De complexe strijd tegen woestijnvorming

Sinds 1978 voert China strijd tegen de uitbreiding van de woestijn (27% van de landoppervlakte). Versterking van het programma leidde tot belangrijke successen vanaf 2000. Maar de klimaatsverandering en de langetermijngevolgen van sommige ingrepen temperen het optimisme. Is het toegenomen aantal zandstormen cyclisch of structureel? Nieuwe sterke maatregelen zijn aangekondigd.

Foto: Xinhua Disclaimer

Een zon die verduisterd wordt door zand, in Noord-China is het een bekend fenomeen. Elk jaar krijgen vooral de regio’s Beijing, Tianjin en de provincie Hebei van maart tot mei te maken met zandstormen. Dat zand wordt aangevoerd uit de Gobi woestijn in het Noordwesten, één van de grote woestijnen die samen bijna 27% van het landoppervlak van China uitmaken. Het zand wordt vanuit de Gobi woestijn in Binnen-Mongolië of door de 1000 km lange Hexi-corridor naar Noord-China geblazen. De Hexi corridor in de provincie Gansu is de enige verbinding tussen oostelijk en westelijk China; de oases in de corridor maakten de traditionele zijderoute mogelijk. In totaal hebben 400 miljoen chinezen (bijna 30% van de bevolking) soms last van zandstormen. De economische kost wordt op 54 miljard yuan (bijna 7 miljard euro) geschat.

Dit jaar trof de eerste storm Beijing al op 12 januari, meer dan een maand eerder dan gemiddeld. Begin juni waren er 15 zandstormen gepasseerd, het hoogste aantal sinds tien jaar. Acht zware zandstormen zijn door 15 provincies geraasd. Is deze toename cyclisch, of spelen factoren zoals klimaatverandering mee? Sinds 2018 lijkt er een negatieve trend te zijn;

In reactie daarop heeft de regering nieuwe maatregelen gelanceerd om woestijnvorming tegen te gaan, en is het programma om bomen aan te planten tegen zandstormen aanzienlijk uitgebreid. Earth.org spreekt zelfs van ‘het grootste boomplantingsproject in de menselijke geschiedenis.’

Een plan in acht fasen van 1978 tot 2050

China nam maatregelen om de snelle woestijnvorming tegen te gaan vanaf 1978. Er werd begonnen met de aanleg van de ‘Grote groene muur’, een boomplantingsprogramma voor drie noordelijke beschermingsgordels. Het plan loopt van 1978 tot 2050 in acht fasen. Bedoeling is in 13 provincies in totaal 350.800 km² bos aan te leggen als scherm tegen de woestijn. Tussen 1995 en 1999 was de verwoestijning nog 52.000 km².

In de jaren 90 gebeurden verschillende rampen ten gevolge van niet duurzaam bodemgebruik. In 1997 droogde de Gele Rivier op, in 1998 overstroomde de Yangtze en Beijing kende in 2000 een record aan zandstormen. Deze gebeurtenissen versterkten het ecologisch bewustzijn en er werd besloten de inspanningen voor de Grote groene muur op te drijven. Het budget is na 2000 bijna zes keer gestegen. Het bestaat uit nationale en lokale subsidies en lokale privé-initiatieven. Tussen 1978 en 2017 is 93,3 miljard yuan (12 miljard euro) besteed aan de Grote groene muur.

Met de maatregelen na 2000 kon de woestijn tegen 2019 130.00 km² teruggedrongen worden. Het gaat onder meer om 200 projecten voor herstel van bossen en van graslanden die omgevormd waren tot landbouwgrond.. Einde 2022 is een nieuw nationaal plan uitgekomen om in de periode 2021-2030 de woestijnvorming nog eens 12.400 km² terug te drijven

Complexer dan gedacht

Een voorbeeld van de complexe problematiek is de oase Minqin, in de Hexi corridor, met 200.000 inwoners. Tot 2010 bleef de verwoestijning er doorgaan, Uit onderzoek bleek een reeks van oorzaken: overbegrazing van de graslanden, bomenkap voor landbouwgrond, zandwinning en verkeerd gebruik van de watervoorraden. In het kader van drie nationale campagnes in de jaren 80 om de oppervlakte landbouwgrond te verhogen verdwenen er bossen en graslanden. Minqin krijgt water uit een reservoir dat gevoed wordt door een rivier. Maar stroomopwaarts steeg het waterverbruik zodat het reservoir opdroogde. Men ging dan grondwater gebruiken, waardoor het peil daarvan daalde. Daardoor verdween natuurlijke en aangelegde begroeiïng, wat de woestijnvorming aanwakkerde. De aanplanting van een 300 km lang bomenscherm vermindert intussen de zandstormen.

De voorbije 20 jaar is de hoeveelheid aangewaaid zand in Noord-China verminderd door lagere windsnelheden omwille van de bomen, een betere bodembedekking en beter waterbeheer. Maar sinds 2018 stijgen de gemiddelde windsnelheden en de hoeveelheid stof opnieuw. Is dit een normale cyclische schommeling? Of is er een verband met klimaatverandering? De droge streken in China warmen twee keer sneller op dan het wereldgemiddelde. Dat versnelt de uitdroging van de bodem en de kans op zandverstuiving;

Experts roepen nu op om het geheel van de maatregelen tegen woestijnvorming op een meer gesofistikeerde manier te bestuderen. Ze geven het voorbeeld van bodembedekkers. Op korte termijn kan men daar gemakkelijk het succes van zien. Maar op langere termijn kunnen deze planten de bodem doen uitdrogen en woestijnvorming versnellen. Er is ook een sociale component: de desertificatie gebeurt in armere streken. Indien men daar de armoede kan bestrijden zullen er ook meer middelen zijn om de woestijnvorming aan te pakken.

Bron: Caixin