Enkele Chinese steden voeren kinderbijslag in. Deze primeur moet, samen met andere kindvriendelijke maatregelen, helpen om de daling van het aantal inwoners te vertragen.
De stad Hangzhou in de kustprovincie Zhejiang heeft aangekondigd dat families met drie kinderen een eenmalige kinderbijslag van 20.000 yuan (2.600 euro) zullen ontvangen. Met deze bijdrage aan de kost om kinderen op te voeden wil men grotere gezinnen aanmoedigen.
De kinderbijslag in Hangzhou bestaat uit een geboortepremie van 2.000 yuan voor twee kinderen en 5.000 yuan voor drie kinderen. Daarnaast is er een ‘echte’ kinderbijslag van 5.000 yuan voor twee kinderen en 20.000 yuan voor drie kinderen. Het gaat telkens om eenmalige premies in cash. De uitbetalingen beginnen in september.
Hanghzou is niet alleen. In de zuidwestelijke provincie Yunnan betaalt het arrondissement Yongcheng, een onderdeel van de prefectuurstad Lijiang, al geboortepremies van 2.000 respectievelijk 5.000 yuan voor twee of drie kinderen en daar bovenop een kinderbijslag van 800 yuan. Al 145 gezinnen kregen in totaal voor bijna een half miljoen yuan steun. De grote meerderheid zijn gezinnen met twee kinderen. Volgens het arrondissementsbestuur helpt de financiële steun om het aantal kinderen te verhogen.
Kinderbijslag eindpunt van totale ommekeer
De premies in Hangzhou en Yongchen zijn schuchtere primeurs. Indien systemen van kinderbijslag veralgemeend worden betekent dit een totale ommekeer van de politiek.
In de decennia sinds 1978 voerde men een strikte politiek van één kind per gezin. De bevolking steeg toen zeer snel, omdat door de verbeterde gezondheidszorg en levensstandaard de overlevingskansen van jonge kinderen verbeterden. China, dat over veel minder natuurlijke rijkdommen (zoals landbouwgrond) per inwoner beschikt dan het wereldgemiddelde, kon die aangroei niet aan.
Door de geboortebeperkingen van de voorbije periode is vandaag het aantal jonge koppels erg gedaald. Twee kinderen per gezin volstaan zelfs niet om de bevolking op peil te houden. Maar de realiteit ligt momenteel op slechts 1,3 kind per gezin. Zonder maatregelen beleven we het begin van een snelle daling van de totale bevolking. Volgens sommige buitenlandse extrapolaties zou de bevolking van China zonder maatregelen tegen de eeuwwisseling terugvallen van 1,4 miljard tot minder dan 700 miljoen.
De Chinese overheid heeft er altijd rekening mee gehouden dat de bevolking uiteindelijk zou dalen. Een kleiner aantal actieve werkenden zullen in de toekomst moeten zorgen voor een groter aantal inactieven (jongeren en senioren). Men rekent daarvoor op verdere technologische vooruitgang en digitalisering die zowel de materiële productie- als de dienstensector met minder menselijke arbeid in stand zullen houden. In tegenstelling tot wat westerse media soms beweren verzwakt een daling van de bevolking China a priori niet.
Maar de bevolking mag natuurlijk niet té snel dalen en om dat scenario te vermijden is het streefdoel gemiddeld minstens twee kinderen per gezin. Daarom is de regering na de eeuwwisseling begonnen met het geleidelijk versoepelen van de beperkende politiek door meer uitzonderingen op de regel toe te staan. Sinds 2015 zijn twee kinderen algemeen toegelaten en sinds 2021 drie kinderen. Uit de experimenten met kinderbijslag blijkt dat drie kinderen vandaag zelfs aangemoedigd worden. De facto kunnen ook meer dan drie kinderen zonder boete.
Kinderbijslag slechts één stimulans voor grotere gezinnen
Jonge koppels blijken echter niet zo happig op grote gezinnen. Het enige adequate middel om meer geboorten te stimuleren is het verminderen van de lasten om kinderen op te voeden. Kinderbijslag is daarvoor slechts één stimulans. Een betere en goedkope opvang voor baby’s en peuters, een soepeler werkregeling voor de ouders, lagere onderwijskosten, beter betaalbare woningen en betere toegang tot de stedelijke diensten voor interne migranten zijn andere pistes. Men mag verwachten dat de overheid de evolutie van de geboortecijfers van dichtbij opvolgt en in functie daarvan al deze maatregelen meer of minder prioritair zal uitwerken.
Bronnen: Global Times, Nikkei