Journalist Jia Jia is vrijgelaten. Hij werd twee weken geleden toen hij op het punt stond naar Hongkong te vliegen, voor ondervraging opgepakt vermoedelijk naar aanleiding van een opruiende brief waarin het aftreden van president Xi Jinping geëist werd en die op het internet verscheen.
Jia Jia verklaarde vooraleer hij opgepakt werd dat hij niets met de brief te maken had. Zijn vrijlating lijkt dat te bevestigen, alhoewel hij zelf noch zijn advocaat voor de pers commentaar wilden geven. Amnesty International had intussen al een dringende campagne opgestart om opklaring te eisen over zijn juridisch statuut.
Blijft de vraag wie wel achter de brief zat. In een vorig artikel zijn we uitgebreid ingegaan op de brief. Alhoewel die geschreven is door “een aantal trouwe partijleden” zijn de geuite beschuldigingen dermate grof dat ze moeilijk van een partijlid kunnen komen. De brief draagt veeleer de signatuur van een dissident in het buitenland.
In deze richting wijst ook de reactie van Wen Yunchao, een in de VS levende dissident, die verklaart dat zijn familie in Zuid-China ondervraagd werd in verband met de brief. Een in Duitsland verblijvende dissident Chang Ping beweert eveneens dat zijn familie in Sichuan onlangs vervolgd werd omwille van zijn vermoede betrokkenheid bij de brief; de familie is opgepakt wegens brandstichting waarbij een hectare bos in de vlammen opging. Wen en Chang ontkennen elke betrokkenheid bij de brief.
De brief verscheen op een site die banden heeft met de overheid. Volgens de buitenlandse pers zouden vijf medewerkers van de site momenteel ondervraagd worden en onbereikbaar zijn. Dezelfde bron veronderstelt ook dat de site gehackt geweest kan zijn; er lopen geruchten dat negen medewerkers van het bedrijf dat de website onderhoudt ondervraagd worden.
Bron: BBC