Het Chinese Nationale Audit Bureau, zoiets als het Belgische Rekenhof heeft voor het eerst ook cijfers bekendgemaakt over de schulden van lokale besturen. Er blijkt geen reden voor paniek te zijn.
De schuld van de Chinese lokale besturen (provincies, steden en arrondissementen) bedroeg einde 2010 bijna 1.100 miljard euro. De cijfer werd voor het eerst bekendgemaakt door het Chinese Rekenhof. Op de 2800 Chinese arrondissementen ware er maar 54 schuldenvrij. Het schuldentotaal komt overeen met zowat 30% van het BNP en is lager dan verwacht; volgens experten zou de bekendmaking tegemoetkomen aan de bezorgdheid dat lokale besturen door op grote schaal hun schulden niet af te betalen het financieel evenwicht van het land zouden kunnen verstoren en een economische crisis veroorzaaken.
De helft van de schuld staat niet in de boeken, maar is aangegaan door firma’s die de lokale besturen opgericht hebben. Het Rekenhof vindt dat hieromtrent duidelijke regels moeten komen, zodat wie de schuld aangaat er ook verantwoordelijk voor is. In totaal werden 6576 pseudo-firma’s ontdekt waarvan er 358 schuldherschikking hebben moeten aanvragen en 148 in gebreke gesteld werden. 16% van de vervallen schulden konden niet terugbetaald worden. Pseudo-firma’s zouden geen leningen meer mogen krijgen, maar lokale besturen zouden wel zelf eigen kasbons kunnen uitgeven.
Heel veel schulden werden aangegaan einde 2008-begin 2009 in het kader van het nationale anti-crisisplan dat lokale besturen aanmoedigde om in infrastructuur te investeren en zo werkgelegenheid te scheppen, zonder zich af te vragen of die infrastructuur zichzelf wel zou terugbetalen. Daardoor zit er wel kaf tussen het koren en zou de nationale overheid nu ook overwegen 20-30% van de lokale schulden over te nemen.