Statuut van markteconomie is geen voorwerp van bilaterale onderhandeling

Naar aanleiding van recente manifestaties rond Chinees staal publiceerde Mevrouw Yang Yanyi, de Chinese ambassadeur bij de Europese Unie een opiniestuk in China Daily. Om in het debat ook de Chinese stem te laten horen hebben we het voor ChinaSquare vertaald. Zoals steeds zijn opinies voor rekening van de auteur en is de redactie van ChinaSquare het niet noodzakelijk eens met alle standpunten.

Ondanks zorgwekkende acties is het toekennen van het statuut van markteconomie door de EU aan China geen bilaterale onderhandeling

yang_0De protectionistische gevoelens en de confrontatiebenadering die in de Europese Unie opduiken zijn zorgwekkend, betreurenswaardig en misleidend. Vrijdag heeft de Europese Commissie nieuwe onderzoeken naar dumping van staalproducten uit China geopend; en de Europese staalindustrie heeft een betoging georganiseerd tegen zogenaamde Chinese dumping op de EU markt en tegen het toekennen van het statuut van markteconomie aan China.

Niemand moet zich illusies maken: overcapaciteit is een van de vele uitdagingen waarmee we geconfronteerd worden, en overcapaciteit in de staalnijverheid op wereldvlak is een deel daarvan. Het is niet alleen de Europese staalnijverheid die zwaar getroffen is, ook de ijzer- en staalindustrie in China en veel andere opkomende landen lijdt erg onder het teveel aan productie en de dalende vraag. Volgens sommige schattingen zal het verminderen met 30% van de overtollige productiecapaciteit in de industriesectoren waar het probleem het grootst is – ijzer en staal, steenkool, cement, scheepsbouw, aluminium- in China drie miljoen werknemers treffen. Daarbij moeten we nog vermelden dat China nog een aantal andere formidabele taken moet vervullen: 70 miljoen mensen uit de armoede halen, de industrialisatie versnellen om China in een postindustriële maatschappij te veranderen, de economie naar een nieuw evenwicht brengen dat minder steunt op netto investeringen en meer op verbruik en innovatie.

De toestand is ernstig en vergt een antwoord. Maar welk soort antwoord? Gemor, gevloek, de grond onder de voeten van anderen weghalen? Zich terugtrekken in protectionisme en elkaar naar de keel grijpen? Indien we de geschiedenis als leidraad nemen dan is dit soort antwoorden niet welkom en onverantwoord. Ze kunnen helpen om lucht te geven aan woede en frustratie van sommigen en kortetermijnvoordelen opleveren, maar ze kunnen niet bijdragen aan de gemeenschappelijke langetermijnbelangen van iedereen. Natuurlijk moet ieder land zijn eigen antwoord op de uitdagingen bepalen. Ik wil enkel delen wat wij denken dat de best mogelijke benadering en optie is, en wat China al gedaan heeft en verder zal doen in dit verband.

Ten eerste moeten we het probleem zelf uit te zweten en niet voor de deur van anderen te dumpen. De Chinese staalindustrie heeft zich eerder ontwikkeld met het oog op het binnenlands verbruik dan met de bedoeling uit te voeren. Om effectief de overcapaciteit aan te pakken heeft China al harde maatregelen genomen om nieuwe productiecapaciteiten onder controle te houden. Het heeft pijnlijke maatregelen genomen om de voorbije jaren de productiecapaciteit met 90 miljoen ton te verminderen. De investeringen in de ijzer- en staalsector daalden vorig jaar met 13%. De groei van de Chinese staalproductie is stilgevallen. Om de overcapaciteit verder ernstig en resoluut aan te pakken heeft China de afbouw van overcapaciteit tot een topprioriteit voor 2016 gemaakt. Het zal de capaciteit met nog eens 100 tot 150 miljoen ton verminderen.

Ten tweede moeten we de aanpak van overcapaciteit zien als een kans om de economische herstructurering te versnellen. Het woord crisis bestaat in het Chinees uit twee karakters. Het ene betekent crisis, het andere kans. Geleid door de oude wijsheid dat crisissen ook kansen bieden en met de bedoeling dat we crisissen zo efficiënt mogelijk aanpakken, voert China een aantal grondige hervormingen en herstructureringen door, tegen de stroom in. We zijn er ons volledig bewust van dat de de overcapaciteit in de Chinese industrie zich vooral voordoet bij laagwaardige producten, en hebben daarom de herstructurering van de ijzer- en staalsector opgevat als een belangrijk onderdeel van onze inspanningen om China de moeilijke overgang te laten maken van een door investeringen aangedreven economie naar één die gericht is op de verbruikers. China is actief bezig met de staalsector te herstructureren door verouderde productiecapaciteit te sluiten, door marktgerichte exitstrategieën uit te stippelen voor ‘zombiebedrijven’, en door de promotie van innovatie, technologie, kwaliteit en management aan te moedigen zodat we de normen qua veiligheid, energieverbruik en milieubescherming kunnen halen en de tijdige levering van hoogwaardige producten kunnen verzekeren. Daarbij hebben we ook een strengere controle op lokale overheden ingevoerd om overproductie en de tendens om lokale ondernemingen te beschermen via allerlei voordelen af te blokken.

Ten derde ondersteunen we de opleiding en tewerkstelling van arbeiders in nieuwe banen om de negatieve impact van de veranderingen zo klein mogelijk te houden. Zoals overal in de wereld heeft de druk van de globalisering, van hervormingen en herstructurering ook impact gehad op de Chinese maatschappij. De herstructurering van de ijzer- en staalsector heeft onrust en bezorgdheid veroorzaakt. Toch is er een consensus dat verbeteringen ten goede ook een prijs kunnen hebben en pijn doen. Ook deze keer heeft de Chinese regering maatregelen genomen om overtollige werknemers te helpen bij het vinden van een andere baan. Eén daarvan is het opzetten van een speciaal nationaal fonds voor de herscholing van werknemers en voor steun aan inspanningen van de lokale overheid om de overcapaciteit te verminderen. Het herstructureren van de Chinese economie naar een nieuw evenwicht en de talrijke nieuwe industrieën die opkomen maken dat het nu gemakkelijker is om een nieuwe goedbetaalde baan te vinden dan in de late jaren 90 toen de weinig efficiënte staatsbedrijven hervormd werden. Dit betekent ook dat China meer kan rekenen op binnenlands verbruik in plaats van nog maar eens meer beton te gaan gieten in een land dat al te veel staal- en cementfabrieken gebouwd heeft.

Ten vierde blijven we op koers voor de hervormingen, ook als het moeilijk gaatDe Chinese levenshouding is gevormd en gekneed door de grote intellectuele erfenis van het land die duizenden jaren teruggaat, met namen als Lao Tzu, Confucius, Mozi , en met de wijsheid dat de hemel krachtig blijft door beweging en dat mensen constant moeten proberen zichzelf te vervolmaken. De vele moeilijke omstandigheden waar we door zijn gegaan hebben ons geleerd dat het behoud van het status quo en de bescherming van weinig performante sectoren slechts een tijdelijke aanpassing aan de omstandigheden is en geen oplossing voor de langere termijn. Om concurrentieel te blijven moeten we leren leven met de wereld zoals ze is en wanneer die wereld verandert moeten we helder van geest zijn, de kansen grijpen die er komen samen met de uitdagende omstandigheden en ons snel, pragmatisch en klinisch aanpassen.
Ongetwijfeld kunnen het uitrollen van het ‘nieuwe normaal’ (tragere groei, noot van de vertaler) en de structurele hervormingen pijnlijker en langduriger worden dan de economische hervormingen van de late jaren 90, want de hervorming van de basisindustrieën zal zwaarder en moeilijker zijn. Maar toch is het verwezenlijken van een kwalitatieve, efficiënte en duurzame groei geen onmogelijke droom. We zijn vastbesloten de moeilijkheden te doorstaan en hebben de kracht, de beslistheid en de wil om de droom te realiseren.

Ten vijfde blijft China vasthouden aan de opening naar buiten om internationaal concurrentieel te kunnen zijn en aan de promotie van win-win samenwerking. In een geglobaliseerde wereld hangen we allen van elkaar af. Dit is geen keuzeoptie maar werkelijkheid. Onze vooruitgang en verwezenlijkingen hebben ook groei meegebracht voor onze partners, in het bijzonder onze strategische partners. Met dit gegeven werken wij nauw samen met onze buren en de buren van onze buren om de Economische Gordel van de Zijderoute en de Maritieme Zijderoute van de 21ste eeuw uit te bouwen. Die zullen nauwere economische banden smeden, de samenwerking verdiepen, de ontwikkeling van de Euraziatische regio versnellen en uiteindelijk een gemeenschap creëren met gemeenschappelijke belangen en een gedeelde toekomst en verantwoordelijkheden. We vergroten ook de kansen voor zowel China als de EU door de markttoegang te vergemakkelijken en te streven naar eerlijke concurrentie ; daarbij speelt ook het onderhandelen en snel afsluiten van een China-EU Investeringsverdrag mee. Zoals ik al vermeldde werken we aan economische hervormingen en herstructurering, inclusief openstellen van de financiële sector, die een sneller groeiende Chinese markt voor EU goederen en diensten zullen scheppen doordat China opschuift naar een op binnenlands verbruik gerichte groei. En we versterken de samenwerking in een reeks internationale economische en financiële dossiers, zodat we beter in staat zijn samen te werken op gemeenschappelijke globale uitdagingen.

Last but not least vereist de wereldwijde overcapaciteit voor staal wereldwijde actie. Alle betrokken landen moeten de dialoog en de uitwisseling van meningen intensiever maken om zo te kunnen zoeken naar oplossingen voor hun problemen door nauwere samenwerking eerder dan door defensieve handelsmaatregelen, die geen gezonde remedie kunnen zijn. China is bereid in dialoog en consultatie te treden met de EU via platforms zoals de China-EU Steel Dialogue om de meningsverschillen op te lossen en de handelsgeschillen correct te behandelen. Ik zou hier willen verwijzen naar een gesprek dat ik enkele weken geleden had met een belangrijke Europese zakenman die werkt met de staalnijverheid. Tegen mijn verwachtingen viel hij mij niet aan. Nee, hij was erg vriendelijk, rechtuit en open van geest. Van de vele interessante dingen die hij me vertelde maakten er drie veel indruk:

Ten eerste is China meer een kans dan een uitdaging. Al jarenlang debatteren de Westerse, ook de Europese, beleidsmensen en academici, mediaspecialisten en commentatoren verhit over de vraag of de opkomst van China een bedreiging of een kans vormt voor de huidige internationale orde. Recentelijk hoor je weer meer beweren dat er sprake is van een bedreiging. Voor de EU is China zowel bedreiging als kans. Wanneer men het in perspectief bekijkt dan is het opschuiven van China van een uitvoerder van goederen met weinig toegevoegde waarde naar een producent en binnenlandse consument van hoogwaardige goederen een positief vooruitzicht voor de EU. De EU mag daarbij niet vergeten dat er in de wereld maar één China is; ze mag de kansen niet laten liggen die een China in volle transformatie biedt.

Ten tweede, de EU en China kunnen en moeten samenwerken in plaats van elkaar tegen te werken. De EU en China zijn geen strategische concurrenten of rivalen. Beiden hebben een lange beschavingsgeschiedenis en hechten veel waarde aan economische ontwikkeling, sociale gelijkheid en rechtvaardigheid. Beiden zijn slim en bekwaam genoeg om voor domeinen waarop de EU en China verschillen een compromis te vinden en een oplossing in beider voordeel. Een sterk voorbeeld is het succesvol bijleggen van het geschil rond de zonnepanelen.

Ten derde is het absoluut noodzakelijk dat de EU vasthoudt aan haar beginselen van openheid en inclusiviteit. We begrijpen natuurlijk de zorgen van de staalsector, maar we mogen niet vergeten dat om het Europese sociale model te behouden en concrete hoop te geven aan de Europese burgers, in het bijzonder aan de jongeren, de EU-landen zullen moeten hervormen en veranderen. Dat geldt ook voor de staalsector. Zelfs zonder China als concurrent in de staalmarkt zijn er andere beter geplaatste concurrenten.

Alhoewel dit soort stemmen zelden aan bod komt in de media is het toch de moeite er naar te luisteren en acht te slaan van waar ze komen.

Vooraleer af te ronden wil ik nog één punt herhalen: Of ze nu China erkennen als markteconomie of niet, de EU en alle andere leden van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) zijn verplicht de regels van deze organisatie toe te passen, met name Sectie 15 van het Toetredingsprotocol van China tot de WTO. Deze sectie stelt dat de leden vanaf 11 december 2016 moeten stoppen met het gebruik van de “methode van het analoge land” (een speciale discriminerende rekenmethode tegen China, noot van de vertaler) in anti-dumping onderzoeken tegen China. Het moet duidelijk zijn dat dit geen bilaterale onderhandeling is tussen China en de EU. De vraag is niet of China voldoet aan de criteria voor een markteconomie die de EU voorop stelt. Dat is totaal irrelevant. De echte vraag is of de EU vasthoudt aan haar eigen waarden en haar engagement ten voordele van eerlijke handel, multilateralisme en een op regels gebaseerde internationale orde.

We kijken er naar uit dat de EU onverkort haar verplichtingen bij de Wereldhandelsorganisatie vervult en voor China dezelfde regels als voor anderen toepast bij de berekening van anti-dumping maatregelen.

De auteur is hoofd van de Chinese missie bij de EU.

Bron: China Daily 02/16/2016;  lees het originele artikel hier

Lees meer over de staalproblematiek:
http://www.chinasquare.be/achtergrond/china-staal-en-het-statuut-van-markteconomie/
http://www.chinasquare.be/achtergrond/wie-de-schuld-voor-de-crisis-in-de-staalsector-op-china-afschuift-gooit-zijn-eigen-ruiten-in/
http://www.chinasquare.be/actueel-nieuws/economiefinancies-actueel/vuurproef-voor-het-chinese-staal/
http://www.chinasquare.be/achtergrond/britse-staalindustrie-bedreigd-door-china-een-gelaagd-verhaal/

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *