De werkloosheid in China blijft stabiel terwijl het land de grootste migratiegolf uit de menselijke geschiedenis meemaakt. Het aantal nieuwe banen houdt het aantal nieuwe stedelingen bij.
Jobbeurs
In 2015 zijn 13,12 miljoen nieuwe banen gecreëerd voor Chinese stedelingen. Dat heeft de minister van Arbeid en Sociale Zekerheid laten weten. Ook in 2014 en 2015 werden er meer dan 13 miljoen banen gecreëerd. Die nieuwe banen zijn nodig omdat volgens de planning van de overheid jaarlijks ongeveer één procent van de bevolking migreert van het platteland naar de stad. De officiële werkloosheidsgraad in de steden bedroeg een min of meer stabiele 4,05% ; dit cijfer houdt geen rekening met werkloze migranten of met werkloze stedelingen die een éénmanszaak beginnen.
Het scheppen van die bijkomende banen is vandaag niet evident. Eén van de acht grote onderwerpen die op het programma van de volgende plenaire parlementsbijeenkomst deze maand staan is ‘het aanpassen van de aanbodzijde’, in klare taal het opdoeken van overtollige productiecapaciteit in bepaalde sectoren van de zware nijverheid. Voor de kolen- en staalsector zijn al beslissingen genomen: 1,8 miljoen banen sneuvelen op korte termijn ten gevolge van een capaciteitsvermindering met 150 miljoen ton staal.
Dat er nog nieuwe banen bij kwamen is des te meer een prestatie daar tegelijk ook de arbeidsproductiviteit per werknemer substantieel steeg, met liefst 6,6%. In 2015 bedroeg de geproduceerde meerwaarde per persoon 77.000 yuan (zowat 11,000 euro). Er waren 774,5 miljoen Chinezen aan de arbeid.
De problematiek wordt nog iets complexer doordat intussen de Chinese bevolking snel veroudert en het totale aantal arbeidskrachten van stad en platteland samen al aan het dalen is. Zo waren er einde 2015 nog 911 miljoen Chinezen tussen 16 en 60 jaar, een daling met bijna 5 miljoen sinds de piek vijf jaar geleden. In dat kader worden in 2017 concrete plannen verwacht om tegen 2022 de pensioenleeftijd te verhogen. Die bedraagt nu 60 jaar voor de mannen en 55 jaar voor de vrouwen. In zware beroepen vertrekt men nog vijf jaar vroeger.
China ziet urbanisatie als een middel om de inkomenskloof kloof tussen stedelingen en plattelandsbewoners te verminderen. Daarnaast wordt echter veel gedaan om de bewoners van het platteland zelf een beter leven te bezorgen. Vorig jaar verminderde het aantal armen op het platteland met 14,42 miljoen. Er zouden nu nog iets meer dan 55 miljoen armen zijn en die moeten volgens het vijfjarenplan tegen einde 2020 allemaal uit de armoede getild zijn. China werkt met een drempel voor absolute armoede die ongeveer overeenkomt met de definitie van de Wereldbank. Vorig jaar bedroeg de inkomenskloof tussen stedeling en plattelandsbewoner nog 2,73 keer. De kloof vermindert langzaam; zo zagen de stedelingen hun inkomen in 2015 met 6,6% stijgen, maar de plattelandsbewoners met 7,5%.
Bron: China daily
