In Shanghai is gisteren een genoomproject voor pasgeboren baby’s gestart met het doel erfelijke ziekten snel te kunnen opsporen en behandelen. De universiteit van Shandong richt zich op genoomonderzoek van embryo’s. In Hongkong is er al ervaring mee opgedaan bij proefbuisbaby’s.
Onderzoekers van de Chinese Raad voor Erfelijkheidsadvisering en het Kinderziekenhuis van de Universiteit Fudan zullen de komende vijf jaar 100.000 pasgeboren kinderen genetisch testen. De testresultaten komen in een databank en er wordt een geheel van richtlijnen ontwikkeld om te testen op erfelijke ziekten. Dit zal een betere opsporing en behandeling van dit soort ziekten mogelijk maken. Huang Guoying, de directeur van het kinderziekenhuis heeft gezegd dat dit de levenskwaliteit van de patiënten zal verhogen.
Op dezelfde dag is de Chinese Raad voor Erfelijkheidsadvisering ook aan een genoomproject gaan samenwerken met het Ziekenhuis voor Reproductieve Gezondheid van de Universiteit van Shandong. Met een genoomdatabank wil men het onderzoek en de kennis van de ontwikkeling van embryo’s en de mogelijkheden voor diagnose uitbreiden. Volgens He Lin, van de Raad, zijn er rond de 7.000 erfelijke ziekten bekend en worden er in China elk jaar duizenden baby’s met afwijkingen geboren.
In juli toonde een ziekenhuis in Hongkong aan de pers de eerste baby die daar in april is geboren uit een embryo gescreend door middel van next generation sequencing (dna-sequentiereactie).
Het Sanatorium & Hospitaal van Hongkong (HKSH) gebruikt deze techniek sinds 2015 bij in-vitrofertilisatie, proefbuisbevruchting. In de wetenschappelijke wereld komt er waarschijnlijk weer een debat op gang tussen voor en tegenstanders van deze wetenschappelijke ontwikkelingen, met de tegenstanders die vinden dat er een ethische grens wordt overschreden en voorstanders die zoals de bovengenoemde medische instellingen vooral de voordelen zien voor de behandeling van erfelijke ziekten.
Chinadaily Asia, www.nature.com, wikipedia
