Het stimuleringsprogramma voor de westelijke provincies bestaat tien jaar. ‘Beijing Review’ maakte een stand van zaken op wat de verwezenlijkingen na 10 jaar betreft. Deze zijn niet gering, zowel qua aanleg van infrastructuur als bij het ontwikkelen van landbouw en nijverheid.
Het programma om de westelijk gelegen provincies te steunen omvat 70 % van China’s grondgebied en 30 % van de bevolking. Het werd gelanceerd als een reactie op de hervormingen die vooral plaatsvonden in Oost-China, dat al 20 jaar heropleefde. Op dat ogenblik bedroeg het westelijk BRP maar 40% van dat in het oosten en waren er 50 miljoen armen, die minder dan 786 yuan per jaar verdienden. Om de kloof tussen de twee gebieden te dichten lanceerde de regering de ‘Go West’-strategie in november 1999 en goot ze dit in concrete maatregelen in januari 2000, nu dus tien jaar geleden.
Van 2000 tot 2008 werd 60 miljard yuan gespendeerd aan armoedebestrijding, zodat het aantal armen verminderde van 57 miljoen tot 26 miljoen. Het inkomen per hoofd van de landbouwbevolking steeg met 113 %, tot 3481 yuan in 2008.
Conform het oorspronkelijke doel ging de prioritaire aandacht van het steunprogramma naar het ontwikkelen van de infrastructuur. Van 2000 tot 2008 investeerde de regering 1700 miljard yuan om deze te verbeteren. Tijdens die periode werd 888.000 km autowegen aangelegd, waarvan 14.000 km snelwegen. Daarnaast werd 8000 km spoor bijgelegd, zodat de totale spoorlengte in de regio nu bijna 30.000 km bedraagt. Tot slot werd de capaciteit van 42 luchthavens verhoogd en werden 21 nieuwe gebouwd, zodat er nu 79 burgerluchthavens zijn.
Op het vlak van onderwijs vergrootte het aantal universiteiten en hogescholen van 251 tot 467 en het aantal ingeschreven studenten vermeerderde 3,6 maal. Kinderen uit de minderheidsgroepen krijgen gratis onderwijs en ze ontvangen tweetalig onderwijs waar de minderheidsgroep een eigen geschreven taal heeft. Het aantal bedden in de gezondheidszorg bedraagt nu 1,08 miljoen en het aantal gezondheidswerkers 1,5 miljoen, respectievelijk 32 % en 6 % meer dan in 1999. Een preventiesysteem werd opgebouwd in 16.000 gemeentelijke gezondheidscentra en in 180.000 dorpshospitalen. Ongeveer 85 % van de landbouwbevolking doet mee aan het coöperatief gezondheidssysteem. Ningxia, dat vroeger graan invoerde, is nu zelfbedruipend terzake. Op ecologisch vlak werd vooral de bosoppervlakte vergroot.
De totale productie in de landbouw (brede betekenis) bedroeg 1500 miljard yuan in 2008, 911 miljard meer dan in 2000. De graanoogst steeg van 129 miljoen ton naar 140 miljoen ton. Veeteelt levert het hoogste inkomen in de landbouw: vlees, eieren en melk verhoogden respectievelijk met 24 %, 39 % en 357 %. Ook de nijverheid kende de afgelopen 10 jaar een jaarlijkse groeivoet van 23 %, zodat de sector nu instaat voor 38 % van het BRP. In totaal groeide het BRP van 1500 miljard yuan tot 5830 miljard, wat een jaarlijkse groei van 16 % betekent. Nu staat de westelijke regio in voor 19,4 % in van China’s BNP. Ook de export tot slot steeg jaarlijks met één vijfde.
Lees ook: Wikipedia, artikels met tag “westen”, website Chinagate over het programma