De voorbije decennia zijn miljoenen Chinezen naar de steden en de omliggende industriegebieden getrokken. China telt nu naar schatting 240 miljoen interne migranten, mensen die nog op het platteland geregistreerd zijn maar in feite in de steden leven.
Volgens het Blauwboek hebben vier op tien van die migranten ook hun gezin al naar de steden gehaald. Migranten van het platteland worden wel nog altijd benadeeld: ze kunnen geen aanspraak maken op de sociale bescherming die stedelingen genieten.
Inkomenskloof versmalt
De onderzoekers van de Chinese Academie van Sociale Wetenschappen berekenden dat het besteedbare inkomen van stadsbewoners de eerste drie kwartalen van dit jaar gemiddeld 16.301 yuan (1964 euro) bedroeg. Dat is 7,8 procent meer dan in 2010. Voor plattelandsbewoners is dat 5878 yuan (708 euro), en dat is een stijging van 13,6 procent in vergelijking met vorig jaar.
De auteurs voorspellen dat de verstedelijking “diepe veranderingen” zal meebrengen “voor de levensstijl, de consumptiegewoonten en zelfs de waarden” van de Chinezen.
Intussen zijn de Chinese leiders er nog niet uit of de overheid vooral de ontwikkeling van kleine en middelgrote steden moet bevorderen, of eerder de ontwikkeling van grote steden moet aanmoedigen. Tussen 1998 en 2009 steeg het aantal Chinese steden met meer dan een miljoen inwoners van 81 tot 124, terwijl het aantal kleinere steden terugliep van 587 tot 530.
Grote steden zijn efficiënter en echte broeinesten van creativiteit en innovatie, maar in kleinere steden kunnen transportproblemen, vervuiling, misdaad en sociale onrust beter binnen de perken worden gehouden.