een willekeurige internationale onderwijsbenchmark, zoals de PISA-ranglijst van de OESO, en China staat bovenaan, met het Westen ver achter zich. Nog verder over vrijheid ? Amerika heeft 25% van alle gevangenen ter wereld, terwijl het slechts 3% van de wereldbevolking telt. Dat is een opsluitingsgraad, 6 tot 7 maal hoger dan in China. Werkelijke fysieke vrijheid is belangrijk als we het over vrijheid hebben. Juist. 

Foto still van het internet van het ISI-debat disclaimer

Onafhankelijkheid = vrijheid

Maar ik sluit af met waarschijnlijk de grootste vorm van vrijheid, een vrijheid die generaal de Gaulle, onze laatste grote president in Frankrijk, placht te omschrijven als de voorwaarde voor alle andere vrijheden, en dat is je ‘onafhankelijkheid als land’. Je collectieve vrijheid om je eigen toekomst te bepalen. Kan iemand beweren dat wanneer je een zogenaamde vazalstaat bent of wanneer je in een grotere staat zit, de zogenaamde invloedssfeer, je vrij bent? Iedereen kan zien dat het niet helemaal waar is. Amerika is natuurlijk niemands vazalstaat. Integendeel. Maar er is iets dat Amerika’s vrijheid in dat opzicht beperkt. Het is het systeem van allianties. Amerika zit in heel veel bondgenootschappen. De NAVO komt voor de ‘Five Eyes’, maar met Japan, met Taiwan enzovoort. En natuurlijk beperken ook deze je vrijheid van handelen, omdat je, niet alleen op papier, gebonden bent aan specifieke acties, die op een welbepaald moment misschien helemaal niet in je eigen belang zijn. 

Zoals we pijnlijk hebben geleerd van de Eerste Wereldoorlog, kunnen bondgenootschappen ongelooflijk beperkend en destructief zijn. China is in dat opzicht onbetwistbaar het meest vrije land ter wereld, omdat het in de verste verte niet kan worden beschouwd als vazalstaat van wie dan ook. En China doet niet aan hechte militaire allianties zoals de NAVO, het heeft er geen. Velen beweren zelfs dat het juist deze onafhankelijkheid is die de huidige poging om China in toom te houden, aanstuurt. Het hoge niveau van soevereiniteit laat China toe zich te concentreren op de interne ontwikkeling en op het behoud van zijn vrijheid van handelen op het internationale toneel. 

Stabiliteit

Oké. Ik heb veel tijd besteed aan vrijheid. Laten we het hebben over ‘stabiliteit en welvaart’. Stabiliteit is de gemakkelijkste. China is letterlijk de oudste continue beschaving in de geschiedenis van de mensheid. Als dat geen stabiliteit is, dan weet ik niet wat wel. En als we kijken hoe de zaken er nu voor staan, kan niemand beweren dat China geen stabiele samenleving is. 

Uit de meeste onderzoeken naar de Chinese bevolking, zelfs door westerse instellingen, blijkt dat de Chinese bevolking buitengewoon eensgezind is over hoe zij hun systeem ziet. Het ‘Ash Center for Democratic Governance and Innovation’ van de Harvard Kennedy School deed bijvoorbeeld een 13 jaar durend onderzoek naar de Chinese bevolking, dat zij samenvatten in het rapport ‘Understanding CCP Resilience’(2020). Hun conclusie is -ik citeer- ‘Er is weinig bewijs voor het idee dat de CCP aan legitimiteit verliest in de ogen van de bevolking. In feite stellen ze vast dat 93% van het Chinese volk tevreden is over de Chinese centrale regering. 

En waarom zouden ze dat niet zijn? China heeft net de snelste verbetering van de levensomstandigheden van alle landen in de geschiedenis meegemaakt. De VS en Europa zijn natuurlijk een heel ander verhaal. Tevredenheid over openbare instellingen is er, zoals we allemaal weten, altijd laag. Bijna overal in het Westen, ook bijvoorbeeld in de VS. Het vertrouwen van het publiek in de overheid gaat van meer dan 70% in de jaren zestig naar slechts 20% vandaag. In Frankrijk heeft slechts 28% van de burgers vertrouwen in hun openbare instellingen. Als je het Amerikanen vraagt, denkt 43% dat er binnen tien jaar een burgeroorlog uitbreekt. 

En als we kijken op de lange termijn… laten we even een derde experiment doen. Stel je voor dat je ingevroren wordt en over 300 jaar wakker wordt, dan kan je er bijna 100% zeker van zijn dat China zeer herkenbaar zal zijn: het zal dezelfde taal hebben, dezelfde tradities, dezelfde culturele basiskenmerken zoals het belang van het gezin, het belang van onderwijs, de meritocratie, een paternalistische regeringsstijl, een grotendeels seculiere samenleving, enzovoort. Waarom kunt u daar zo zeker van zijn? Als je het onderwerp grondig bestudeert, zijn, ondanks de opkomst en ondergang van dynastieën in China, de belangrijkste kenmerken van de Chinese samenleving buitengewoon stabiel. 

Eeuwen van stabiliteit

Ik was gefascineerd toen ik las over Matteo Ricci, een Jezuïetenpriester uit de 16e eeuw die de eerste westerling was sinds Marco Polo, die erin slaagde tot de kern van het Chinese systeem door te dringen. Het is verbazingwekkend om te zien hoe vergelijkbaar de dingen toen met vandaag zijn. Bijvoorbeeld, Ricci ging naar China, om het christendom te verspreiden, dat spreekt. In die tijd, en om dat te doen, vermomde hij zich als een boeddhistische monnik, omdat hij veronderstelde dat door te beweren dat het christendom een tak van het boeddhisme was, het gemakkelijker zou zijn om het door de Chinezen te laten begrijpen. Maar na een tijdje merkte hij dat er, ongeacht de religie, bij de Chinese elites veel argwaan tegen religie bestond, en dat er een onoverbrugbare scheiding was tussen religie en politiek. Dus na tien jaar mislukte pogingen, besloot hij zich uiteindelijk te verkleden als een Confuciaanse geleerde, zich te presenteren als filosoof in plaats van monnik, als iemand die de Chinese klassieken had begrepen in plaats van een religieus man. In feite hebben we de eerste Latijnse vertalingen van Chinese klassieken aan hem te danken. En het is pas na deze transformatie dat hij erin slaagde dichter bij de Chinese elites te komen en zijn ideeën ingang te doen vinden. 

Tegenwoordig wijten we China’s secularisme aan het communisme. Maar Matteo Ricci’s ervaring laat zien dat dit helemaal niet klopt. China is al altijd seculier geweest. Sommigen onder ons klagen dat China de westerse liberale democratie niet van ons heeft overgenomen. Maar nogmaals, de ervaring van Ricci toont aan dat ideeën uit het buitenland een aanzienlijke mate van ‘sinificatie’ vereisen voordat ze in China ingang kunnen vinden. Hetzelfde geldt trouwens ook voor het communisme. De officiële term ervoor in China is ‘socialisme met Chinese kenmerken’. De sleutelterm is uiteraard ‘Chinese kenmerken’, en die zijn eigenlijk zeer dominant binnen het concept. 

Tot zover deel 1, maandag a.s. het vervolg.

Met dank aan vertaler en bewerker Ng Sauw Tjhoi, hoofdredacteur China Vandaag.