Waarom de klacht tegen ‘dumping’ van Chinese elektrische fietsen belangrijk is

De Europese klacht wegens ‘dumping’ van Chinese elektrische fietsen is dubbel interessant. Omwille van de argumentatie- de snelle technologische vooruitgang van China- en omdat ze zal behandeld worden volgens nieuwe Europese handelsregels.

De European Bicycle Manufacturers Association (EBMA) heeft in oktober bij de EU een klacht tegen China ingediend wegens het dumpen van elektrische fietsen in de EU.
De klacht is interessant omdat deze keer NIET lage lonen, lage energieprijzen , niet respect van milieunormen of ongeoorloofde uitvoersubsidies als motief gebruikt worden. De EBMA is boos omdat de Chinese fabrikanten van elektrische fietsen dank zij staatssteun ‘snel hun technologische achterstand op de Europese industrie hebben kunnen inhalen’.
Naar het grote publiek toe wordt de klacht wel verdedigd met argumenten zoals lagere lonen en minder sociale rechten, of zwakke kwaliteit. Dat deed onder meer Johan Huygens, CEO van het Belgische fietsenmerk Granville, in het tv-programma “De Vrije Markt“. Granvelle zelf produceert 90% van zijn fietsen in Bulgarije. Huyghens had het over 90.000 bedreigde arbeidsplaatsen in Europa.
De klacht viseert specifiek Bafang, de belangrijkste Chinese fabrikant van motorsystemen voor elektrische fietsen. Dit bedrijf is erin geslaagd een kwaliteitsvolle centrale motor voor elektrische fietsen te bouwen. De fietsen van Chinese fabrikanten met Bafang motor werden zo veel aantrekkelijker op de Europese markt . Overigens wordt de Bafang motor ook al ingebouwd in fietsen van Europese makelij.

Protectionisme?

Dat China een gelijkwaardige technologie als de Europese ontwikkeld heeft is uiteraard een zwak argument om handelssancties te vragen. Het stoort de EBMA vooral dat die ontwikkeling ondersteund werd met staatssubsidies en een sterke toename van de invoer van Chinese fietsen in Europa tot gevolg had.
De EU heft al sinds 24 jaar invoerrechten op Chinese fietsen. Maar elektrische fietsen vallen daar niet onder. In 2010 was de invoer van elektrische fietsen nog zo goed als nul. In 2017 kwamen er naar schatting 800,000 binnen. Volgens EBMA aan een derde van de Europese prijs voor een gelijkaardig product.
EBMA vraagt dat de EU de Chinese prijzen vergelijkt met die van invoer uit andere derde landen. Als vergelijking stelt ze prijzen van uit Zwitserland ingevoerde fietsen voor. Dat leidt tot invoerrechten van 193% tot 430%.
De Chinese overheid spreekt van ‘protectionisme’. Ze wijst er ook op dat goedkope Chinese elektrische fietsen de EU kunnen helpen bij het halen van de klimaatdoelstellingen. Ze vraagt verder dat de EU de invoerheffingen op gewone fietsen afschaft. Die zijn volgens China niet meer toegelaten sinds 11 december 2016, volgens een afspraak met de Wereldhandelsorganisatie (WTO) uit 2001.
Bafang ontkent dat het buitensporige subsidies van de overheid gekregen heeft.
De zaak van de elektrische fietsen is ook interessant omdat ze de eerste tegen China is die volgens de deze maand opgestarte nieuwe Europese handelsregels zal behandeld worden. Alhoewel China er niet met naam genoemd wordt, zijn ze in feite vooral tegen haar bedoeld. Ze vervangen het oude voor China discriminatoire systeem dat per 11 december 2016 moest verdwijnen. Ze zijn volgens de Chinese overheid strijdig met de regels van de WTO.
Bronnen: HSBC, vrt.be, China Daily