Binnen China is heel wat discussie over de bouw van stuwdammen voor waterkrachtcentrales. Die wordt ondermeer aangewakkerd door een studie van de Canadese ngo “Probe International” die beweert dat 48% van de geplande of al gebouwde grotere stuwdammen in het Zuidwesten van China in aardbevingszones liggen.
Het gaat om dammen op de Yarlung Zangbo (Brahmapoetra) , Parlung Zangbo, Nu River (Salween) , Lancang (Mekong) , Yalong, Dadu, Min (drie bovenlopen van de Yangtze) en de gele Rivier. Zhang Boting, ondersecretaris van de China Society for Hydropower Engineering, schreef daarop dat wel degelijk voorzorgen genomen worden bij het bouwen van dammen. Zolang men geen dammen te dicht bij breuklijnen bouwt, is er geen wezenlijk risico.Er is in de wereld geen enkel geval gekend van een dam die het begaf door een aardbeving. Daar brengt de seismoloog Ma Wentao dan weer tegen in dat kaarten van breuklijnen niet erg precies zijn, en aardbevingszones evenmin, want uitsluitend gebaseerd op wat in het verleden gebeurde. Het Canadese rapport roept op om de bouw van dammen in zones met aardbevingsrisico eerst door een derde partij te laten onderzoeken; anders is het risico te groot dat er iets gebeurt gedurende de geplande levensduur van 150 jaar voor een stuwdam.
Een andere vrees van critici is dat stuwmeren aardbevingen zouden uitlokken. Volgens Zhang Boting kan het gewicht van stuwmeren echter lichte aardbevingen uitlokken, en daarmee spanningen wegnemen die zich anders zouden ophopen en tot zware aardbevingen leiden, m.a.w. stuwmeren verminderen het risico op aardbeving. Het debat woedt hevig tussen wetenschappers binnen en buiten China. In het bijzonder bestaat een meningsverschil over de invloed van het grote Zipingpu stuwmeer op de katastrofale aardbeving van Wenchuan in 2008. Zipingpu ligt op de Min rivier en was tussen september 2005 en de aardbeving in 2008 drie keer volledig gevuld en twee keer leeg gemaakt. Volgens ‘Science’ in 2009 was het vullen en ledigen van het reservoir de ‘menselijke trekker’ die de aardbeving uitlokte. Andere wetenschappers verwerpen deze theorie, vermits water van het meer onmogelijk kon insijpelen tot 14 kilometer diep waar het epicentrum lag. Bovendien haalde de zwaarste tot nu toe gemeten aardbeving ten gevolge van een stuwmeer slechts 6.3 op de richterschaal, terwijl Wenchuan magnitude 8.0 had. Seismology and Geology publiceerde einde 2008 dan weer een paper van verschillende Chinese onderzoekscentra die stelden dat Zipingpu een duidelijke invloed op de bestaande breuklijnen gehad heeft en men dus de mogelijkheid dat de zware aardbeving door de aanleg van het stuwmeer vroeger plaatsvond dan normaal, verder moet onderzoeken. In China staat seismologisch onderzoek bovendien nog grotendeels in de kinderschoenen. Pas in 1963 werd voor het eerst onderzoek gedaan naar aardbevingen veroorzaakt door stuwmeren. En het eerste automatisch digitaal netwerk voor monitoring van stuwmeren op de Wu rivier dateert van 2004.Vandaag zijn alle dammen van meer dan 100 meter hoog of stuwmeren van meer dan 500 miljoen m³ uitgerust met zo een systeem.
(Bron: Caixin)