Volgens hydrologen kende het Qinghai-Tibetplateau vorig jaar de grootste uitstroom van water in drie decennia. Minder goed nieuws komt er uit het watergebied in Nagqu in de naburige provincie Gansu, waar de woestijnvorming verder oprukt.
In het driestromenland gelegen op het Qinghai-Tibetplateau ontspringen drie van Aziës grootste rivieren: de Gele rivier, de Yangtze en de Lancang (Mekong). Volgens de hydrologische autoriteiten vloeide vorig jaar 77 miljard m³ water uit dit gebied, dat in het Chinees Sanjiangyuan wordt geheten. Sanjiangyuan is de watertoren van China op 4000 meter hoogte. Het recente cijfer is een record van de 3 laatste decennia en bedraagt 26 % % meer dan het gemiddelde. Onderdirecteur Li Qijiang geeft zelfs de opdeling per rivier: 29,7 miljard m³ voor de Yangtze, 16,6 miljard voor de Lancang en 31 miljard voor de Gele rivier. Volgens experten is de verhoging van de watervorming en -uitstroom toe te schrijven aan zowel de politiek ter omvorming van weiden naar grasland (waarop niet gegraasd wordt) als aan kunstmatige regenval. Boeren krijgen een toelage wanneer ze hun weiden niet verder door vee laten begrazen, waardoor meer gras z’n milieurol kan spelen.
Minder goed ecologisch nieuws komt er uit de moerasgebieden in Magqu gelegen in de buurprovincie Gansu. Zijrivieren van de Gele rivier die door Nagqu vloeien, kenden de laatste twee decennia minder water en 11 van de 28 zijtakken droogden zelfs op. De moerassige gebieden daalden van 66.000 ha in 1980 tot 20.000 nu. Zo’n 2500 herders en 168.000 huisdieren ontvluchtten het gebied; 220 km zandduinen verschenen rond de Gele rivier in Nagqu en deze duinen zijn soms tot 15 meter hoog. Om verdere woestijnvorming in Nagqu tegen te gaan, heeft China 4,4 miljard yuan geïnvesteerd in 2007 en werd een 15-jarig programma opgestart om de moerassige gebieden te herstellen.
Positief milieunieuws daarentegen uit Tibet. Volgens cijfers uit 2009 groeide het gras in Tibet sedert 2004 met gemiddeld bijna 2 centimeter, namelijk van 5,72 cm in 2004 tot 7,64 cm. Het aantal zanddagen in Lhasa, Xigaze en Shannan daalde met 30 dagen sedert 1980. Voorts koken 114.000 Tibetaanse families op methaangas. Dit cijfer zou dit jaar 200.000 moeten bedragen. Minder positief nieuws tenslotte inzake de opwarming van het dak van de wereld: de 38 metereologische stations in Tibet registreerden vorig jaar een gemiddelde temperatuur die 1,5 °C hoger lag dan het normale gemiddelde. Vorig jaar viel er ook het minst regen sedert 39 jaar .
Lees ook: Ecobehoud driestromengebied loont