ASEM top test voor de Europees-Aziatische samenwerking
Dit is een opinie van Shada Islam. Zij is directeur Europe & Geopolitics bij Friends of Europe, een invloedrijke Europese denktank.
Het oorspronkelijke artikel verscheen in het Engels op de website van Friends of Europe. De vertaling en de tussentitels zijn van ChinaSquare.be. Zoals steeds vertolken opinies op deze website uitsluitend de mening van de auteur.
Ze schoven ongemakkelijk op hun stoel, giechelden en verwierpen de tirade van VS-president Trump tegen ‘de ideologie van het globalisme’ , vorige week op de vergadering van Verenigde Naties. Maar nu moeten de Europese leiders het gesprek gaan voeren over het vernieuwen van een oud en vermoeid multilateraal systeem dat op bepaalde regels gebaseerd is.
Dat kunnen ze niet alleen.
De toespraken van Europese leiders in New York over het verdedigen van de internationale wetten en de samenwerking geven ons hoop dat de Amerikaanse terugtrekking in ‘de doctrine van het patriottisme’ geen wereldwijd ‘ieder voor zich’ zal uitlokken. Het is geruststellend dat anderen bereid zijn hun nek uit te steken om het systeem te redden. De EU kan dat echter niet alleen.
De tijd toen het opstellen en beslissen van nieuwe wereldwijde regels en afspraken kon gebeuren door een klein groepje gelijkgezinde westerse naties is allang voorbij.India, China, Brazilië en anderen willen een hervorming van de bestaande multilaterale instellingen zodat ook met hun prioriteiten en belangen rekening gehouden wordt. Hun stem is cruciaal wanneer nieuwe regels opgesteld worden om de wereldwijde interactie te organiseren.
De EU is goed begonnen met het sluiten van partnerschappen met nieuwe opkomende landen. Er zijn bilaterale handels- en samenwerkingsakkoorden gesloten met grote en kleine landen en de engagementen tegen de klimaatsverandering en voor nucleaire ontwapening blijven sterk.
Het opzetten van het zogenaamd ‘special purpose vehicle’ dat in theorie Europese en andere bedrijven moet toelaten de Amerikaanse sancties tegen Iran te omzeilen is een belangrijke stap in de aanpassing van de EU aan een veranderde wereld.
De Aziatisch-Europese bijeenkomst (ASEM) op 18-19 oktober in Brussel biedt een andere kans om uit te zoeken hoe men samen een gemoderniseerd op regels gebaseerd systeem kan ontwerpen en uitwerken. De Aziaten en de Europeanen zouden moeten focussen op drie sleutelkwesties.
WTO
Ten eerste moet de Wereldhandelsorganisatie (WTO) hervormd en gemoderniseerd worden. De inzet is zeer hoog. De handelsoorlog van Trump tegen China riskeert het volledige wereldwijde handelssysteem te ontwrichten. Inclusief de handel tussen Azië en de EU, die bijna 1.500 miljard euro’s bedraagt. De tactiek van de Amerikaanse leider is verkeerd, maar toch gaan de meeste handelsambtenaren akkoord dat de WTO dringend aan herziening van de procedures toe is.
Vertrekkend van hun belang bij het bestrijden van protectionisme en het behoud van de WTO, is het duidelijk dat Europa en Azië moeten samenwerken om de inhoud van de samenwerking, de regels en de procedures te vernieuwen.
Het belangrijkste, zoals de Europese Commissie recentelijk benadrukte, is de uitdaging om tegemoet te komen aan de toenemende wereldwijde bezorgdheid over toegang tot de Chinese markt maar ook over gedwongen overdracht van technologische kennis, over de rol en de macht van de staatsbedrijven, de bescherming van intellectuele eigendom , en de subsidies aan de industrie.
Connectiviteit.
Europa kijkt met een mengsel van verwarring, nieuwsgierigheid en bezorgdheid naar het ambitieuze internationale Belt and Road Initiative (BRI). Dat loopt wereldwijd, en ook binnen Europa. Het recentelijk bekend gemaakt Europese connectiviteitsplan wordt soms het Europese antwoord op het BRI genoemd, maar het is meer dan dat.
Het Europese ontwerpplan voorziet transparantie, duurzaamheid en goed beheer van internationale projecten in infrastructuur, vervoer, digitale- en energieprojecten op een moment dat de wereld dit soort netwerken dringend nodig heeft maar alleen China het geld en de zin heeft om erin te investeren.
De Europese meningen over het BRI lopen uiteen. Volgens sommigen is Beijing uit op wereldwijde dominantie, wil het de wereldwijde handelsregels herschrijven en/of is het op zoek naar mogelijkheden om zijn overschotten aan staal en cement kwijt te geraken.
De Europese zakenwereld toont interesse in deelname, maar ze zeggen dat ze de opdrachten waarvoor ze een offerte maken niet krijgen. Er is bezorgdheid over de duurzaamheid van sommige projecten en schrik dat ontwikkelingslanden die vertwijfeld op zoek zijn naar geld in een bodemloze schuldenval trappen.
De strategie van de EU met haar focus op ‘duurzame, alomvattende en op regels gebaseerde connectiviteit’ en met projecten die voldoen aan internationale normen op het gebied van milieu, arbeidsomstandigheden en fiscaliteit kan voor China een bruikbaar handboek opleveren om enkele van de scherpste kanten van het BRI te verzoenen met de internationale normen.
De tijd is rijp voor verdere synergieën tussen Europa en Azië en voor gezamenlijke acties om de bestaande wereldorde te stabiliseren en ook om een nieuwe wereldorde uit te tekenen. Op die manier kan het EU-plan, indien het goed ‘in de markt gezet wordt’, een godsgeschenk zijn voor verwarde landen in Azië, Afrika en Latijns-Amerika die ondersteuning zoeken om met China te onderhandelen over infrastructuurprojecten.
Veiligheid
Ten derde tenslotte zouden Europa en Azië bovenop gesprekken over niet-traditionele veiligheid hun dialoog over veiligheid moeten uitbreiden tot discussie over hybride bedreigingen, over collectieve veiligheid, over regionale aanpak van vredeshandhaving, over preventieve diplomatie en over crisismanagement.
Nu is de tijd rijp om tussen Europa en Azië meer synergieën te ontwikkelen en gezamenlijk actie te voeren om enerzijds de bestaande wereldorde te ondersteunen en anderzijds al een nieuwe te ontwerpen. Om dat te kunnen doen moeten beide partijen zich losmaken van hun traditionele afhankelijkheid van de VS, hun verschillen correct leren behandelen, ook op het gebied van mensenrechten, en elkaar behandelen als gelijkwaardige partners.
Een echt Euraziatisch partnerschap opzetten met gelijkwaardige naties zal niet gemakkelijk zijn voor een Europa dat zolang gewoon was de regels zelf te dicteren en de trans-Atlantische betrekkingen altijd topprioriteit gaf. Maar het is de enige manier om zeker te zijn dat de show verder loopt.