Een nationale campagne om landbouwgrond te winnen door een betere organisatie van het platteland dreigt zich tegen de boeren te keren. De regering en premier Wen reageren.
In 2008 werd een nationale campagne gestart om de boeren aan te moedigen in nieuwe appartementsgebouwen te gaan wonen, zodat hun oude huizen kunnen afgebroken worden en er meer landbouwgrond vrijkomt. In dertig jaar hervormingen is immers 200.000 km² (zes maal België) landbouwgrond verloren gegaan aan industrie, infrastructuur en urbanisatie. Men was verplicht het absoluut te bewaren minimum aan landbouwgrond terug te brengen van 1.4 miljoen km² tot 1.2 miljoen km² en zelfs dat is onhoudbaar indien alle locale besturen hun huidige plannen volledig gaan uitvoeren. Vandaar het idee om grond terug te winnen door de boeren samen te huisvesten in woningblokken.
Een nieuwe rondzendbrief van de centrale regering waarschuwt nu dat deze campagne niet mag gebruikt worden als voorwendsel om de boeren hun land af te pakken en hun huizen gedwongen te onteigenen en af te breken. Sommige lokale besturen verkopen immers zoveel mogelijk grond aan vastgoedpromotoren –een winstgevende bezigheid voor het lokale bestuur dat daarmee zijn budget in evenwicht kan brengen- en compenseren die verloren landbouwgrond dan gedeeltelijk door grond waarop de boerenhuizen staan te onteigenen. Deze locale besturen maken zo gebruik van een achterpoortje in de wet. De rondzendbrief van de regering benadrukt nu dat het doel van de campagne is om meer grond voor graanproductie vrij te maken en dat alles op vrijwillige basis moet gebeuren. Boeren mogen nooit gedwongen worden grond of huizen af te staan. En de winst die men op de grondverkoop maakt moet gebruikt worden om het platteland te ontwikkelen.
Dit werd door de eerste minister maandag nog eens extra in de verf gezet tijdens zijn driedaags bezoek aan enkele arme bergdorpen in de prefectuur Luliang van de provincie Shanxi, ter gelegenheid van de vrije dagen voor het Qingming festival, het Chinese Allerzielen. Het recht op land is de ‘fundamentele sociale zekerheid’ van de boer, verklaarde hij. De lokale besturen moeten vooral meer inspanningen doen om de irrigatiesystemen te verbeteren en de armoede uit te roeien.
Nogal wat experten vinden dat meer toezicht van de centrale regering op de onteigeningspolitiek van de lokale besturen noodzakelijk is.