De kritiek van prof. Frank Pieke (Leiden) op Xi’s China bestaat uit een mix van hele en halve onwaarheden.
In de Nederlandse Volkskrant van zaterdag 2 juli stond een opmerkelijk interview met de Leidse hoogleraar Modern China Studies, Frank Pieke. ChinaSquare-redacteur Dirk Nimmegeers reageerde erop met een stuk dat op 11 juli in De Volkskrant op papier en op de website verscheen, in verkorte versie (opiniebijdragen voor de VK mogen niet veel langer zijn dan 600 woorden). ChinaSquare brengt de volledige tekst (die de mening van de auteur weergeeft, niet noodzakelijk die van de redactie).
Het begin van het interview is veelbelovend. De Chinese burgers zijn volgens Pieke ‘veel vrijer dan velen van ons in het Westen geneigd zijn te denken’ en dat klopt. Wat hij hieraan toevoegt, de grens aan die vrijheid ligt ‘bij kritiek op de partij en de leiders’, is echter aantoonbaar onwaar. Indirect geuite en openlijke onvrede bij de bevolking heeft de communistische partij gedwongen de stofkam door de eigen rangen te halen. De strijd tegen de corruptie werd voor het aantreden van Xi Jinping al voorzichtig gevoerd. Juist de steeds luider wordende kritiek, bijvoorbeeld in de sociale media, heeft ervoor gezorgd dat de nieuwe partijleiding alle koudwatervrees heeft moeten laten varen. Als echter overenthousiaste ‘klokkenluiders’ alle mogelijke sociale acties (stakingen, petities, milieuprotesten) willen benutten om zich parallel te organiseren tegen de partij, dan botsen zij inderdaad op de grens tussen welkome kritiek en verworpen vijandigheid. Pieke zegt: ‘Er is veel minder ruimte voor afwijkende meningen’, een boodschap die ook Angelsaksische media er bij het publiek inhameren. Zij richten hun blik eenzijdig op Chinezen uit intellectuele kringen, waar je altijd wel mensen zult vinden die een einde willen maken aan de dominantie van de communistische partij en hebben nauwelijks belangstelling voor het verband tussen de huidige beperkingen en de onvoorstelbare problemen die China moet oplossen. Om maar één uitdaging te noemen waar milieu en economische herstructurering samenkomen: ‘Xi’s China’ zal de komende maanden 45 miljoen ton staal minder en 280 miljoen ton steenkool minder produceren. De regering moet zorgen dat 700.000 mijnwerkers en 180.000 staalarbeiders ander werk krijgen. Enig begrip is op zijn plaats voor politici die dan de voorkeur geven aan opbouwende voorstellen en geen boodschap hebben aan antipolitiek of voortdurende overdreven eisen.
Bo in House of Cards?
De kritiek op ambtenaren en partijbonzen is niet verstomd. De leiding heeft moeten erkennen dat het verval erg diep zat en de campagne om de CPC te reinigen gaat door. Frank Pieke (en interviewer Fokke Obbema) zoeken de verklaring voor die niet aflatende strijd liever in de bewering dat het een afrekening is met politieke tegenstanders. Bo Xilai en Zhou Yongkang, ooit machtige partijleiders, maar intussen ontslagen en gerechtelijk vervolgd, zouden gevallen zijn omdat ze een bedreiging vormden voor de macht van Xi Jinping en zijn aanhangers. De analyse is intussen een mantra geworden in het Westen, waarnemers en journalisten hebben het opgegeven bewijzen te proberen leveren. Zij geloven zelf in die interne machtsstrijd en herhalen dat gewoon keer op keer. Voor professor Pieke volstaat dat niet. Hij heeft een persoonlijke hypothese ontwikkeld: ‘Bo Xilai deed een mislukte gooi naar het partijleiderschap, werd verbannen naar een provinciestad, had een eigen politieke agenda en kreeg steun van linkse intellectuelen’. Als Bo Xilai om iets bekend was, dan wel om zijn rode reputatie, maar die wordt ook Xi Jinping toegedicht (of aangewreven). Het is zeer onwaarschijnlijk dat er tussen de beide politici een ideologisch conflict heeft gespeeld. De metropool Chongqing met zijn 29 miljoen inwoners en Bo’s machtsbasis, een provinciestad noemen is al even bizar als beweren dat hij erheen werd verbannen. Bo Xilai kreeg lof, leden van het politiek bureau kwamen bij hem op studiebezoek tot enkele weken voor zijn politiecommissaris naar het Amerikaanse consulaat wilde overlopen en zijn vrouw gearresteerd werd in een moordzaak. Dat Bo Xilai geprobeerd heeft om het gerechtelijk onderzoek tegen zijn vrouw te beletten, dat hij net zoals Zhou Yongkang niet vies was van gigantische zelfverrijking en vriendjespolitiek, noemt professor Pieke niet. Zou het Chinese gerecht deze aanklachten hebben verzonnen?
Cold War revisited
Al het voorgaande is even vertrouwd als de steeds herhaalde en nooit uitgekomen voorspellingen over de ondergang van de Chinese economie. Het kan echter nog erger en dat wordt het ook. In het tweede deel van het interview draait het verhaal over Xi’s ‘autoritaire aard’ en zijn ‘aan paranoia grenzende argwaan’ uit op een aan koude oorlogshysterie grenzende tirade.
Volgens professor Pieke heeft de Chinese president de mainstream van zijn bevolking een revanchistische attitude aangepraat die bij Xi schuil gaat achter mooie woorden over internationale samenwerking en ‘zijn slogan verjonging van de natie’. Het zal veel China-kenners verwonderen die weten dat de gevoelens over het Westen en honderd jaar vernedering van China al zeer lang onder brede lagen van de bevolking leven en dat het een vrij waarheidsgetrouwe kijk is op de periode tussen de eerste Opiumoorlog (1838) en de uiteindelijke teruggave van Hongkong door de Britten (1997). Die visie is het resultaat van de geschiedenis. De Chinezen hebben Xi daar niet voor nodig en de eenzijdig negatieve beeldvorming van China in het Westen doet meer voor de instandhouding ervan dan de Chinese overheid.
Pieke ‘ziet’ nog meer: ‘De territoriale claims op de Zuid-Chinese Zee worden gebruikt voor militaire activiteiten…De partijleider die militaire operaties gaat leiden, in de Chinese context is dat heel uitzonderlijk… een agressief expansionistische attitude tegenover het buitenland’. Sommigen zullen hierin een bevestiging vinden van wat kranten hun voorhouden, maar klopt het wel? In China commandeert een politieke partij, de CPC, het leger. Dat is een erfenis van de revolutie en van het verzet tegen de Japanse bezetting. Na de oprichting van de Volksrepubliek in 1949 is het nooit anders geweest, helemaal niet uitzonderlijk dus. Bovendien is het gunstig dat een politieke visie mogelijke militaire ambities in toom kan houden.
De Chinese ‘militaire activiteiten’ in de Pacific zijn voor een deel louter verondersteld door het Pentagon en voor een deel zijn ze niet offensiever dan de oefeningen en de activiteiten van China’s buurlanden en al zeker niet dan die van de VS. China is militair omsingeld, een precaire positie versterkt door zijn afhankelijkheid van maritiem export, bijvoorbeeld van petroleum. Militaire bases in de buurt van de VS heeft het niet en ze zijn ook onvoorstelbaar.
Als er een ding is dat het ‘slepende Zuid-Chinese Zee-verhaal nu enorm op de spits drijft’ is het wel dat de VS de focus sinds 2009 verlegt naar Azië (de pivot to Asia), dat het zijn agressieve militaire patrouilles op zee en in het luchtruim daar heeft opgedreven en een wereldwijde mediacampagne laat voeren om China als een boeman voor te stellen, waar de Nederlandse professor nu in mee stapt (net zoals het Arbitragehof in Den Haag overigens).
De professor doet verder alsof China de wil of de mogelijkheid heeft op andere derdewereldlanden, druk uit te oefenen. Het officiële beleid van Beijing is precies op dit terrein altijd zeer consequent geweest: vreedzame co-existentie, niet-inmenging en solidariteit. Als individuele politici of zakenmensen hiervan afwijken, wat af en toe jammer genoeg echt gebeurt, krijgen ze meteen lik op stuk in de Afrikaanse en andere derdewereldlanden, en in China.
Wat willen we, conflict of coöperatie?
Slordige argumentatie, een mix van hele en halve onwaarheden vormen de grondslagen van een theorie over het karakter van ‘Xi’s China’. Professor Pieke formuleert eerst nog wat voorzichtig (‘ik zie…we zien…dat begint toch wel heel erg te lijken op’). Uiteindelijk poneert hij echter met stelligheid dat China ‘een regime met een nationaalsocialistische strategie’ kent. Let wel, hij heeft het niet over de nationalistische koers van een socialistisch land. Vanaf dat moment gaan alle remmen los: in een absurde vergelijking tussen volslagen ongelijksoortige landen en situaties wordt de opkomst van de nazi’s en de appeasementpolitiek er met de haren bij gesleept. Het ene moment klinkt het van ‘Europa moet grenzen stellen… optrekken met de VS, Japan en buurlanden van China’, het volgende kan Europa ‘als onafhankelijk bemiddelaar’ duidelijk maken ‘wat de spelregels van het internationaal recht zijn en meehelpen bij de handhaving’. Europa moet ‘snoeihard optreden’ tegen de diplomatieke invloed van China en ‘we moeten vanuit onze eigen belangen grenzen aan het Chinese regime stellen.’
De hypothese en bewijsvoering in dit interview zijn Pieke, inderdaad ‘een van de grootste China-kenners van Nederland’, onwaardig. Het ergste is dat professor Pieke zijn stem toevoegt aan diegenen die Europa het meest contraproductieve advies geven voor de huidige tijd: kies voor een weigering van de uitgestoken hand van China. Daar waar het de best denkbare economische en politieke weg voor het oude continent is om het aanbod aan te nemen voor een vredelievende samenwerking op basis van wederzijds respect en met een instelling om van elkaars sterke punten te profiteren en te leren.
Dirk Nimmegeers
Het verkorte artikel in De Volkskrant staat op de website, met een (betaalde) link naar het interview met F.Pieke en commentaren van lezers: http://www.volkskrant.nl/opinie/china-kenner-bedrijft-hetze-tegen-xi-s-china~a4337204/?page=2&offset=1468423295893-10#reactions-anchor
Fokke Obbema is de personificatie van het Volkskrant regime om China te bashen. Ik heb de periode voor ik Volkskrant afschreef als serieuze krant geturfd de frequentie en onderwerpkeuze van de Volkskrant van nieuws over China. De frequentie was eenmaal per week, de toonzetting honderd procent negatieve artikelen.
Fokke Obbema had daarbij vanaf dag 1 van zijn ‘aantreden’ een voorliefde voor karikaturen. Een daarvan was het Bo Xilai verhaal wat hij standaard opvoerde als ‘bewijs’ in dezelfde stijlfiguur als wat kennelijk in het interview met Pieke weer uit de archiefkast van zijn geheugen is gehaald.
Het verbaasde me al dat dit artikel van Nimmegeers door de VK is gepubliceerd. Daar is maar een verklaring voor: In het licht van alle standaard negatieve verhalen van de Volkskrant is dit de schaamlap die het zogenaamd onpartijdige standpunt moet verbeelden.
Enige positieve uitzondering waren de extreem korte ANP berichten, die stonden alleen ’s nachts op de website van de VK.
Een TV-documentaire over de ‘Chinese wereldorde’: http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/videozone/programmas/terzake/2.45480
Terwijl de huidige wereldorde een Amerikaanse is, is de Chinese een internationale orde waarbij het beste uit belangrijke beschavingen herenigd wordt.
Het gaat uiteindelijk over de vraag die we (in het Westen) moeten stellen: Willen we in een rechtvaardigere wereld leven of in een wereld waarin een kleine minderheid (12% wereldbevolking) heerst over de grote meerderheid? In de weg naar een rechtvaardigere wereld wil die meerderheid geen omverwerping van het Westen, maar streeft het naar een samenwerking met iedereen.
Heel wat westerlingen voelen zich ongemakkelijk door de opkomst van een vreemde macht en vinden de Chinese wereldorde onzin omdat het slechts in theorie mogelijk zou zijn. Een goed plan op voorhand afschieten getuigt van het slechtste in de mens. Dit overkomt ook de meest intelligente experten. Het gaat uiteindelijk om ethiek, niet om kennis.
Egbert, ik maak toch een andere beoordeling van Fokke Obbema.
Toen ik vroegere interviews las die Obbema voor de Volkskrant van Frank Pieke had afgenomen, werd ik aangenaam verrast door hun kritische, maar begripvolle observatie van de CPC en van de Chinese maatschappij. Die vond ik ook terug in de boeken van Obbema waarin hij pogingen ondernam om de westerse berichtgeving over China enigszins zelfkritisch tegen het licht te houden. Daarbij viel de bescheidenheid op over wat wij in het Westen ‘eigenlijk over China weten of menen te weten’. Daarom was het juist een extra grote tegenvaller in het interview van 2 juli niet alleen in de kop (daarover had een andere redacteur nog kunnen beslissen), maar ook in de tekst zelf de schandalige kwalificatie nationaalsocialistisch aan te treffen voor het Chinese ‘regime’.
Maar iedereen kan fouten maken en heel vaak zijn die ook herstelbaar.
Beste Dirk,
Mijn reactie gaat over reguliere wekelijkse publicaties in de Volkskrant over China.
De boeken van Obbema zijn niet meegenomen in de weging. Die kunnen best anders van toon zijn, de Volkskrant was onverminderd negatief. En vaak van uit een clichematig format. Artikelen werden aangepast om in het kader te passen.
Ik weet niet exact of er de laatste twee jaar een koerswijziging is geweest in dat publicatiebeleid. Ik ben gestopt de Volkskrant te volgen.