Volgens Xiao Yaqing , de voorzitter van de staatsholding SASAC zal de hervorming van de staatsbedrijven versnellen. Dit houdt consolidatie in, maar ook het aantrekkelijker maken van investeringen door privépartners.
Einde 2013 besloot China de staatsbedrijven te hervormen. Ze hielden te weinig rekening met de noden van de verbruiker, waren te weinig efficiënt en waren broeiplaatsen van corruptie.
Dit betekende onder meer het diversifiëren van het aandeelhouderschap. Meerdere aandeelhouders zouden elkaar moeten controleren/aansporen en het bedrijf dynamischer maken. Die bijkomende minderheidsaandeelhouders konden zowel andere staatsbedrijven als privé-investeerders zijn.
Het plan was om ideologische redenen niet onomstreden en bleek ook niet zo aantrekkelijk voor de privésector. In de praktijk leidde het vooral tot fusies, overnames en onderlinge participaties tussen staatsbedrijven.
Bloomberg ziet na de uitspraak van Xiao het begin van een tweede hervormingsronde, waarbij al minstens 10 zeer grote staatsbedrijven betrokken zijn. De goede economische resultaten van het eerste trimester bieden een gunstig klimaat om te hervormen.
De treinfabrikant CRRC wil de privégroep Fosun en het investeringsfonds SDIC als aandeelhouders opnemen in de CRRC industriële investeringsafdeling. CNNC, dat kerncentrales bouwt, wil in twee fasen nieuwe aandeelhouders aantrekken voor zijn afdeling kernbrandstof; in de eerste fase staatsbedrijven, in een latere fase privépartners. Het gaat bij CNNC en CRRC om onbevestigde berichten ‘uit goede bron’.
De nationale luchtvaartmaatschappij Air China wil samen met concurrent China Southern de cargoactiviteit bundelen. Als minderheidsaandeelhouders denkt men aan staatsbedrijf Sinotrans maar ook privébedrijf Cathay Pacific Aairways.
Unicom, de tweede provider van mobiele telefonie, zal zijn aandeel in het beursgenoteerde China United Network Communications terugschroeven tot 36 %, terwijl CITIC en National Radio and Television Network Co. met tesamen 19% hun intrede maken als minderheidspartners.
De China National Gold Group wil bedrijven als Tencent , Fosun en S F Holding uitnodigen als minderheidsaandeelhouders in de afdeling juwelen. De China Three Gorges Corporation zoekt aandeelhouders voor een op te richten distributiebedrijf van elektriciteit in Chongqing.
Al deze plannen moeten nog op regeringsniveau goedkeuring krijgen. Maar het efficiënter maken van de staatsbedrijven is een essentieel onderdeel van de grote omschakeling van de economie. Die moet voortaan de dienstensector en de verbruiksgoederen als motor hebben, in plaats van vroeger de bouw van infrastructuur met geleend geld en de uitvoer. Staatsbedrijven moeten ook winstgevender worden om niet langer een schuldenberg op te bouwen bij de staatsbanken.
Staat controleert nog alle belangrijke sectoren
De hervormingen mogen niet doen vergeten dat staatsbedrijven nog steeds de controle moeten behouden over de strategische sectoren van de economie. Een artikel op China Economic Net probeerde onlangs uit te vinden hoever die staatscontrole nog reikt.
Volgens de laatst beschikbare cijfers van het Nationale Bureau voor Statistiek controleerden staatsbedrijven minder dan een derde van het totaal van de economie. In de best gedocumenteerde sector, die van de industrie, was het 28%.
In de meeste industriële sectoren is het staatsaandeel tussen 2011 en 2014 echter gestegen. Dit is niet verwonderlijk: de overheid rekende vooral op deze staatsbedrijven om de vertraagde groei op peil te houden en privébedrijven kregen moeilijker bankkredieten voor investeringen.
In alle energiesectoren, in watervoorziening, non-ferro en bouw van transportvoertuigen controleert de overheid nog een meerderheid van het kapitaal. Maar ook in sectoren die niet cruciaal zijn, zoals de drankensector, blijft de staat met ongeveer 10% van het kapitaal nog steeds een vinger aan de pols houden.
De dienstensector is moeilijker in te schatten. Uit gegevens van investeringen blijkt dat de staat zich hier terugtrekt. In wetenschappelijk onderzoek en technische dienstverlening daalden de staatsinvesteringen van 52% van het totaal in 2011 naar 35% in 2014. In zakelijke dienstverlening (inclusief leasing) van 52% naar 35%. In IT en financiële dienstverlening van 60% naar 50%. De staatsinvesteringen telden in 2014 nog voor meer dan de helft in sectoren zoals logistiek, onderwijs, gezondheidszorg, nutsvoorzieningen, bouw en financiële dienstverlening. Over het algemeen is er een daling.
De cijfers in de dienstensector onderschatten echter de reële impact van de overheid. Bijvoorbeeld in de financiële sector en de mediasector (slechts 5% overheidskapitaal) bestaat er regelgeving die alles bepaalt. En in de bouwsector is politieke steun noodzakelijk voor grote projecten. In 53% van alle Chinese privébedrijven – in de praktijk in alle grote en middelgrote- is er overigens een afdeling van de Communistische Partij, die moet waken dat het bedrijf binnen de doelstellingen van de overheid werkt.
Bronnen: Bloomberg, China Economic Net