De milieuorganisatie Greenpeace heeft 65 soorten Chinese traditionele kruidengeneesmiddelen getest en deze bevatten overwegend gevaarlijke pesticiden. Greenpeace vraagt een plan ter afbouw van het pesticidengebruik in aanloop tot een meer organische landbouw.
Het gebruik van pesticiden in de Chinese landbouw stijgt elk jaar met 3 %. Jaarlijks zijn dat er 2 miljoen ton waarvan 70% in het milieu eindigen, ofwel in water, grond of atmosfeer. Sommige residuen komen in de voedselketen terecht. Greenpeace heeft tussen augustus 2012 en april 2013 65 stalen Chinese kruiden gekocht in 9 winkelketens in 9 verschillende steden
De resultaten laten zien dat van de 65 stalen er 51 pesticiden residuen bevatten. 6 residuen waren van producten die zelfs in China verboden waren en deze zaten in 26 stalen. De Wereld Gezondheid Organisatie bestempelt deze als uiterst schadelijk. Bij de Sanqi-bloem was het residu aan thiophaanaat-methyl 500 keer het Europese maximum en bij de kamperfoelie 100 keer. 32 van de 65 geteste stalen bevatten sporen van minstens 3 of meer pesticiden. Bij de Sanqi-bloem waren er 39 verschillende soorten, bij de chrysant 35 en de wolfberry (boksdoorn) 25.
Bijgevolg vraagt Greenpeace dat de firma’s die Chinese kruiden op de markt brengen hun aanvoerketen vaker en beter controleren, de traceerbaarheid verbeteren en het gebruik van pesticiden verminderen met een duidelijke tijdstabel. Aan de autoriteiten wordt gevraagd de supervisie te verbeteren zodat de verboden producten ook de facto geëlimineerd worden. Er zou een klare reductiepolitiek moeten komen op basis van een tijdstabel en effectieve controle. Tenslotte vraagt Greenpeace meer middelen vrij te maken en ook voorkeursmaatregelen om een ecologische landbouw te promoten.