‘it’s the culture, stupid’ – deel 2

Dit is deel twee van een externe bijdrage van Peter Peverelli (redacteur van Chinasquare) en Gordon Dumoulin over het belang van een cross-cultureel perspectief in conflicten tussen het Westen en China. De implicaties van dit artikel reiken echter verder dan China alleen. Het verscheen eerder op Chinabeschouwing.

Schaak versus Go; afbeelding : Elena Popva, Randy Fath (disclaimer)

Dimensies combineren

Tot nu toe hebben we onze dimensies één voor één geïntroduceerd, maar het echte leven is niet zo eenvoudig. In de praktijk worden twee of meer dimensies gecombineerd met morele posities en acties als resultaat van deze combinaties.

Neem bijvoorbeeld de laatste twee dimensies die we hebben overwogen, korte termijn – lange termijn en zelfzucht – zelfbeheersing. Als we deze dimensies over elkaar zetten, krijgen we twee heel verschillende verschijnselen. Het Westen lijkt gefixeerd op (soms op hol geslagen) consumptie en overgave aan korte-termijn, met als gevolg symptomen van overdadig gebruik en schuld. Al vele jaren proberen we de vraag te stimuleren door de rentetarieven te verlagen die sinds de recessie van 2008 bijna nul zijn. Politici zijn angstig om geld uit de economie te halen via belastingen, want dan stoppen mensen met kopen. De internationale betalingsbalans laat zien dat de VS en het VK veel meer importeren dan ze exporteren en jarenlang hield het hoge niveau van de Amerikaanse consumptie de wereld op de been.

Daarentegen toont China een patroon van ‘geduldige’ of ‘beheerste’ productie en -besparingen, gedreven door een combinatie van langetermijnoriëntaties en zelfbeheersing. De Chinezen zijn sterk afhankelijk van productie voor exportmarkten en het uitbreiden van hun aandeel in de wereldmarkt. Sparen en zelfbeheersing zijn belangrijke kenmerken in de Chinese cultuur. China investeert meer in fabrieken en ontwikkeling, en minder in creditcards.

General Motors is een goed voorbeeld van wat in de VS misgaat. Jarenlang komen de winsten steeds minder uit de auto’s die het maakt en steeds meer van klanten die in de schulden gaan om in eerste instantie een auto te betalen en rente te betalen over die schuld. Daarentegen produceert en exporteert China steeds meer EVs en heeft het een enorm betalingsoverschot. Het beslaat het kwadrant rechtsonder in bovenstaande grafiek.

Veel economen zien deze arbeidsverdeling tussen Amerika en China niet als een nadeel. Export en import zullen elkaar uiteindelijk in evenwicht brengen. China heeft Amerika nodig om zijn goederen te af te zetten. Maar om één land steeds verder te laten afdalen in schulden en leningen, zelfgenoegzaamheid en wanhopige behoefte aan fondsen, komt neer op een degradering van het nationale karakter. Het reduceert ons van makers en producenten tot enkel afzetkanalen en absorptiemechanismen. We worden timide, beducht, behoeftig en tot slaaf gemaakt aan onze schuldeisers.

Een andere cross-dimensionele oefening is de korte termijn – lange termijn dimensie met de individualisme – communautair dimensie te combineren met de twee volgende kwadranten als resultaat.

Wanneer we als individu consumeren is dit maar al te vaak op korte termijn, zoals bij een impulsaankoop. Wanneer we als gemeenschap produceren is dit bijna altijd op langere termijn. We weten als gemeenschap niet of wat we produceren kopers tevreden zal stellen en moeten de uitkomst afwachten. Tevredenheid en succes is in dit geval afhankelijk van het tevreden stellen van anderen. De ‘Shopping Mall’ linksboven in de grafiek is het ideaalbeeld van de consumptiemaatschappij, terwijl de ‘Creative Workshop’ het ideaal is voor het produceren van de hele samenleving.

Echter een bepalend onderscheid tussen beide kwadranten is dat de ‘Creatieve Workshop’ maatschappij ook een ‘Shopping Mall’ omvat, terwijl de ‘Shopping Mall’ maatschappij een ‘Creatieve Workshop’ uiteindelijk uitsluit. Een uitsluiting als gevolg van steeds minder tijdsruimte (korte termijn) voor langdurige inspanningen en strategische ontwikkeling alsmede minder gemeenschappelijk animo en doorzettingsvermogen (individualisme) betreffende het beheersen van productie en consumptiepatronen.

Een groot verschil tussen het West en Oost is dat het Westen gelooft dat een vrije markt de economie moet sturen en dat de keuzes van consumenten ‘dollars’ registreren voor wat nodig is en wat niet. Het is niet aan overheden om aan te geven wat we moeten kopen, maar aan de markt om burgers te dienen. In het verleden hebben we gezien hoe de staat probeerde voor te schrijven wat mensen moesten kopen, maar zulke systemen faalden jammerlijk vanwege de complexiteit.

Duizenden tractoren roestten op het land omdat een ambtenaar verzuimd had een no. 3 slotbout te bestellen.

Het concept dat nog niet eerder werd uitgeprobeerd, totdat China het deed, was samenwerking tussen overheid en markt voor bepaalde selecties en prioriteiten om zowel de markt te leveren als overheidsbeleid te dienen, bijvoorbeeld voor het ontwikkelen van groene hernieuwbare energie of infrastructuur ontwikkeling. We zien dit wederom terug in bovenstaande grafiek, de kwadrant rechtsonder. Een cross-dimensioneel resultaat van de dimensies specifiek-diffuus en universalistisch-particularistisch

West tegen de Rest

Hoewel er talloze analyses zijn waarin het ‘Westen’ wordt vergeleken met anderen, is het zwakke punt in veruit de meeste analyses dat het ‘Westen’ wordt geportretteerd als een politieke of ‘ideologische’ eenheid.

Het culturele 7-D-model stelt ons echter in staat een definitie van het ‘Westen’ te formuleren. Een gemeenschappelijk kenmerk van de culturele profielen van de westerse landen is dat ze allen de volgende dimensies omvatten; Universalistisch, Individualistisch, Specifiek, Achieved Status en Sequentieel. Zeker de Angelsaksische landen en ook de Noordwest-Europese landen, zijn overduidelijk gepositioneerd op deze dimensies.

Een interessant en actueel voorbeeld om de waarde van deze definitie te bevestigen, gaat over welke landen zijn gaan deelnemen aan de sancties tegen Rusland na de invasie in Oekraïne. Als we een wereldkaart met landen die deelnemen aan de sancties (groen) en de andere landen die niet deelnemen (grijs) vergelijken met de mapping van de culturele dimensie Universalist – Particularist, zien we meteen de opvallende gelijkenis.

Afbeelding TFF (disclaimer)

De sterk universalistische landen nemen deel aan de sancties. Zuid-Afrika lijkt echter een opvallende uitzondering te zijn in deze vergelijking. Het is echter mogelijk dat de voorstelling van Zuid-Afrika als een universalistische natie wordt veroorzaakt door het feit dat de respondenten in die natie (nog steeds) overwegend blanke Zuid-Afrikanen zijn.

Meer over dit voorbeeld hier : ‘Is participating in the sanctions against Russia a cultural matter?

Eenzelfde vergelijking met de Universalist – Particularist kaart kan worden gemaakt met onderstaande kaart die de landen aangeeft die China bekritiseerden voor zijn beleid in Xinjiang tijdens een VN stemming (rood) en de landen die China verdedigden voor hetzelfde (groen). Andere landen in het grijs onthielden zich van stemming. Een saillant detail is dat veel van de verdedigende landen moslimlanden zijn.

Afbeelding Wikipedia (disclaimer)

Ook opmerkelijk is de gelijkenis met de kaart van de ‘Niet Gebonden Landen’.

Afbeelding: Wikipedia (disclaimer)

Met uitzondering van Rusland zijn alle Particularistische landen lid of waarnemers.

De westerse landen bekritiseren graag opkomende niet-westerse landen voor hun inbreuk op de ‘rule-based world’. We kunnen die uitdrukking nu herkennen als gekoppeld aan een sterke Universalistische inclinatie. De westerse naties, waaronder alle voormalige koloniserende landen, stellen regels op en dwingen die wereldwijd af. Niet-westerse landen zijn echter steeds minder bereid aan die regels te voldoen, omdat dit concept van een op regels gebaseerde wereld niet in overeenstemming is met hun culturele profiel, dat hoog Particularistisch, Communautair en Diffuus is; de generieke niet-Westerse cultuur.

Wanneer we multilaterale samenwerkingen zoals BRICS of de Shanghai Cooperation Organization (SCO) op kaarten uitzetten, kunnen we zien dat ze allemaal in de niet-westerse culturele regio vallen.

In feite speelt een aanzienlijk deel van de conflicten in de wereld van vandaag zich tussen deze twee generieke culturele profielen af die uiteenlopende interpretaties creëren over fundamentele maatschappelijke waarden en rechten van mensen. Deze culturele divergentie wordt vrijwel genegeerd in de hedendaagse debatten over de groeiende conflicten en mogelijke resoluties ervan.

Terwijl het Westen China veroordeelt voor zijn gebrek aan democratie of op het gebied van mensenrechten vanuit universalistische inclinatie, kan het 7-D model worden toegepast om bijvoorbeeld democratie in China uit te leggen of verschillende interpretaties van mensenrechten weer te geven . Meer in het algemeen kan het 7-D model ons helpen bij het opzetten van een academisch model van een multipolaire wereld.

Schaak vs. Weiqi (Go)

Een artikel in Asia Times van 3/11/2023 (Louise Low, Face-off on the grand chessboard) biedt een zeer interessant perspectief op de voortdurende tech-oorlog tussen het Westen en China, dat ook van toepassing is op andere westerse beschuldigingen tegen China. Low projecteert de oorlog als een schaakspel, maar een waarin de twee spelers, het Westen en China, verschillende spellen spelen. Terwijl het Westen schaak speelt, observeert Low dat China Weiqi speelt, beter bekend onder zijn Japanse naam Go. Het verschil kan het beste worden verklaard door de volgende twee alinea’s van Low te citeren.

In hun boek Duizend Plateaus (1980) bieden Gilles Deleuze en Félix Guattari een beknopte uitleg van het verschil tussen de twee spellen. Ze merken op dat bij schaken het conflict is geïnstitutionaliseerd en gereguleerd met een voorste en een achterste gevechtslinie, terwijl er in Go geen gevechtslijnen zijn. Het is een kwestie van jezelf in een open ruimte opstellen, ruimte vasthouden, en de mogelijkheid te behouden om op elk moment te kunnen verspringen. Schaken wordt gespeeld in een gestructureerde ruimte, waarbij elk schaakstuk een specifieke rol in de hiërarchie krijgt toegewezen met een duidelijke differentiatie tussen de pionnen en de elitestukken zoals ridders, bisschoppen, koningen en koninginnen, die elk op zijn of haar eigen manier bewegen.

Daarentegen wordt Go gespeeld in een vloeiende ruimte waar de stukken identiek en hun rollen dubbelzinnig zijn. Het is de strategische context die ertoe doet. De strategische orkestratie van het geheel is groter dan de som van zijn delen. Er zijn net zoveel bewegingen in Go als er atomen in het waarneembare universum zijn, wat een scherpzinnige speler oneindige flexibiliteit en manoeuvreerruimte biedt. De dubbelzinnigheid en vloeibaarheid van hun rollen vergroten het potentiële belang van elk stuk op het bord en verbluffen degenen die het Go-spel niet begrijpen. China speelt Go door zijn speelveld en zijn wereldwijde politiek-economische ruimte radicaal uit te breiden. De uitbreiding van BRICS en BRI zijn opmerkelijke voorbeelden van deze strategie.

Een briljante analyse en we kunnen hier ook het 7-D model op loslaten. Het geïnstitutionaliseerde en gereguleerde karakter van schaken geeft aan dat het wortels heeft in een Universalistische cultuur. Go wordt gespeeld in een vloeiende ruimte en de rollen van de stukken worden alleen bepaald in een concrete situatie; typische kenmerken van een Particularistische cultuur.

Schaak wordt gespeeld in een gestructureerde ruimte, waarbij elk stuk zijn typische hiërarchische rol heeft. Dit wijst op een Specifieke cultuur. In Go kan elk stuk elke rol op zich nemen op basis van zijn relatie tot anderen in een concrete positie; typisch voor een Diffuse cultuur.

Afgezien van de tech-oorlog tussen de VS en China, kunnen we deze interculturele projectie ook in echte oorlogen terug zien. De VS speelden schaak tijdens de oorlog in Indo-China, terwijl de Vietcong en naburige bondgenoten Go speelden. We kennen de uitkomst van die oorlog. En momenteel speelt Israël schaak, terwijl Hamas en hun bondgenoten Go spelen. Wereldwijd spelen de niet-westerse landen een spelletje Go met het Westen, maar de laatste interpreteert dit spel in termen van het schaakspel en claimt regelmatig dat de niet-westerse landen ‘vals spelen’.

Extremisme onder de loep van cultuur

Het 7-D-model verklaart dat veel vormen van extremisme op cultuur gebaseerd zijn. Wanneer de cultuur van een bepaalde natie dicht bij een van de uiteinden van een dimensie scoort, is die cultuur geneigd het andere uiteinde uit het oog te verliezen. Dit is de basis van extremistisch denken en handelen.

De culturele dimensies worden voor het gemak meestal weergegeven als horizontale lijnen. In werkelijkheid zijn ze echter cirkelvormig van aard. Universalistische mensen zijn zich bewust van uitzonderingen, net zoals Particularistische mensen het nut van regels waarderen. Culturele verschillen ontstaan bij welk punt je begint in de cirkel.

Extremisme op deze dimensie begint wanneer zeer Universalistische of zeer Particularistische mensen de andere kant uit het oog beginnen te verliezen.

Het idee van een ‘rules-based order’ als iets dat we ons allemaal zouden moeten wensen is een goed voorbeeld van hoe een normaal aspect van een cultuur kan afdrijven en extremistisch kan worden. Het is normaal dat dit concept is ontstaan in de westerse cultuur, geleid door’s werelds meest universalistische landen. Het wordt problematisch, als die landen, die nog steeds leiding hebben over de meeste wereldwijde organisaties (zoals de VN of de NAVO), het proberen bij meer Particularistische landen af te dwingen of op te leggen.

Particularistische mensen zien zo’n uitgebreide reeks regels vaak als verstikkend. Hoewel ze vroeger bereid waren het te proberen, in de overtuiging dat de westerse naties een goed voorbeeld waren om te volgen, zijn ze daartoe steeds minder geneigd. Het is in het bijzonder China dat laat zien dat een sterk Particularistische natie ’s werelds op een na grootste economie kan worden. China is trouwens niet extremistisch, omdat het wel degelijk regels hanteert en respecteert, zij het op een Particularistische manier.

Extremisme komt natuurlijk ook voor in niet-westerse landen. Een goed voorbeeld is China’s Culturele Revolutie. Mao Zedong en zijn volgelingen stelden zich een wereld voor waarin mensen alle behoeften van de gemeenschap boven hun eigen persoonlijke behoeften zouden plaatsen. Deze extreme communistische kijk op de wereld bracht het land tot de rand van verwoesting. Door de bril van culturele dimensies was dit een voorbeeld van Diffuus in het extreme, het zien van de ‘ideale mens’ als een universeel persoon, een boer, arbeider en soldaat in één. Dit extremisme brak o.a. het hele onderwijssysteem af. Pol Pot en zijn bondgenoten in Cambodja werden door soortgelijke ideeën geïnspireerd.

Particularisme in toenemende mate kan ook een van de oorzaken zijn geweest achter China’s afnemende vermogen om de COVID pandemie in 2022 het hoofd te bieden..

Helaas, terwijl China en Cambodja hun fouten onderkenden en zo de koers konden wijzigen of de schade herstellen, blijft het Westen tot op vandaag halsstarrig vasthouden aan het ‘extreem universalistische’ idee van een ‘rules-based order’ wereld.

‘It’s the culture, stupid’

De titel van het essay ‘It’s the culture, stupid’ is een knipoog naar de bekende politieke campagneslogan ‘It’s the economy, stupid‘ die James Carville bedacht als strateeg bij de succesvolle Amerikaanse presidentsverkiezingen van 1992 van Bill Clinton tegen de zittende president George H. W. Bush.

Cultuur is de bakermat voor welvaart of overleving als natie, samenleving of de identiteit van een volk. De toestand van de economie of het politieke bestuur is voortdurend onderhevig aan veranderingen met ups en downs. Maar cultuur verklaart hoe verschillende naties, beschavingen en hun mensen omgaan met deze ups en downs en zo vorm geeft aan hun eigen welvaart, overleving of vernietiging en die van anderen.

Bovendien zijn afwijkende culturele dimensies vaak de onderliggende oorzaak van misverstanden en conflicten tussen verschillende naties.

Klik hier voor deel 1 van deze serie.