Op 21 juni schrijft Jan van der Putten in de Nederlandse Volkskrant dat het Westen zich steeds slaafser opstelt tegenover China, uit angst voor strafmaatregelen. Zijn stuk ‘We zijn te lief tegen China’, mondt uit in een luidkeelse aansporing tot ‘westerse solidariteit’… gevolgd door het gemompelde advies ‘ontdek de Chinese beweegredenen’. Achter dit soort oproepen gloort de hoop om de opkomst van het Rijk van het Midden alsnog tegen te houden. Dirk Nimmegeers schreef een opiniestuk in antwoord op dat van de Nederlandse journalist. Het is op 5 juli verschenen op de website Geledraak.nl: http://www.geledraak.nl/html/showarticle.asp?id=5031
De vroegere China-correspondent opent zijn artikel met wat aansprekende voorbeelden. Hij wil de lezer meteen laten zien hoezeer ‘het Westen’ al in het stof kruipt voor de brutale Chinezen. De auteur neemt ons vervolgens mee 22 eeuwen terug, naar de tijd dat ‘de eerste keizer boeken liet verbranden en geleerden levend liet begraven’ om uit te komen bij Xi Jinping die wel minder drastisch te werk gaat, maar volgens hem ook niet houdt van de vrijheid van meningsuiting. Zou hij een dergelijk verband ook leggen tussen Berlusconi en Keizer Nero of een lange historische lijn zien van de slachtpartij door de kruisvaarders in Jeruzalem 1099 naar het beleid van de VS in Irak? Als het China betreft, lijkt zo’n historische parallel vanzelfsprekend. Volgens Jan van der Putten is immers ‘intimidatie van andersdenkenden zo oud als China zelf’. In zijn ogen zijn de Chinezen machtelozen die nog altijd niet anders kunnen dan zwichten voor de intimidatie door de overheid. Die heeft in China al duizenden jaren last van ‘allergie voor andersdenkenden en voor vrije meningsuiting’. De toon is gezet: de Chinese censuur heeft in het eigen land ‘de opbouw van een krachtige publieke opinie voorlopig bezworen’, maar nu moet ook het buitenland zich steeds vaker aanpassen aan wat afgeschilderd wordt als de nukken van de intolerante rode keizers die China vandaag regeren. Er zijn twee dingen die van der Putten weigert te zien: dat China verdraaid goede redenen heeft om zich te verweren tegen buitenlandse inmenging en dat de Chinese overheid weliswaar nog steeds – selectief – censureert, maar tegelijk de toenemende participatie en mondigheid van de bevolking verwelkomt.
Nobelprijs, dalai lama en Hollywood
In de voorbeelden die Jan van der Putten aanhaalt van de dictaten van China vind je onnauwkeurigheden, understatements aan één kant en overdrijvingen aan de andere. In 2010 is de Nobelprijs voor de Vrede aan de veroordeelde dissident Liu Xiaobo toegekend. Die prijs en de ceremonie vormden de aanleiding voor een langdurige, georkestreerde campagne tegen China, dat zijn woede hierover zou hebben afgereageerd door economische sancties tegen Noorwegen. De voormalige journalist van de Volkskrant noemt Liu Xiaobo een ‘democratieactivist’. Het is een vriendelijke term voor een man die in verschillende geschriften toch heel duidelijk heeft gemaakt dat hij de afschaffing van het huidige politiek systeem wil realiseren met een organisatie waarvan Charter 08 de kiem moest leggen. ‘De Noorse regering’ zou volgens van der Putten ‘niets met de Nobelprijs te maken hebben’. Is de Nobelprijs voor de Vrede niet de enige Nobelprijs die wordt toegekend door een Noors instituut, een comité gekozen door het parlement van Noorwegen? Su Xiaokang, een dissident die was uitgenodigd op de ceremonie in Oslo, huldigde Noorwegen dan ook omdat het ‘als klein land gedurfd had op te komen tegen Beijing’. Sarcastisch schrijft van der Putten: Oslo had volgens de Chinese leiders moeten ingrijpen tegen dit ‘gebrek aan respect voor het Chinese rechtsstelsel’. Het is echter wel een feit dat in de campagne voor Liu Xiaobo de verwerping van dat rechtsstelsel een centraal thema vormde.
De Chinakenner vindt het erg dat het hoogste politieke niveau in steeds meer landen voor de dalai lama de poorten sluit of hem uitdrukkelijk slechts in zijn hoedanigheid van geestelijk leider wil ontvangen. Is dat niet normaal? De dalai lama heeft toch zelf verklaard dat hij geen politiek leider meer wil zijn? Alleen blijft hij politieke uitspraken doen en hij neemt ook geen afstand van separatistische groepen. Dat is het wat China de dalai lama verwijt en waarom de regering het een onaanvaardbare inmenging in de interne aangelegenheden vindt als deze politicus, gehuld in de mantel van geestelijk leider, als een staatshoofd of in elk geval eminente collega wordt ontvangen door hooggeplaatste politici. Over zijn aanwezigheid op een wereldcongres van boeddhisten zal je vanuit Beijing weinig onvertogen woorden vernemen.
Jan van der Putten spaart zijn spot niet voor Hollywood dat ‘vaak al bij voorbaat de Chinese censoren ter wille is met China-vriendelijke scripts of speciale versies…want principes zijn mooi, maar de op één na grootste filmmarkt is mooier.’ Wat voor principes? Het principe dat je het intellect van het publiek mag beledigen door simplistische films à la James Bond te maken die op de rand van het racistische balanceren, waar een herkenbare Aziatische schurk de Sovjetbooswicht heeft vervangen, of platte puberale humor serveren over de avonturen van dronken tieners en hun te brave Chinees-Amerikaanse vriendje (‘21 & Over’)?
CPC wil zelf bepalen hoe de strijd wordt aangepakt tegen corruptie, zelfverrijking en decadentie
In 2012 publiceerde het Amerikaanse financiële persbureau Bloomberg een rapport over enkele van Xi Jinpings verwanten en aangetrouwde familieleden. Het moest insinueren dat de communistische leiders allemaal verworden zijn tot graaiers, die hun familie bevoordelen. Deze zaak is een voorbeeld van een thema waar de censuur erg alert voor is en waarover het niet wordt getolereerd dat onverantwoordelijke bloggers geruchten verspreiden. De CPC wil inderdaad zelf bepalen hoe de strijd wordt aangepakt tegen corruptie, zelfverrijking en decadentie, een strijd die nu al maandenlang hevig woedt, onder impuls van het team Xi Jinping. Het komt uiteraard voor in het nog autoritaire systeem of in gebieden waar de centrale overheid te weinig controle over heeft, dat ambtenaren van overheid en partij hun macht en de censuur misbruiken voor het persoonlijk of familiaal belang. Een strengere controle ook van dit soort misbruiken is nu juist een programmapunt van de huidige corruptiebestrijding. Ook hier bewaakt de partij nauwlettend zijn machtsmonopolie, maar meer en meer doet ze daarnaast ook beroep op het publiek dat geregeld wordt uitgenodigd om, bijvoorbeeld via een speciale website, tips en klachten door te spelen, en op de machtigen toezicht te houden. Er zijn genoeg fenomenen die het verhaal van een beknotte publieke opinie en een dodelijke zelfcensuur logenstraffen. Van demonstraties tot en met de media, alles is onderhevig aan een voortdurende beweging tussen wat niet en wat wel wordt toegestaan. De volmaaktheid is niet van China, maar een monddood gemaakte bevolking in een verstikkende leefwereld? Echt niet.
Geheven vingertje of machtsdenken?
‘Wie invloed wil hebben op China moet zeker niet het vingertje opheffen, met de vuist op tafel slaan’. Eerder in zijn artikel laat van der Putten zien hoe oprecht hij dat meent. Hij klaagt: ‘mensenrechten komen … vaak niet of nauwelijks meer ter sprake’ en schrijft ‘een gecoördineerde aanpak’ voor om ‘iets te bereiken’. En verder: als de Europese landen ‘met elkaar solidair zouden zijn, zou er waarschijnlijk veel zijn gewonnen. Wraakmaatregelen tegen een van hen zouden dan worden beantwoord met een collectieve terugtrekking van alle correspondenten.’…. Het artikel van Jan van der Putten is er een mooi voorbeeld van dat sommigen in het Westen niet zelfgenoegzaam en paternalistisch ‘overkomen’ maar het daadwerkelijk zijn. Dat China honderden miljoenen mensen uit de armoede heeft getild vermeldt de auteur een beetje smalend in zijn tirade over hoe de Noren zich nu in bochten wringen om ‘weer door China in genade te worden aangenomen’. Voor de Chinese bevolking zelf is het ongetwijfeld, samen met de sterke groei van een welvarende middenklasse, een van de redenen waarom de meerderheid nog steeds zijn steun en vertrouwen geeft aan het beleid van regering en staat. De VS en de EU moeten enigszins op China rekenen om hen te helpen zelf uit het dal te klimmen. Dat vervult bepaalde politici en ondernemers met grote weerzin. Zodra zij denken dat het eind van de crisis in zicht is gaan juist zij zich weer arroganter en competitiever opstellen en worden er plannen gesmeed voor een Transatlantic Trade and Investment Partnership, waarmee je een vuist kunt maken tegen de groeilanden, China op kop. Er zijn mediawerkers en Chinakenners die zich met deze stroming vereenzelvigen en tegenwoordig weer oproepen tot assertiviteit tegenover Beijing. Wie weet zijn zij wel oprecht bezield door een drang om China te leren inzien ‘dat eerbiediging van grondrechten de spanningen doet afnemen en dus in China’s eigen voordeel is’, zoals van der Putten het formuleert. Diegenen die in het Westen echt de dienst uitmaken zijn echter beslist door andere zaken gemotiveerd, zoals winst en macht.
Dirk Nimmegeers is redacteur van ChinaSquare.be en China Vandaag, media van de Vriendschapsvereniging België – China
Er zijn mediawerkers en Chinakenners die zich met deze stroming vereenzelvigen en tegenwoordig weer oproepen tot assertiviteit tegenover Beijing. Wie weet zijn zij wel oprecht bezield door een drang om China te leren inzien ‘dat eerbiediging van grondrechten de spanningen doet afnemen en dus in China’s eigen voordeel is’, zoals van der Putten het formuleert. Diegenen die in het Westen echt de dienst uitmaken zijn echter beslist door andere zaken gemotiveerd, zoals winst en macht.
Grondrechten: mooie principes, maar in de praktijk vaak een vergiftigd geschenk met catastrofale gevolgen.