Japan betaalt Britse lobbyist voor propaganda tegen China

De Japanse regering betaalt via de ambassade in Londen een Britse rechtse denktank om China in het Verenigd Koninkrijk in een kwaad daglicht te stellen. Dat stond te lezen in de The Sunday Times die enkele vertrouwelijke documenten over de zaak kon inkijken. De affaire biedt een zeldzame inkijk in de strategie op het hoogste niveau om de publieke opinie te beïnvloeden met antipropaganda.

propagandaDe Japanse ambassade in Londen betaalt maandelijks 10.000 pond aan Henry Jackson Society (HJS), een liefdadigheidsinstelling. Liefdadigheid blijkt echter niet het motief te zijn. De Society krijgt geld om acties te ondernemen die wantrouwen tegen China aanmoedigen. De groeiende samenwerking tussen China en het VK, die door de vorige minister van financiën Osborne sterk werd aangemoedigd, baart Tokio immers zorgen.
HJS krijgt geld om Britse politici aan te sporen kritiek te uiten op en weerstand te bieden tegen de Chinese buitenlandse politiek. Dit weekend bekende de voormalige minister van buitenlandse zaken Malcolm Rifkind, dat hij in augustus benaderd werd door HJS  om zijn naam te plaatsen onder een artikel in The Daily Telegraph. Rifkind verklaarde niet te weten dat HJS geld kreeg van de Japanse regering. ‘Ze hadden me moeten informeren over die relatie toen ze me vroegen het artikel te ondersteunen’.
Het bewuste artikel drukte bezorgdheid uit over de Chinese deelname in de Britse kerncentrale Hinkley Point C. Net zoals bij de Chinese deelname in het Vlaamse stroomverdelingsnetwerk Eandis, werd gesuggereerd dat ‘China het licht zou kunnen uitdoen indien er een crisis zou ontstaan’. En verder ‘weet niemand welke technologische achterpoortjes men zou kunnen inbouwen bij de bouw van een kerncentrale’. Het pleitte ervoor dat het VK een ‘realistische’ houding tegenover China zou aannemen met ‘ nationale veiligheidsbelangen stevig in het achterhoofd’.

Een kluwen van propaganda

propagandaHJS is een liefdadigheidsinstelling sinds 2005. Ze is opgericht door Alan Mendoza die in 2015 zonder succes deelnam aan de verkiezingen voor de conservatieven. HJS promoot een agressieve buitenlandse politiek voor het VK ter bescherming van ‘democratie, mensenrechten en internationale veiligheid’. Onderzoeksjournalist Nafeez Ahmed noemt HJS ‘het Trojaanse paard van Amerikaans extreemrechts in Westminster’. De organisatie verklaarde in een persmededeling dat haar doeleinden goed gekend zijn;  ze werkt daaraan zonder verdere details te willen bekend maken. HJS heeft niet geantwoord op het verzoek van het Chinese persagentschap Xinhua voor een interview.
Het contract met de Japanse ambassade dateert van vorig jaar en zou in april verlengd worden.
Oorspronkelijk maakte ook Media Intelligence Partners (MIP), een bureau van een voormalige persverantwoordelijke van de Conservatieven, deel uit van het contract. MIP en HJS zouden samen een ‘communicatiestrategie’ ontwerpen voor de Japanse ambassade, voor 15.000 pond per maand. Doel was Japan ‘ op de radar te zetten van de belangrijke Britse journalisten en politici’. Het doel was een ‘kader van geëngageerde en betrokken politici van hoog niveau te scheppen’. De strategie moest focussen op ‘ de bedreiging van de westerse strategische belangen door het Chinese expansionisme’. ‘Voor het aanpraten van “de dreiging” zullen we het vooral op het ministerie van financiën groeiende geloof moeten tegenspreken dat Chinese investeringen een antwoord kunnen bieden voor de problemen met de infrastructuur van het VK’. HJS en MIP kunnen daaraan bijdragen door hun ‘brede contacten’ in het ‘hart van Downing Street’.
Uiteindelijk aanvaardde HJS om de klus alleen te klaren, zonder MIP en voor een lagere maandvergoeding van 10.000 pond plus onkosten.

Handelde Japan op eigen houtje?

Volgens een voormalig lid van de Britse inlichtingendienst ondernam Japan deze actie op eigen houtje ‘omdat het de regering van president Obama niet helemaal vertrouwde en zich wilde beschermen tegen een eventuele wijziging in de Amerikaanse buitenlandse politiek’.  De Japanse ambassade in Londen heeft niet geantwoord op een vraag om inlichtingen door The Times.
China is de tweede en Japan de derde grootste economie ter wereld. Japan ziet de opkomst van China als een bedreiging voor zijn eigen regionale machtspositie. Het opstoken door Japan van het decennialang bevroren conflict rond enkele rotsen in de Oost-Chinese Zee past in dit kader. Ook over de conflicten in de Zuid-Chinese Zee wordt een propaganda-oorlog gevoerd.
Bronnen: Xinhua, The Sunday Times, The Times.
Het artikel op de website van The Times lees je hier

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *