Het Chinese schrift is een belangrijk onderdeel van de immateriële cultuur van China. Het heeft twee kanten: het is een uniek aspect waarvan een grote meerderheid vindt dat het niet gemist kan worden, maar aan de andere kant is het ook extra last voor kinderen en leraren voor het bereiken en bijbrengen van geletterdheid. Een plaats waar je alles over het ontstaan van het Chinese schrift kunt leren is Anyang in de provincie Henan.
Voorgevel van het Yinxu Museum in Anyang; foto’s van de auteur
Anyang
De een na laatste stop tijdens onze reis door Noord China was Anyang, de meest noordelijke stad van de provincie Henan. De stad wordt nauwelijks door westerse toeristen bezocht, maar voor steeds meer Chinezen is het een plek waar je veel over het ontstaan van de Chinese cultuur en het schrift kunt leren. Anyang is namelijk de locatie waar de meeste schildpadschilden en runderbotten met de oudste Chinese karakters opgegraven zijn. Hiervoor zijn twee hypermoderne musea gebouwd: het Yinxu Museum voor de opgegraven zaken en het Schrift Museum over de geschiedenis van het schrift. Yin is een andere naam voor Shang, China’s een na oudste historische periode. Xu betekent ‘ruïne’.
Orakel
Hoe zit dat met die schilden en botten? Het waren orakelhulpmiddelen die vooral gebruikt werden tijdens de Shang periode. Wanneer een vorst b.v. wilde weten of er gunstig weer voor het oogsten van graan op komst was, kerfde de sjamaan de vraag op een schildpadschild of schouderblad van een rund. Dat werd vervolgens boven een vuur verhit totdat er scheuren ontstonden. Uit de scheuren kon de sjamaan het antwoord op de vraag interpreteren. Beschreven botten en schilden werden als heilig beschouwd. Je kon ze niet zomaar wegwerpen. Ze werden in putten begraven. In de jaren dertig van de vorige eeuw werd de eerste put bij Anyang gevonden en opgegraven. Inmiddels zijn er honderdduizenden, verspreid over diverse musea en onderzoeksinstituten.
Andere media
Er werden snel andere, makkelijker beschrijfbare, media om op te schrijven ontwikkeld. Een ander vroeg medium was de bamboelat. Die werden van boven naar beneden beschreven, wat de reden is dat het Chinees, ook na uitvinding van het boekdrukken, tot het begin van de twintigste eeuw van boven naar beneden geschreven werd. Bamboelatjes werden van rechts naar links aan elkaar geregen, wat weer de reden was dat Chinees tot voor kort van rechts naar links geschreven werd. Zo’n bamboeboek las je niet door bladzijden om te slaan, maar het aan de linkerkant uit te rollen en rechts weer terug te rollen.
Ander schrijfgerei
Voor het kerven in schilden en botten was een rechthoekig schrift het meest geschikt. De oudste karakters, die heel toepasselijk jiaguwen, letterlijk: ‘schild-bot-schrift’, genoemd worden, waren nog vaak afbeeldingen van het begrip dat het aanduidde. Het karakter voor ‘rund’ leek sterk op een rund. Toen penseel en inkt beschikbaar kwamen, veranderden die ingewikkelde tekeningetjes in meer abstracte vormen. Daarnaast werd schoonschrijven al snel een vorm kunst naast schilderen. Meesters konden met één penseelstreek b.v. het karakter voor ‘draak’ op papier zetten, mooi voor het oog, maar niet automatisch meer herkenbaar als de tekening van een draak. De foto bij deze sectie toont de koffiebekers in het restaurant van het museum met daarop een aantal jiaguwen-versies van de karakters die verschillende dieren aanduiden. In de negende eeuw, aanmerkelijk eerder dus dan in Europa, werd het zetten en drukken met losse karakters uitgevonden en konden geschriften in grotere aantallen verspreid worden.
Romanisatie
Het Schrift Museum besteedt weinig aandacht aan de discussies over eventuele romanisatie van het Chinees. Het Vietnamees werd ooit met Chinese karakters geschreven, waaronder een aantal uniek Vietnamese. Een Franse missionaris ontwierp een aangepaste versie van het Latijnse alfabet dat tijdens de Franse kolonisatie in gebruik genomen werd. De nieuwe zelfstandige Vietnamese regeringen in Noord en Zuid Vietnam namen dat schrift over. In de loop van de twintigste eeuw begon er in China, met name in Communistische kringen, een discussie over het afschaffen van de karakters. Chinese en Russische linguïsten ontwierpen een romanisatie die nu als Pinyin (letterlijk: ‘spelling’) bekend staat. Deze werd in 1958 als officiële transcriptie van Chinese karakters aangenomen, maar een volledige romanisatie is altijd afgewezen.
Bron: eigen observaties van de auteur