Centrale en lokale Chinese overheden investeren fors in connectiviteit tussen zelfsturende voertuigen en intelligente vaste infrastructuur. Dat maakt het automatisch sturen van deze voertuigen performanter. Maar er blijven onbeantwoorde technische en legale vragen en de uiteindelijke kostprijs van het project is hoog en onduidelijk.
De bedoeling van de investeringen is de volledige connectiviteit van het voertuig en de weg via de cloud. De auto zal immers met de weg kunnen communiceren, wat de automatische navigatie beter maakt dan wanneer het voertuig zelf alles op de baan moet detecteren.
Voor dit jaar nog kunnen de aangekondigde investeringen nationaal en lokaal oplopen tot 600 miljard yuan (80 miljard euro). Een deel van de investeringen heeft men recent aangekondigd in het kader van maatregelen om de economische groei aan te zwengelen.
Ambitieus programma
Het Ministry of Industry and Information Technology (MIIT) heeft in juli pilootprojecten aangekondigd in 20 steden, waaronder Beijing, Shanghai en Guangzhou. De doelstelling is om in 2026 te komen tot een nationaal basiskader voor de integratie van voertuigen en infrastructuur via de cloud.
Zelfsturende auto’s worden verbonden met slimme apparaten langs de weg, die informatie doorsturen van camera’s, verkeerslichten en andere informatie over de verkeersomstandigheden. In technische kringen heet dit “vehicle-to-everything” (V2X) technologie.
De nieuwe pilootprojecten betekenen een uitbreiding van bestaande kleinschalige projecten met slim vervoer, zelfsturende voertuigen en voertuigen verbonden met het internet; deze liepen in beperkte demonstratiezones.
Tegen 2026 zou men het aantal pilootprojecten uitbreiden tot een vijftigtal. Een twintigtal autobouwers zouden bij de projecten betrokken worden.
Einde mei dit jaar had men 17 nationale demonstratiezones opgericht voor het testen van zelfsturende auto’s en 7 voor connectiviteit van de voertuigen met het internet. In totaal waren 32.000 km wegen toegelaten voor testen. Men had 16 pilootsteden geselecteerd voor het gecoördineerd ontwikkelen van met het internet verbonden voertuigen en slimme infrastructuur.
Het MIIT-programma gaat een stuk verder en toont de ambitie van de regering om op grote schaal toepassingen te creëren van met het internet verbonden voertuigen.
Beijing voorloper
De normen en regels voor het testen en demonstreren van connectiviteit tussen voertuigen en intelligente infrastructuur werden al in 2021 uitgevaardigd door het MIIT en andere betrokken ministeries. Het zijn vooral rijkere steden zoals Beijing en Shanghai die als eersten beginnen investeren in deze technologie die echt zelfsturende auto’s dichterbij kan brengen.
Begin 2020 heeft men in Beijing een speciaal bureau opgezet om de instelling van de ‘eerste zelfsturende demonstratiezone van hoog niveau’ ter wereld mogelijk te maken.
In Juli 2024 heeft de stad Beijing verordend dat men bij nieuwe wegen of bij renovatie plaats moet voorzien voor slimme infrastructuur langs de weg. Dit moet dienen als onderdeel van de ontwikkeling van het pilootproject voor connectiviteit.
Een aantal bedrijven is uitgenodigd om mee te dingen in de eerste aanbestedingen voor connectiviteitsprojecten. Het grootste daarvan is 10 miljard yuan ( (1,30 miljard euro) waard.
Wie kan dat betalen?
De vraag blijft hoeveel geld er zal nodig zijn om het project nationaal uit te rollen. Een expert uit de sector schat dat één intelligent verbonden kruispunt een miljoen yuan (130.000 euro) zal kosten, de helft voor hardware en de helft voor software en onderhoud. Dat is veel geld voor een project waarvan nog heel wat technologische- en toepassingsaspecten onduidelijk zijn. Gaat de overheid deze investeringen alleen kunnen ophoesten? Vooral voor lokale overheden kan dit een probleem worden.
Het economisch tijdschrift Caixin meldt op gezag van een anonieme getuige dat men nu al op sommige plaatsen zou gebruik maken van minderwaardige chips voor pilootinstallaties die alleen even zouden werken wanneer er inspectie komt.
De meeste steden hebben geen financiële middelen zoals Beijing en kunnen geen grote budgetten vrijmaken voor slimme infrastructuur. Een mogelijkheid zou zijn privébedrijven uit de transportsector in te schakelen. Deze zouden zichzelf kunnen terugbetalen met abonnementsgelden van chauffeurs die van de infrastructuur gebruikmaken.
Een andere optie voor lokale regeringen die onvoldoende middelen hebben is het verkopen van data. Zij kijken naar het voorbeeld van Beijing. De stad verkoopt data over verkeerssignalen en blinde hoeken in de pilootzone aan bedrijven zoals Baidu die zelfsturende systemen ontwikkelen. Ze levert ook data aan Audi in verband met de duur van de rode verkeerslichten en de snelheid die nodig is voor een vlotte groene golf. Op die manier vermijden de Audi’s dat ze moeten vertragen of stoppen aan rode lichten. Taxidiensten als Didi komen ook in aanmerking als kopers van data.
De integratie van voertuig en intelligente infrastructuur via de cloud biedt ook nieuwe mogelijkheden om het openbaar vervoer efficiënter te laten verlopen. Volgens een expert van de Chinese Academy of Engineering rijden in de steden Tianjin en Suzhou op die manier lokale bussen tot 30% efficiënter en sparen ze 10% energie uit.
Verder zijn er toepassingen mogelijk om files te vermijden of te verminderen en om op andere manieren het bestuur van een stad te ondersteunen.
Technische obstakels en problemen met regels
De Chinese regering en de autofabrikanten zitten niet altijd op dezelfde technische lijn. Als voertuigen met infrastructuur verbonden worden via de cloud: waar zit dan het sturend brein? In de auto of in de infrastructuur? De autofabrikanten opteren over het algemeen voor zelfsturende systemen in de auto en proberen daarmee een concurrentieel voordeel te krijgen.
Als het voertuig verbonden is met slimme infrastructuur rijst een wettelijk probleem: wie is er verantwoordelijk voor een ongeval? Hiervoor bestaat nog geen regelgeving.
Experten uit de sector vragen zich tenslotte ook af of het geïntegreerd systeem voertuig/infrastructuur voldoende snel en accuraat zal reageren in de werkelijke wereld, bijvoorbeeld op drukke kruispunten.
Er blijven dus nog ettelijke vragen onbeantwoorde en het is onduidelijk hoeveel middelen in het project moeten gestopt worden om te slagen. Maar de ambitieuze pilootprojecten zijn er.
Bron: Caixin