Boze beleggers klagen lokale beurs aan

In het Chinese circuit van schaduwbankieren is een nieuw probleem opgedoken. De recente manifestaties van gedupeerde beleggers tegen de grondstoffenbeurs Fanya leggen misschien slechts het topje van een ijsberg bloot.

Fanya voorzitter hard aangepakt

Fanya voorzitter hard aangepakt


Fanya is een beurs voor metalen in Kunming. Ze is gespecialiseerd in minder gebruikte metalen, met een sterke focus op indium. Indium is een strategisch metaal dat wordt gebruikt in kleine hoeveelheden in smartphones en LCD-schermen, en in militaire toepassingen. De beurs doet echter meer dan een handelsplatform voor de metalen aanbieden. Ze koopt en verkoopt ook zelf, en biedt via internet en kantoren in Shanghai en Kunming ook financiële investeringsproducten aan, waarvan het rendement gebaseerd is op de koers van deze metalen; de metalen in voorraad dienen als onderpand. Daarnaast bood het ook een soort onmiddellijk terugbetaalbare obligaties aan met een interest van 13,7%, die moesten dienen om leningen te verschaffen aan beloftevolle Chinese mijnbedrijven gespecialiseerd in minder gebruikte metalen. Sinds juli koopt Fanya echter geen financiële producten meer terug van de investeerders, die hun geld op die manier bevroren zien, of misschien wel helemaal verloren. Ongeveer 36 miljard yuan zou zo al bevroren zijn. Er zijn 80.000 gedupeerde beleggers.
Vorige maand hebben honderden ontevreden beleggers de president van het bedrijf gegijzeld in een hotel in Shanghai en hem overgedragen aan de politie. Die beloofde een onderzoek maar liet de man nadien vrij. Sindsdien zijn er regelmatig demonstraties in Kunming en Shanghai en nu zelfs in Beijing.

Ponzi-schema?

Wat er precies aan de hand is met Fanya is nog niet helemaal duidelijk. Het bedrijf werkt nog steeds verder en heeft zelfs een Engelstalige website; het adverteerde tot voor kort zijn financiële producten in de nationale Chinese media. Op de website stond ook een indrukwekkende lijst van Chinese bedrijven waar het zou mee samen werken. Die lijst is intussen wel teruggevallen van 40 naar 17, en de grootste staatsbedrijven zijn eruit verdwenen. Wat opvalt is dat Fanya al enkele jaren bepaalde metalen zoals indium boven de marktprijs aan het opkopen is. Daardoor steeg de koers van het metaal, maar ook van de afgeleide financiële producten voortdurend. Sinds dit jaar is de trend gekeerd, sinds Fanya in maart nieuwe aankopen stopte. Handelaars in dit specifieke metaal verwachten dat Fanya vroeg of laat zijn voorraad – naar verluidt genoeg voor het wereldjaarverbruik gedurende vier jaar- zal moeten verkopen. De prijzen zijn intussen al 50% gedaald, de investeerders in financiële producten begonnen hun geld terug te vragen en Fanya kreeg liquiditeitsproblemen. Of erger, want de waarde van hun gigantische indium voorraad smelt elke dag verder weg.
Fanya geeft toe dat het problemen heeft, beweert dat het de steun heeft van verschillende Chinese mijnbouwbedrijven gespecialiseerd in minder belangrijke metalen, en dat het een partner op het oog heeft om de firma over te kopen. Maar dat laatste lijkt eerder wishful thinking. Van de mijnbouwbedrijven waaraan Fanya geld zou uitgeleend hebben is er evenmin een spoor.
De vraag stelt zich of het hele Fanya verhaal geen Ponzi- of piramideschema is, waarbij het bedrijf de winst voor de eerste beleggers betaalde met de inleg van de volgende, tot het schema ineenstortte.
Het protest tegen Fanya neemt toe. Deze week trokken manifestanten zelfs naar de vertegenwoordiging van de provincie Yunnan in Beijing. Intussen zijn er ook sommige klassieke banken bij betrokken, want Fanya verkocht zijn fianciële producten ook via hen, zelfs via filialen in andere provincies van topbanken zoals de Bank of China. Er zijn dus gedupeerden over heel China en de vraag is in hoeverre de klassieke banken verantwoordelijk gesteld kunnen worden voor dubieuze producten die ze verkocht hebben.

Gebrek aan controle

Hoe is het mogelijk dat een bedrijf als Fanya ongecontroleerd kon werken? Enerzijds moedigt de nationale regering sinds enkele jaren het aanleggen van strategische voorraden voor belangrijke grondstoffen aan. Anderzijds valt een grondstoffenbeurs strikt genomen buiten de controle van de klassieke beurs- en bankregulatoren. Er is dus een lacune in de wetgeving. En er is ook een vermoeden van betrokkenheid van de provinciale regering van de provincie Yunnan. In november 2014 verscheen een on-line rapport over lokale beurzen waarin de provinciale afdeling van de regulator waarschuwde voor Fanya. Deze passage werd echter al snel geschrapt. De nationale beursregulator heeft geprobeerd dit soort lokale beurzen te beperken en te stroomlijnen, maar is zoals vermeld strikt genomen niet bevoegd.
De hamvraag is nu of er nog Fanya’s zijn. In heel China zijn er minstens 400 en misschien wel 650 beurzen voor grondstoffen voor ongeveer 200 producten, van look tot rhodium. Die hebben meestal de steun van lokale overheden die hierdoor de economische activiteit in hun streek zien toenemen. Hoeveel van die beurzen doen zoals Fanya ook aan een vorm van schaduwbankieren?  En zijn ze allemaal te goeder trouw? Het is dringend nodig hen allemaal onder controle van de beursregulator te brengen.
Bronnen: Financial Times, SCMP, Caixin

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *