De Europese vliegtuigbouwer Airbus levert morgen de eerste Airbus die in z’n Tianjinfabriek gemaakt werd. Dit meldt de South China Morning Post. De A320 behoort toe aan ‘Dragon Aviation Leasing’, maar wordt gebruikt door ‘Sichuan Airlines’. De levering zou met een grote plechtigheid gepaard gaan. Tien vliegtuigen voor de middellange afstand zullen afgeleverd worden voor het eind van het jaar, en tegen eind 2011 vier tuigen per maand zullen worden geproduceerd. Tianjins fabriek, die een kopie is van deze in Hamburg, kostte 10 miljard yuan en startte de productie vorig jaar in september. Ze is voor 51 % in handen van Airbus en voor 49 % van een Chinees consortium.
De Chinese luchtvaartmarkt is de tweede grootste ter wereld en staat in voor 15 % van de Airbusverkoop. De beslissing om de fabriek in Tianjin te bouwen, is gebaseerd op sterke groeivoorspellingen dat China de komende 20 jaar 2800 vliegtuigen zou kopen. Deze, waarvan 190 jumbojets, zouden in totaal 329 miljard $ waard zijn. Airbus wil tegen 2012 de helft van de Chinese markt in handen hebben, terwijl het nu 39 % heeft. De voornaamste concurrent is Boeing. Vorige week tekende China Eastern Airlines tijdens de luchtshow van Le Bouget nog een deal voor 20 toestellen van het Airbustype A320, aldus nog de SCMP.
De Chinezen zelf zijn intussen vastbesloten om de markt voor grotere vliegtuigen niet alleen over te laten aan Airbus en Boeing. COMAC heet de Chinese nieuwkomer. Het assemblagecentrum in de Shanghai Pudongzone is officieel geopend begin juni en in 2010 vliegen de eerste 30 toestellen, type ARJ21-200, uit. Tegen 2012 moet een jaarcapaciteit van 50 stuks bereikt zijn. De ARJ21 is bedoeld voor regionale vluchten en is helemaal in China ontworpen; het model 200 zal plaats bieden aan ongeveer 150 passagiers.